DE WERELD NU

Noodweerexces in ons huidige strafrecht

noodweerexces

Een noodweerexces als gevolg van ingrijpen door burgers in een situatie die daar toe aanleiding geeft wordt te beperkt als zodanig erkend.

Wat vindt U erger, dat twee burgers vervolgd worden omdat zij bij een arrestatie van een gewapende crimineel excessief geweld gebruikt hebben, of dat een Kamerlid van de Partij van de Arbeid in het openbaar verklaart dat hij zich niet kan voorstellen dat een rechter in Nederland de verdachten van de moord op Steegmans [1] minder dan dertien jaar zal geven?

Misschien hangt het van Uw politieke voorkeur af of vindt U het allebei niet erg, maar de gemiddelde strafrecht jurist zal schrikken bij het tweede en zich niet opwinden bij het eerste voorval. Bij de gemiddelde burger is het waarschijnlijk andersom.

De rechtsorde wordt geschokt als een burger wordt vervolgd die met gevaar voor eigen leven zijn burgerplicht heeft vervuld door een gewapende crimineel te arresteren, ook als hij bij die arrestatie excessief geweld heeft gebruikt. Men moet behoorlijk nijdig of erg goed getraind zijn om iets dergelijks überhaupt aan te durven en een verstandige Officier van Justitie zal in zulke gevallen van boze dievenvangers snel tot noodweerexces besluiten.

Dit laat buiten kijf dat het mishandelen van een weerloze gevangene veroordeeld moet worden, ook al zijn de betrokkenen nog zo terecht boos. Maar strafrechtelijk vervolgen hoort in zulke gevallen alleen plaats te vinden als er sprake is van boosaardige en ongeprovoceerde mishandeling van de boef.

Het parket hoort dan meer dan gewone aandacht aan de publiciteit rond de zaak te geven en precies uit te leggen waarom de achtervolgers vervolgd worden. Een beroep op de jurisprudentie dat noodweerexces alleen een acceptabel juridisch verweer vormt in gevallen waar vlucht geen alternatief is geweest, is voor een lekenpubliek moeilijk te volgen en dat is, met permissie, ook onzinjurisprudentie.

De Officier van Justitie die zo veel misdrijven gedoogt die de gemiddelde burger graag vervolgd zou zien worden, maakt geen goede beurt als hij besluit mensen te dagvaarden die opgetreden zijn waar zijn eigen opsporingsambtenaren verstek hebben laten gaan. Dat zou hij eigenlijk alleen mogen doen als hij ook de politieman vervolgt die excessief geweld gebruikt tegen een niet gewelddadige verdachte.

Zoals U wel weet gebeurt dat maar zelden. Dat doet een Officier van Justitie niet, uit angst om problemen te krijgen in zijn dagelijks werk met het politiekorps. Het stond hem daarom slecht om zich uit te leven tegen de employees van Albert Heijn die een dief te grazen namen die hun caissière met een mes had bedreigd.


  1. De dood van René Steegmans was het gevolg van een geweldsmisdrijf dat plaatsvond in Venlo op 22 oktober 2002.
    Steegmans sprak twee jongens aan die met hun scooter rakelings langs een oude vrouw scheurden op de parkeerplaats van een supermarkt. Volgens getuigen vroeg hij om meer respect voor ouderen. De achttienjarige mannen Khalid L. en Sylvio R. sloegen en schopten Steegmans verschillende keren. Omstanders die het zagen gebeuren, grepen niet in. Het slachtoffer werd met zwaar hersenletsel opgenomen in het Radboud Ziekenhuis in Nijmegen, waar hij een dag later overleed.(Wikipedia).

Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp. Meer artikelen van Toon Kasdorp op Veren of Lood vindt u hier.

1 reactie

  1. Youp schreef:

    Nu ben ik geen jurist maar ik heb mij wel eens laten uitleggen dat een overtreding tegen mijn eigendom, zeg een klap op mijn hoofd gevolgd door een beroving, volgens de Wet geen overtreding is tegen mijn eigendom maar een overtreding tegen de openbare orde. Vervolgens moet er een straf volgen waaruit de openbare orde hersteld wordt, bv een vrijheidsstraf voor de dader, maar geen genoegdoening voor mijn eigendom. Terwijl het mij zo voor de hand lijkt te liggen dat ik tegemoet wordt gekomen middels een terugbetaling voor het verlies aan eigendom + geleden leed, mogelijk gederfde inkomesten + een flinke boete. In ieder geval, het zou zo moeten zijn dat ik denk: nou, doe dat nog maar een keer. De dader daarentegen begrijpt dat het geen goed idee was.

    Indien ik de dader te snel af ben en hem middels een zwaai met mijn samoerai zwaard van zijn grijpgrage handen verlos, snelrecht if ever there was one, kan ik zien dat dit een wat lastige situatie is omdat ik mogelijk overgereageerd heb. Ook kan ik de situatie verkeerd ingeschat hebben en wilde de dader mij helemaal niet beroven maar behulpzaam zijn. Het gevaar van een zekere trigger-happiness doet zijn intrede. Misschien dat de juristen alhier mij wat kunnen uitleggen. Bij voorbaat dank.