DE WERELD NU

Euconomie voor beginners

De instroom van asielmigranten wordt door de leiders van Europa vaak verkocht als de redding van onze economische toekomst. Dat is niet waar, maar er zit potentieel een kern van waarheid in die hen obsedeert. Met dank aan het voorbeeld van Japan.

De grootste angst van de EU is te worden zoals Japan. Dat land bevindt zich nu al 25 jaar in een deflatiespiraal die de Japanse centrale bank probeert om te buigen door het bijdrukken van enorme massa’s geld. Via staatsleningen met lage rentes die vooral worden gekocht door gepensioneerden. Japan telt het hoogste aantal honderd+-jarigen ter wereld. Dit hield in ieder geval de afgelopen 25 jaar de illusie in stand dat de economie van het land hierdoor niet volledig naar de knoppen ging. Niet dat men er in slaagde de zo verlangde inflatie terug te krijgen, maar in ieder geval liep de staatsschuld op zonder al te grote consequenties.

Japan heeft de hoogste staatsschuld ter wereld, met een verwachte schuldquote van circa 250% in 2020. Dat is trouwens nu al hoger dan de wanhopige situatie waarin Griekenland thans verkeert. Heden is de stand (178.6% voor Griekenland) tegen 242% voor Japan.

Het is die obsessie met een verouderende bevolking die de EU-leiders drijft tot het bevorderen van de objectief compleet gestoorde toelating van miljoenen migranten. De angst voor krimpende economieën. De angst voor deflatie.

Onze moderne economieën zijn gebaseerd op lenen van de dag van morgen teneinde de investeringen van de dag van gisteren te kunnen afbetalen, en te investeren voor de dag van vandaag. Maar dat werkt alleen, als ook in de toekomst voldoende winst wordt gemaakt. Een gevolg is dat moderne bedrijven uitzonderlijk weinig cash op de balans hebben staan: het is kapitaalgoederen tegenover verplichtingen, en een goede cash-flow is een vereiste om dat als geheel gaande te houden. Voor overheden en hun leengedrag geldt iets vergelijkbaars.

Dat gaat goed zolang de economie en de omzetten groeien. Maar ons systeem is niet berekend op stokkende groei, iets wat Japan sinds de jaren negentig vertoont. De grote schulden waarmee Japanse bedrijven zaten werden door de geldverruiming in feite door de overheid overgenomen, in de hoop dat een gezondere positie van het bedrijfsleven zou resulteren in een opnieuw groeiende economie en ultimo middels zich herstellende belastinginkomsten weer aangezuiverde overheidstekorten. Wat niet gebeurde:


.
De gezondere financiële positie van bedrijven vertaalde zich niet in hernieuwde groei, wat er op wijst dat een deel van het probleem in de binnenlandse markt zat. Daarin zat geen rek meer, en door de ouder wordende bevolking (die minder consumeert) was er zelfs enige sprake van krimp. Door toegenomen concurrerende producten in het buitenland was er ook onvoldoende potentieel voor een expansieve exportstrategie.

Via een omweg komen we hier het principe van Malthus weer tegen: er is een grens aan wat mensen consumeren kunnen of willen. Zelfs vakantiereisjes – de ultieme manier van onproductief consumeren – hebben blijkbaar een grens die mensen niet willen passeren. Dat zou betekenen dat de theoretische grens van hoeveel men consumeren wil bijna is bereikt. Want tegen de onwil om meer te consumeren is geen kruit gewassen. Daardoor is de enige manier om nog groei in de economie te krijgen: bevolkingsgroei.

Daar ontbreekt het in Japan al sinds lang aan. Ook in Europa – Duitsland voorop – is sprake van een krimpende autochtone bevolking. Uit het voorgaande begrijpt u nu dat dit voor het bedrijfsleven zeer bedreigend is. En mutatis mutandis geldt dat ook voor onze overheden. Zonder groei zal het vrijwel onmogelijk blijken de aangegane schulden nog af te lossen, en dat te combineren met het aangaan van leningen om te investeren in toekomstige winsten. Juist ook, omdat die fictief blijven zolang er geen groeiende bevolking is.

Iemand nog vragen waarom we ondertussen met 9 miljard rond lopen op deze planeet, en er nog steeds geen goed programma voor bevolkingsafname bestaat?