Links of rechts? Ook in de economie is het niet altijd zo duidelijk
Een tijd van TTIP, een tijd waarin serieuze Amerikaanse commentatoren overeenkomst signaleren tussen de presidentskandidaten Trump en Sanders, een tijd dat PVV, SP en PvdD weer (even?) in hetzelfde kamp lijken te zitten, is een mooie tijd om een oud voorstel van mezelf weer eens onder de aandacht te brengen.
Onder het voorstel zelf schrijf ik hieronder nog wat over mijn ‘discussie’ van ruim twaalf jaar geleden met de toenmalige EU-commissaris voor concurrentie, de latere premier van Italië, Mario Monti, en met Nederlandse europarlementariërs. In de laatste paragraaf beschrijf ik waarom het optreden van Donald Trump mij doet denken aan Gerard van het Reve. En ja: dat sluit aan.
Middellange termijn
Mijn voorstel is behalve goed doordacht ook eenvoudig van opzet – dat maakt een belangrijk deel uit van de kracht en de uitvoerbaarheid ervan – maar realisatie is zeer ingrijpend en bedreigend voor een heel kleine groep van zeer machtige mensen. Het is een voorzet voor een discussie. In praktijk brengen van dit voorstel is niet in een paar jaar gepiept. Cruciaal is dat discussie erover – indien serieus en fatsoenlijk gevoerd – als zodanig al kan bijdragen aan een naderende realisatie: niet alleen in de zin van juridische vormgeving ervan maar van het beoogde effect zelf. En aan fatsoenlijke discussie erover zit geen enkel nadeel.
Het voorstel zelf
Op niveau van de Europese Unie wordt regelgeving ontwikkeld om een maximum te stellen aan de omvang van ondernemingen die zaken doen in de Unie. Als een van de hieronder genoemde grenzen *) overschreden wordt zal het bedrijf zichzelf op moeten delen of geen zaken kunnen doen in Europa:
• 25.340 personeelsleden
• € 3.102.000.000 omzet
• € 11.109.000.000 balanstotaal
• € 247.600.000 jaarwinst
Bij invoering zal uiteraard een overgangsregeling, lees: overgangsperiode, van toepassing zijn. Onder zaken doen wordt hier verstaan het afzetten van producten en/of diensten en het opzetten van vestigingen. Ik houd mijn toelichting opzettelijk heel kort. De omvang van de allergrootste ondernemingen dient geen enkel positief doel.
Om misverstanden te voorkomen: ik heb beslist niet het idee dat ondernemingen zich minder verantwoordelijk gedragen naarmate ze groter zijn. Wanneer er een verband bestaat verwacht ik dat dat globaal genomen eerder omgekeerd is en ik weet zeker dat het verband niet lineair is en verschillend per bedrijfstak en land. De verleiding tot machtsmisbruik – zowel in de richting van het functioneren van (afzet)markten als in confrontaties met overheden – is echter van een andere orde bij extreem grote ondernemingen.
De beste economische prestaties zijn niet afkomstig van de allergrootste ondernemingen. Daar is niets vreemds aan. De omvang geeft wel reusachtige (investerings-, overname- en corruptie-) mogelijkheden maar het werkt ook bureaucratie en hielenlikkerij – je mag van mij ook zeggen: politiek – in de hand. Door de centraal vastgestelde strategie draaien bovendien divisies en afdelingen suboptimaal.
De crux: generiek beleid in plaats van specifiek (of spiritueel)
Het voorstel is gebaseerd op overwegingen met betrekking tot de rol van overheden in de economie. Het is een type overweging dat je steeds minder tegenkomt in het maatschappelijk debat omdat de politiek gedomineerd wordt door mensen die zich gedragen als ambtenaren met walging voor de waarschuwingen van Machiavelli, de journalistiek door mensen die politici als Wijze Bekende Nederlanders zien (tenzij ze onvoldoende vijandig staan tegenover Wilders) en de wetenschap door mensen die denken dat wetenschappers aardig moeten zijn tegen elkaar.
Zelf heb ik de afgelopen jaren wel eens geschreven over die rol en aanverwante onderwerpen. Bijvoorbeeld in een soort recensie van een bijeenkomst van het “Sustainable Finance Lab” van Herman Wijffels. Naar de geest geciteerd:
Al heel lang, ik herinner het me bijvoorbeeld van de discussie rond de parlementaire enquete naar de ondergang van het RSV-concern, wordt in het debat over bemoeienis van de overheid met de economie, gesproken over generiek tegenover specifiek beleid. Heel grof gesteld: wil je als overheid met betrekking tot de economie duidelijke randvoorwaarden realiseren die voor alle ondernemingen hetzelfde zijn,
het speelveld bewaken,
voor iedereen geldende regels vaststellen en
in de praktijk afdwingen,
de stabiliteit van de financiële infrastructuur bewaken,
organiseren en stimuleren van de fysieke (w.o. ICT), sociale, educatieve infrastructuren
of
ga je zelf ondernemer spelen, rechtstreeks of door verschillende ondernemingen verschillend te behandelen?
Behalve voor communisten en andere utopisten is duidelijk dat de ondernemingsgewijze productie een geweldig groot goed is en dat generiek beleid altijd de voorkeur verdient boven specifiek. Dus bijvoorbeeld geen steun aan een bedrijf bij een dreigend faillissement.
Super Mario
Rond de tijd dat ik mijn voorstel voor het eerst publiceerde, was Mario Monti EU-commissaris voor concurrentie. In totaal was hij maar liefst 11 jaar EU-commissaris. Die periode eindigde toen Berlusconi opnieuw aan de macht was gekomen en hem niet voor een derde termijn voordroeg. Zeven jaar later kwam Berlusconi ten val – en mede dankzij druk vanuit Brussel! – werd Monti gevraagd om premier te worden van Italië. Hij zei ja en benoemde zichzelf direct ook nog tot minister van economie en minister van financiën. Begin jaren ’90 stond hij in bepaalde kringen bekend als ‘Super Mario’. Later werd dat een spotnaam.
Eind 2001, toen Super Mario nog een erenaam was, hield Monti in Washington een speech, getiteld Antitrust in the US and Europe: A History of Convergence. Hij was uitgenodigd door de General Counsel Roundtable American Bar Association (ABA). **) Die speech en twee nederlagen die Monti leed bij het zogenaamde ‘Hof in Eerste Aanleg’, in Luxemburg (het heet tegenwoordig anders), vormden voor mij de ophangpunten voor een briefje aan Monti over mijn voorstel. In de VS had hij in sommige kringen ook na die nederlagen nog een goede naam:
Dan Rubinfeld, economics professor at the University of California who worked on the US Justice Department’s antitrust case against Microsoft, said of Monti, “There has been a lot of talk of politics in this and other cases, but I believe he has been driven entirely by the desire to do the right thing.”
Meneer Rubinfeld valt volgens mij in de categorie mensen waarover Donald Trump zegt: “These are stupid people.”
‘Debat met’ Monti
In mijn briefje aan Monti verwees ik naar een passage uit genoemde speech waarin hij het had over:
… launch[ing] a wide debate with business and all interested parties (…) on modifications of the present Merger Control Policy (…) A debate “The Commission will approach (…) with a very open mind (… and will be …) ready to consider any proposal that might enhance the effectiveness of merger control in Europe.
Mario reageerde niet zelf, maar van Götz Drauz, Director, European Commission Merger Task Force ontving ik wel een reactie. “I have some doubts as to the wisdom of placing arbitrary limitations of this kind on commercial activity here in Europe”. Op het eerste gezicht bijna even beleefd geformuleerd als mijn eigen briefje, op het tweede gezicht grenzeloos arrogant en neerbuigend. Drauz ging volledig voorbij aan het feit dat mijn voorstel juist bij uitstek géén willekeur kent en aan mijn verwijzing naar de uitspraken van de rechter. De rechter die Monti dus in het ongelijk had gesteld:
On those grounds,
THE COURT OF FIRST INSTANCE
(First Chamber), hereby:
1. Annuls Commission Decision C (2001) 3345 of 30 October 2001 declaring a concentration to be incompatible with the common market and the EEA Agreement (Case No COMP/M.2416 – Tetra Laval/Sidel);
2. Orders the Commission to bear its own costs and to pay the costs of the applicant.
Nu had ik mijn briefje ondertekend met mijn voor- en achternaam zonder zelfs maar te vermelden of ik nu doctorandus of doctor in de economie was. Zo verrassend was de inhoudsloosheid van de reactie van ambtenaar Drauz dus niet. Om een goed beeld te krijgen van de grenzeloze arrogantie van de Monti’s en Drauzen van deze wereld kun je beter kijken naar hoe Super Mario zelf reageerde op de nederlagen bij de rechter. Hans Buddingh schreef in het NRC (toen nog niet onder leiding van Vandermeersch):
Monti ontkent dat zijn gezag is ondermijnd. ,,Gezag hebben betekent niet dat men onfeilbaar is.” Monti kwam versneld met de overigens al aangekondigde hervorming naar buiten om onrust bij belanghebbenden weg te nemen. Hij wil ook zijn staf uitbreiden met meer economen om de kwaliteit van analyses te verbeteren. Ook moet er een chef econoom komen, zodat een meer onafhankelijk oordeel is gewaarborgd.
Geen debat met kandidaatleden van het EU-inspraak-orgaan
Niet zo lang na deze ‘correspondentie’ kwamen de verkiezingen voor het zogenaamde Europees Parlement in zicht. Ook aan de Nederlandse lijsttrekkers stuurde ik zodoende een briefje dat verwees naar mijn voorstel. Ik hing mijn vraag op aan een voorpagina-artikel van diezelfde krant:
Nicolas Sarkozy, de Franse minister voor Economie en Financiën, wierp zich onlangs tot twee keer toe op als succesvolle redder van de Franse industrie – en liep straal voorbij aan Duitse belangen en Europese dromen. Eerst steunde hij uitdrukkelijk de overname van het Frans-Duitse Aventis door het Franse Sanofi-Synthélabo. Vervolgens organiseerde hij staatssteun voor Alstom. (…)
De openlijke ingrepen van Frankrijk in het economisch verkeer hebben in Berlijn niet alleen voor irritaties gezorgd, maar ook een debat over de merites van industriepolitiek losgemaakt. (…) De econoom Joachim Starbatty, hoogleraar in Thüringen, ziet daarentegen niets in industriepolitiek Franse stijl. ,,Industriepolitiek is een speeltuintje voor politici”, aldus Starbatty in een vraaggesprek. ,,Het leidt vrijwel nooit tot goede resultaten.”
De opstelling van de Franse regering in de zaak Aventis werd in Berlijn niet op prijs gesteld. De regeringsleiders van Frankrijk en Duitsland hadden namelijk net met elkaar afgesproken in deze zaak niet in te grijpen. (…)
De plooien waren nog niet gladgestreken of Sarkozy sloeg opnieuw toe. In een hard gevecht met Europees Commissaris Monti kreeg hij het vorige week voor elkaar dat het noodlijdende Franse Alstom vier jaar lang staatssteun mag ontvangen en even zo lang de tijd krijgt om buitenlandse partners te zoeken. Het Duitse Siemens had zich nu al graag over een paar bedrijfsonderdelen van het Franse bedrijf ontfermd.
Ik vroeg de lijsttrekkers:
Vraag 1: Bent U van mening dat U zich straks, als lid van het Europees Parlement, ook over dit onderwerp zult moeten beraden ?
Vraag 2: Zo ja, wat vindt u van dit voorstel.
Zo nee, wilt u dit toelichten?
Ik kreeg geen reactie.
Trump en Reve
Van alles wat ik van Nederlandse romanschrijvers las, is me één passage uit De Avonden van Gerard van het Reve me heel goed bijgebleven. De moeder van de hoofdpersoon zegt dat ze de woonkamer een andere kleur behang wil geven, zodat het wat lichter wordt in de kamer. De zoon maakt haar duidelijk dat dit baarlijke nonsens is. Hij houdt haar een vaas voor het gezicht en tiert dat het licht alleen in de vaas komt via de opening en er absoluut niet meer licht de vaas binnen kan komen door iets in de vaas te veranderen. Hij smijt de vaas op de grond en moeder is de mond gesnoerd. Natuurlijk heeft hij gelijk. Er komt geen kaars of lumen meer licht de vaas of de kamer in door deze van binnen een andere kleur te geven. Moeder weet te weinig van de absorptie van licht door donkere oppervlakten, om zijn verhaal te kunnen ontkrachten. Toch weet ze dat je het echt lichter kunt maken in een kamer door de muren een andere kleur te geven. De hork wint de discussie glansrijk. Wat Trump me heeft doen inzien is de noodzaak om dit soort horken onvriendelijk te bejegenen: “These are stupid people.”
Nog even over de titel van dit stuk. In een Engels tekstje erover formuleerde ik het eigenlijke doel van mijn voorstel in de vorm van een wandtegeltje. Links of rechts?
——————————————————————————————————-
*) Ik ben gaarne bereid de keuze van de getallen toe te lichten, maar alleen in het kader van een fatsoenlijke discussie over het voorstel.
**) De EU-URL waar ik die speech destijds als eerste aantrof en van downloadde is niet meer. De EU-URL waar ik naar verwees in mijn eigen brief aan Monti bestaat nog wel, maar mijn oude link naar die speech (www.eurunion.org/news/speeches/2001/011114mm.htm) niet meer. Volg je nu die link dan kom je terecht bij: Delegation of the European Union to the United States. Met prominent op de voorpagina de aankondiging van een liturgie in het kader van de klimaat-religie:
… the European Union is organizing this flagship climate action event to highlight and promote the green economy as a formidable transatlantic opportunity for economic growth, innovation, and climate action. This one-day conference is scheduled for Wednesday May 4th, 2016, and will take place at the world-famous Newseum in downtown Washington DC.
De dienst is getiteld Going Green EU Conference. Een Gore vlaggenschip. These are stupid people. Ik heb de speech destijds gedownload; desgewenst kan ik hem dus hier uploaden.