Wie voldoende hersenen heeft kan wiskunde leren, als hij maar een behoorlijke basisopleiding krijgt. Die basis is heel belangrijk.

Natuurlijk, als je de eerste beginselen niet grondig krijgt, dan sta je op achterstand en haal je het meestal niet meer in. Ik had de mazzel dat ik een vriendje had met een oudere broer die graag iets uit wilde leggen wat hij zelf net had gesnapt. Die heeft ons twee de basisbeginselen van algebra bijgebracht toen we nog op de vierde klas van de lagere school zaten en dat gaf later een flinke voorsprong op het gymnasium.

Ik herinner me nog die twee glorieuze momenten dat ik begreep dat je voor a voor ieder willekeurig getal kon invullen en dat dan ieder uitkomst even waar was. Fantastisch! En dat je x kon berekenen als een afgeleide van a of nog een serie andere letters. Later zijn dat soort dingen zo gewoon, maar dat eerste moment dat het lichtje ging branden, dat vergeet je niet. Alleen, ik denk niet dat iedereen een leraar krijgt die net zo lang doorgaat tot je het snapt en die bij iedere volgende stap checkt of je de vorige wel onder de knie hebt. Maar gegeven een goede leraar die alle tijd neemt kan iedereen die Homerus vertalen kan ook leren differentiëren.

Ik had een jongen bij mij in de klas die zijn Grieks zo goed beheerste dat hij op het eindexamen alleen maar hoefde voor te lezen. Dat vertalen geloofde de gecommitteerde wel. Dat was begrijpend lezen in het Grieks.

Maar als de leraar wiskunde hem vroeg als hij naar een lijnstuk wees: wat is dat Huub? Dan was het antwoord: een streep, mijnheer.

Huub hebben ze gematst met een vier en een vijf voor wiskunde op zijn eindexamen en zes tienen voor de talen. Dat was in de tijd dat ook de alfa’s nog wiskunde deden. Die man had de handicap dat hij zo vreselijk goed was in al die andere vakken dat hij het niet goed verdragen kon dat er ook dingen waren waar hij wat minder in was. En hij had op die pater school waar hij vandaan kwam niet of nauwelijks wiskunde gehad, dus daar sloot hij zich voor af.

Hele generaties meisjes zijn naar de MMS gegaan omdat je daar geen wiskunde hoefde te doen, in de vaste overtuiging dat wiskunde niks voor meisjes is. Onzin allemaal. Mijn moeder en mijn oudste zus waren veel beter in wiskunde dan ik, maar ik snapte er genoeg van voor de andere exacte vakken en dat is wat mij interesseerde.

---

Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp

Meer over het onderwijs vindt u hier.