DE WERELD NU

Wettenmakers

wettenmakers

Cees Fasseur, schrijver van een aantal boeken over de Oranjes, publiceerde een paar jaar geleden een artikel over de gevolgen van de politiewet, die hij ooit zelf ontworpen had, in de tijd dat hij nog raadsadviseur was op Justitie.

Die wet had een opsplitsing ten gevolge gehad in 25 korpsen, wat, naar achteraf bleek, wel erg veel onnodige overlappingen meebracht. De wet had er bovendien toe geleid dat de leiding van de korpsen zich zelf arbeidsvoorwaarden kon bezorgen die Wim Kok, toen hij nog in de politiek zat, als een vorm van exhibitionistische zelfverrijking zou hebben aangemerkt! Prachtige uitdrukking dat, exhibitionistische zelfverrijking, vooral uit de mond van iemand die op grond van de ideologie die hij zijn leven lang heeft uitgedragen daar nooit op aangesproken zou moeten kunnen worden.

Of Fasseur gelijk had met dat andere kritiekpunt op zijn eigen werk, dat weet ik niet. Waren veel kleine korpsen echt duurder dan een groot korps? Ik denk dat we eerst eens de efficiency en de kosten van een groot monolithisch politiekorps zouden moeten onderzoeken op basis van ervaringen van vroeger en een vergelijking met de diverse buitenlanden. Verder zou de Rekenkamer ook eens kunnen kijken naar de verschillen in kosten en efficiency tussen al die bestaande vijf en twintig corpsen. Misschien zitten er wel een of twee tussen die als model voor de anderen kunnen dienen en werd het eindresultaat dan beter en goedkoper dan het ene grote corps.

Hoe dan ook, ik vind het prima dat een wetten maker eens de moeite neemt om te kijken wat er van zijn werk geworden is en in welke opzichten het anders heeft uitgepakt dan de bedoeling was. Dat gebeurt veel te weinig en eigenlijk zou het tot het vaste protocol moeten horen. Iemand moet eindverantwoordelijkheid hebben niet alleen voor de redactie van een wet maar ook voor de nazorg. Kijken met andere woorden of de wet doet wat ermee bedoeld was en als dat niet het geval is, zou hij de bevoegdheid en de plicht moeten hebben om aanpassingen voor te stellen.


Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp

1 reactie

  1. Dick H. Ahles schreef:

    Dat veel kleine korpsen duurder is dan één groot corps zou een uitspraak uit de koker van een duurbetaald advies van de Mckinsey kunnen zijn. ik heb het genoegen gehad een paar keer ze real-time aan het werk te zien en die stelling is befaamd en daar is veel van de reputatie en tarieven van Mckinsey op gebaseerd. Een reputatie die zelden later wordt nagerekend. Daarom heeft ook niemand behoefte om een verkeerd duur betaald advies achteraf te moeten afvallen.

    Het is ook een stelling die niet of nauwelijks is te bestrijden. Immers het is (op papier) volstrekt duidelijk dat als er meerdere mensen op dezelfde werkzaamheden zitten, en als je die werkzaamheden samenvoegt er natuurlijk besparingen te behalen zijn. En dan komen de prachtige spreadsheets: de voordelen en de besparingen wat aangedikt en hops daar gaan we centraliseren.

    Mijn eigen ervaring zegt dat bij dat proces van vele kleine units naar één centrale organisatie tenminste één ding altijd over het hoofd wordt gezien. Waarschijnlijk omdat de adviseurs zelf (niet meer) in organisatie werken en ze het zich ok gewoon niet meer kunnen voorstellen, want hoe groter de organisatie is, hoe sneller de staf en overhead lijkt te (willen) groeien. Ook gaat er in grote organisatie heel wat meer tijd zitten in overleg, reizen en praten/vergaderen. Daarnaast, en dat is een wat meer technisch punt, gaan productieafdelingen jengelen over meer mensen die nodig zijn, waarbij ze de gewenst sterkte altijd berekenen op de top-drukte wat betreft productie. Dat produceert uiteindelijk dan heel veel ineffectieve manuren op afdelingen buiten die topdrukte en hoe groter de afdeling hoe meer in-efficiëntie. In mijn eigen berekeningen zijn in kleinere organisatie de pieken minder heftig en beter te sturen dan in grote, waar al snel een bureaucratisch loketten spel gaan afspelen. Deze processen komen in het tweede jaar van de reorganisatie op gang en na vijf jaar zou het mij niet verbazen dat heel veel van de door inefficiëntie en bureaucratisering veel meer mensen nodig heeft dan de optelsom van de kleinere organisatie.

    In tenminste twee cases kan ik mijn stelling ook cijfermatig onderbouwen.

    De Mckinsey berekeningen zijn altijd gebaseerd op resultaten na één jaar en dus altijd te vroeg rijk gerekend.

    Ik weet natuurlijk niet wat de case van de politie is. Misschien heeft Fasseur gelijk. Maar voor de burger en de budgetten lijkt mij 25 regio’s aanzienlijk beter dan één.

    Los van het feit dat of die regio’s en de centrale organisatie goed gaat lopen eigenlijk alleen afhankelijk is van (niet geld gemotiveerde) kwaliteit van de leidinggevenden. Omdat de politie dicht bij de politiek zit, en in basisstructuur ambtelijk is, kun je er donder op zeggen dat selectie van politie-leidinggevenden NIET volgens de lijnen van kwaliteit gaan. En dan is alles, reorganisatie en/of terugdraaien daarvan, sowieso een spel van veel nieten.