DE WERELD NU

Wansink over Geijl

Volkskrant, in de krant, Wansink

Hans Wansink is redacteur van de Volkskrant. Een erudiete man en hij schrijft ook leesbaar. Zijn bespreking van de autobiografie van de historicus Geyl is inhoudelijk juist, maar zij doet deze grootste geschiedschrijver van Nederland na Johan Huizinga toch te kort.

Geyl en zijn beide kinderen wilden kennelijk niet dat het manuscript zou worden gepubliceerd. Wansink vermeldt dat wel in het voorbijgaan, maar laat het verder voor wat het is. Dat zijn journalistieke mores die een beetje doen denken aan de manier waarop hij Pim Fortuijn ooit in de mond legde dat die het discriminatieartikel in de grondwet wilde afschaffen.

Het besproken boek is een onvolledige autobiografie, want Geyl heeft zijn aantekeningen nooit uitgewerkt, nooit de vindplaatsen opgezocht of het op een andere manier voor publicatie klaar gemaakt. Het kan dus niet voor iets anders worden gehouden dan voor wat het zijn: persoonlijke aantekeningen en een eventueel uitgangspunt voor een biografie. Dat Geyl oprecht is in wat hij noteerde en voor hem belangrijke gebeurtenissen in zijn leven niet overslaat siert hem, al kan een zedenpreker aan de hand ervan aanmerkingen hebben op zijn seksuele moraal. Wie deze illegaal gepubliceerde aantekeningen bespreekt zou er geen aanleiding in horen te zien hem daarover lastig te vallen: van ijdelheid is geen sprake nu hij zelf die publicatie niet heeft gewild. Wansink zal wel niet verantwoordelijk zijn voor de kop die de Volkskrant boven het artikel plaatste, maar hij is het wel voor de tekst die aanleiding vormde tot die kop.

Veel interessanter dan met wie Geyl het bed gedeeld heeft is wie er in zijn tijd in het academische milieu in Utrecht door de mand gevallen zijn en interessant zijn ook zijn bemoeienissen om de Vlaamse nationalisten van hun toenadering tot de nazi’s af te houden. Daar horen we van Wansink weer te weinig over: een roddeljournalist dus en een niet helemaal integere boekbespreker.


Dit artikel over Hans Wansink verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp.

Meer van Toon Kasdorp vindt u hier