VN verdrag – Charlois, Kohnstamm en goede bedoelingen
Het VN verdrag tegen discriminatie is een verdrag dat een kenmerkende papieren werkelijkheid voorschrijft die praktisch niet werkt. Goede bedoelingen zonder realiteitszin veroorzaken maar al te vaak rampen.
‘We hebben niet voor niks een VN verdrag tegen rassen discriminatie’ zei Jacob Kohnstamm, toen nog voorzitter van het College Bescherming Persoonsgegevens in Nederland.
Hij had het over Charlois in Rotterdam, waar men een etnisch gerichte aanpak had van probleemjongeren. Een aanpak waar men ter plekke heel tevreden mee was en die door andere Rotterdamse wijken werd overgenomen. Men ging er in Charlois van uit dat als je rekening hield met de achtergrond van de delinquentjes, er een gerichtere aanpak mogelijk was met meer resultaat en vond dat dit in de praktijk nu bleek. Dat klinkt logisch.
Maar: ‘bewijs dat eerst maar eens’, vond Jacob Kohnstamm en dat kon Charlois niet, want ze hadden geen sociologisch experiment gedaan door een controlegroep jongeren met een generieke aanpak te behandelen. Al hadden we dan nog steeds dat VN verdrag gehad, natuurlijk, waar Kohnstamm naar verwees.
De geschiedenis herhaalde zich hier, leek het. Toen Kohnstamm nog op school zat in het Wassenaar van de zeventiger jaren heeft het College van B en W van Rotterdam geprobeerd om in overleg met wijkraden en vertegenwoordigers van de gastarbeiders iets te doen aan wat toen het ‘Turkenprobleem’ heette. Men meende het op te kunnen lossen door de gastarbeiders beter over de stad te verdelen, zodat er geen aparte Turkenstraten meer zouden zijn met een wooncultuur die nogal afweek van wat in Rotterdam gebruikelijk was. Dat mocht indertijd niet, vanwege hetzelfde verdrag, geloof ik.
Charlois had al sinds de Rotterdamse jaren van Pim Fortuijn dit beleid gevoerd. Iedereen daar was tevreden, maar Kohnstamm vond dat ze ruim de tijd gehad hadden voor hun sociologische onderzoek en alleen meten is weten. Tevredenheid is niet genoeg. “In de wereldgeschiedenis is veel fout gegaan met etnische registratie” zei Kohnstamm tenslotte.
Daarmee doelt hij waarschijnlijk op de Nederlandse gewoonte om de godsdienst van mensen bij de burgerlijke stand te registreren waardoor joden hier gemakkelijk konden worden geïdentificeerd en weggevoerd dan in andere landen. In Polen waar deze registratie niet bestond was dat overigens geen belemmering voor een etnisch gerichte aanpak die nog aanzienlijk meer joodse levens heeft gekost dan in Nederland. Ook in het voormalige Joegoslavië bestond de door Kohnstamm bestreden registratie niet. Daar bleek dat evenmin nodig te zijn voor de ergste etnische misdrijven in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog. Het is geen zinnige gedachte dat het de registratie is die zorgt voor etnische problemen. Het is wel onzinnig om te denken dat als men voor etnische problemen zijn kop in het zand steekt die ook van zelf wel zullen verdwijnen.
Jacob Kohnstamm was waarschijnlijk zo’n beetje de laatste Nederlander die nog vond dat de problemen met niet-westerse allochtonen kwaadwillige fantasieën zijn van het minder beschaafde deel van de bevolking. Een uitzondering op het verbod van etnische registratie is alleen toegestaan in het kader van een voorkeursbeleid en dat is niet wat ze in Charlois doen, vindt hij. ‘Dat is geen voorkeursbeleid maar vooroordeelbeleid’. En: ‘ik denk niet dat ze de bedoeling hebben gehad om te discrimineren maar dat doen ze wel’.
Wie, zoals burgemeester Thomassen in de zeventiger jaren, praktisch suggereert: ‘dan pas je toch de wet aan’, die is in de ogen van Kohnstamm dom. Dan zou je de verdragen tegen rassendiscriminatie moeten opzeggen . ‘Laat ze eerst hun werk maar eens goed doen daar in Rotterdam’.
Ik denk dat we hier in een nutshell de reden hebben waarom populistische partijen als de SP en de PVV zoveel aanhang hebben in Nederland. Hun achterban sympathiseert niet met de intellectuelen die het in alle reguliere partijen voor het zeggen hebben, die de problemen van de gewone mensen bagatelliseren en tegen iedere vorm van oplossing een bureaucratisch bezwaar weten aan te voeren.
Het misbruik dat van de antidiscriminatiewetgeving gemaakt wordt en het beroep op de verdragen staat al decennia een gerichte aanpak van etnische problemen in de weg. We doen alsof er geen etnische verschillen zijn en als we er met de neus bovenop gedrukt worden roepen we discriminatie en schande!
Wat werkelijk te veroordelen is, is het afwijzen door een elitaire groep in Nederland van iedere verantwoordelijkheid voor de problemen in de wijken, de scholen, in de sportclubs en overal in de samenleving waar etniciteiten zich met geweld een plaats proberen te veroveren en zich tegelijkertijd verzetten tegen integratie in het Hollandse leven.
Overigens: in Charlois en Rotterdam was men overwegend PvdA, maar dat was wel een andere PvdA dan die van Job Cohen en Diederik Samsom. En zij staan daar helemaal ver af van het D66 van Jacob Kohnstamm en Alexander Pechtold.
Dit artikel over het VN verdrag tegen discriminatie verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp. Meer van Toon Kasdorp vind u hier.
Nederlanders zijn een tolerant en verdraagzaam volk , en Nederland is een multiculturele
samenleving , o ja , en ook nog eens pluriform.ook !
In Rotterdam en andere steden hebben we krachtwijken met vele kansenparels , en we
doen niet aan generaliseren .
Deze PvdA-bulshit hoor en lees ik al vanaf de jaren 70 , dagelijks INGEPRENT door TV / radio en
krant .
Maar nee hoor , er is GEEN schaduwregering die dit al decenia lang orkestreerd , nee hoor
ben je nou helemaal !
NEXIT .
De wereld is een ingewikkelde plek. Er is veel wetgeving nodig. Er is altijd wel een meerderheid in de wetgevende organen te vinden voor nieuwe wetgeving. Het toepassingsbereik van die wetgeving is vaak onvoldoende gedefinieerd. Dat wordt door rechters en anderen steeds verder opgerekt. Dat heet precedentwerking. Elke stap is onomkeerbaar. Maar zoals gezegd, de samenleving is een complex geheel. Dus zijn botsingen tussen wetgeving, bestuur en samenleving onvermijdelijk. Sommige van die botsingen zijn het gevolg van roekeloosheid. Vooral GL/D66-achtigen pleiten vaak voor dit soort roekeloosheid. Kohnstamm is daar een prachtig voorbeeld van.