Succesvol onderhandelen met jezelf
Hoezeer het ook een persoonlijk verhaal is, het element van onderhandelen (met jezelf) schemert er overal doorheen. Knap stukje van Toon Kasdorp.
Wat mijn grootvader stemde weet ik niet precies, maar ik denk liberaal. Hij had het niet op rooien en al helemaal niet op roomsen of op fijnen, zoals hij de verschillende bestanddelen van het CDA benoemde.
Erg liberaal vond ik hem trouwens ook niet. Telegraafconservatief eerder. Zijn twee kinderen, mijn moeder die in Limburg woonde en mijn oom, die accountant was in Amsterdam, waren beiden SDAP. Hij tolereerde dat, maar hij was het er niet mee eens en hij begreep het ook niet echt.
Zijn kinderen hadden het maatschappelijk goed gedaan, daar was hij heel tevreden over. Ze hadden hun best gedaan op school en later mooie banen gekregen, ondanks de crisis van 1929. Ze konden wel een pot bij hem breken, maar wat ze bij die rooien zochten, dat begreep hij niet zo.
Ik ook niet eerlijk gezegd. Mijn oom was nog conservatiever dan mijn opa en mijn moeder hield ik voor te intelligent om socialist te zijn. Het kwam, denk ik, door de school waar ze op gezeten hadden, de Rijks HBS in Leeuwarden. Dat was de school van Pieter Jelles Troelstra, waar in hun tijd eigenlijk iedereen SDAP was. Mijn oom was alleen maar socialist omdat hij zo conformistisch was. Hij hield niet van verandering of van het afsteken bij anderen.
Mijn moeder was eerder loyaal aan haar omgeving. Al haar vrienden en vriendinnen waren rood, dus was zij het ook. Voor de oude Drees had ze een bijzondere voorkeur en dat klopte in mijn ogen wel. Het agressieve van veel socialisten beviel haar niet zo. maar wel het zorgende.
Ik ben mijn hele leven voornamelijk tegen de ideeën van mijn omgeving geweest maar in het begin nam ik vooral afstand van het geloof van mijn ouders. Voor mijn moeder was dit het socialistische en voor de familie van mijn vaders kant het Rooms Katholieke geloof.
In het zuiden, waar wij woonden, was RK niet een van de keuzes zoals je die in de rest van het land kon maken. Het was meer zo, je was goed katholiek of slecht katholiek en iets anders was ondenkbaar. Wij, kinderen van een gemengd huwelijk, hadden een serieus probleem, want sommige voorzichtige ouders verboden hun kroost met ons te spelen.
Onze moeder was protestants of communist of zoiets, heette het in de buurt. Ze ging niet naar de kerk, was dus slecht gelovig en dat deugde niet. Mijn vader is in de oorlog om het leven gekomen en speelde in ons leven alleen een rol als lichtend voorbeeld. Mijn vader en moeder waren officieel een gemengd protestants-katholiek huwelijk, maar eigenlijk waren ze allebei nogal vrijzinnig. Ze hadden afgesproken dat wij zelf maar moesten beslissen wat we worden wilden later, protestants, katholiek of helemaal niets.
Protestants was in casu Nederlands hervormd. Bij mij is het uiteindelijk helemaal niets geworden, al ben ik katholiek opgevoed. Dat lijkt wat paradoxaal en in elk geval niet conform de afspraak van mijn ouders. Dat kwam omdat mijn moeder, die alleen overbleef na de oorlog, meende dat het niet fair was om de keuze aan de kinderen over te laten als ze in de opvoeding zo eenzijdig door haar werden beïnvloed.
Zij trad in overleg met bisschop Lemmens van Roermond en met zijn rechterhand Feron, een van de hoogleraren aan het groot seminarie. Dit leidde er toe dat haar vijf kinderen katholiek werden gedoopt en naar plaatselijke katholieke scholen gingen. Dat dopen gebeurde toen ik op de lagere school zat en voor de sociale betrokkenheid van het gezin was het een flinke vooruitgang.
De protestantse moeder die haar kinderen katholiek opvoedde was iets bijzonders in de ogen van de geestelijkheid en daar profiteerden wij dan weer van. Ik heb van dat katholicisme nooit spijt van gehad, want ik werd ingewijd in een wereld die allerlei boeiends heeft. Al heb ik er later weer afstand van genomen, dat heeft me best moeite gekost.
De jaren in de RK kerk laten hun sporen na. Ik kan bijvoorbeeld nog steeds een Gregoriaanse mis zingen als me dat gevraagd wordt en ik beheers het Kerklatijn bijna even goed als de gemiddelde RK-priester uit mijn jeugd. Ook ben ik een tamelijk geoefende Bijbelkenner die met mijn gereformeerde schoondochter, die kerkmeester geweest is in een oecumenische gemeente, op voet van gelijkheid van gedachten kan wisselen.
Maar vooral heb ik mij zelf ervan bewust moeten maken waarom ik de inhoud van de christelijke geloofsbelijdenis verwerp zonder daarmee tegelijk de ethische en esthetische bagage van twee duizend jaar christendom overboord te zetten. Je krijgt dan iets mee dat de gemiddelde atheïstische humanist niet heeft gehad en dat het leven reliëf geeft. Dat vind ik best de moeite waard.
Dit artikel verscheen eerder op het Blog va Toon Kasdorp
Meer van Toon Kasdorp op Veren of Lood vindt u hier.
Wat zegt Toon: 1. ethische en esthetische bagage van twee duizend jaar christendom is zeer de moeite waard; 2. voor een zeer intelligent persoon is afscheid nemen van het geloof waarin men is opgevoed logisch noodzakelijk doch moeilijk; 3. er bestaan zorgzame en agressieve socialisten; 4. er bestaan conservatieve en progressieve liberalen. Wat zien we momenteel in Nederland. Agressieve socialisten hebben de meer zorgzame socialisten gegijzeld en daarmee de progressieve liberalenen daardoor tevens de conservatieve liberalen. Het categorisch dumpen van de agressieve socialisten (GL/D66) is een absolute noodzaak om beleid te kunnen ontwikkelen voor meer dan tien dossiers die van nationaal belang zijn. Voor een paar opsommingen zie https://is.gd/DXk3KH of https://is.gd/AWZ8aU.