Slavernij in de koloniën en haar belang
Een koloniaal verleden is niet het zelfde als een slavernijverleden. Nederland had in de koloniale tijd een viertal gebieden waar we eeuwen lang heerschappij over gevoerd hebben en waarvan er maar één op zich zelf belangrijk was, namelijk Nederlands Oost-Indië. Slavernij heeft daar nooit een rol van betekenis gespeeld.
De andere koloniën hadden een afgeleide betekenis. Ze waren in het leven geroepen als provianderingshaven voor de vaart op Indië of als opslagplaats voor de slavenhandel van de West-Indische Compagnie op Curaçao.
Suriname was een geval apart. We hadden die kolonie in 1667 op de Engelsen veroverd en haar later definitief van ze overgenomen in ruil voor New York en het Hudsongebied. Toen de kolonie Pernambuco in Brazilië geen succes werd en in 1654 ontruimd werd, leek Suriname een geschikte vervanging voor het verloren gebied in Noordelijk Brazilië.
Maar ook Suriname is eigenlijk nooit een succes geweest en eerlijk gezegd wisten we in mijn jeugd in Nederland nauwelijks dat het bestond. Het viel door zijn lage productiviteit en de achtergebleven beschaving van zijn bevolking zo volledig in het niet bij Indië, dat niemand er eigenlijk aandacht aan besteedde. Pas na de voltooiing van dekolonisatie van Indonesië kwam er wat aandacht voor de resterende koloniën in de West. Die hebben we toen zo snel als maar mogelijk was hun onafhankelijkheid gegeven. In 1954 werden ze zelfstandig binnen het koninkrijk. Het slot van de dekolonisatie van Suriname speelde zich af in de tijd van premier Den Uijl in de jaren zeventig.[1]
Het onderhandelen over het uittreden uit het koninkrijk heeft zo lang geduurd dat voor het tot een einde kwam het aantal Surinamers in Amsterdam groter was dan in Paramaribo. Al die Surinamers stemden met hun voeten tegen de onafhankelijkheid maar helpen deed dat niet. De onafhankelijkheid werd ze door Den Uijl door de strot geduwd. De zelfstandigheid was van korte duur. Vijf jaar later vond een staatsgreep plaats onder leiding van de onderofficier D.D. Bouterse, die sindsdien het land beschouwt als zijn privé-wingewest en die meer heeft van een slavenhouder dan al die brave Hollanders die daar in de eeuwen voor hem het bewind gevoerd hebben.
- 25 november 1975 waren we er formeel van af.
Dit artikel over slavernij verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp.
Meer van Toon Kasdorp vindt u hier.
Meer over slavernij vindt u hier.
De sergeant moet in NL nog een straf van 11 jaar voor drugshandel uitzitten.
Desi zei wel eens op een humeurige dag heb ik van jullie KH afgekeken.