Samenleving en de moderne Luddieten
Een samenleving, volk, cultuur, gemeenschap, noem het zoals U wilt, is een organisme dat mensen in staat stelt te overleven, maar het is een relatief begrip.
Geen samenleving is meer helemaal autonoom. Nederland zou niet kunnen bestaan zonder de rest van de wereld. We verbouwen daarvoor te weinig van het voedsel dat we nodig hebben, om maar een voorbeeld te noemen. Onze fabrieken blijven niet draaien zonder aanvoer van buiten en ze zouden bovendien hun producten niet meer kwijt kunnen. Op termijn is ons aardgas op en kunnen we ons zelf ook niet meer verwarmen. We kunnen geen ruim 16 miljoen mensen in leven houden op eigen houtje, dus Nederland is geen samenleving stricto sensu.
Is Amerika dan wel zo’n samenleving? Eerder, ja. Het zou wat moeten indikken, soberder gaan leven vooral, minder gericht op mobiliteit[1] als doel op zich, maar het zou kunnen.
Is Europa in die zin een samenleving? Ook niet echt, al was het alleen maar omdat de inwoners zich niet als elkaars medeburgers beschouwen, maar ook is er niet daadwerkelijk sprake van een gemeenschappelijke markt of overheid, twee belangrijke kenmerken van een samenleving. Europa kan het overleven van haar inwoners niet zelf garanderen. Het is daarvoor afhankelijk van Amerika.
Europa zou zich zelf bijvoorbeeld niet kunnen verdedigen tegen Rusland, nog steeds niet, ondanks de implosie van het Sovjet-rijk. Europa[2] is in hoofdzaak potentie en mythe. De verwerkelijking van de Europese droom is de laatste jaren eerder onwaarschijnlijk dan waarschijnlijker geworden.
Is de westerse wereld een gemeenschap? Ja, meer in elk geval dan Europa. Amerika is in zoverre uitzonderlijk dat het zowel tot de westerse wereld hoort als zich zelf zou kunnen bedruipen als dat moeten. Amerika is het boegbeeld van de westerse beschaving. Het is de hegemon van onze wereld en de bittere kritiek die Europeanen op Amerika hebben is in wezen snijden in eigen vlees. Maar ondanks alle kritiek is het ideaal van veel Europese politici nog steeds een Verenigde Staten van Europa, zodat op termijn Europa net zo machtig wordt als de VS nu is. Dat is niet echt slim, want het gaat niet gebeuren. In dat opzicht staan de politici ver af van hun burgers.
Als men lessen wil trekken dan kan men beter de lessen van de een en twintigste dan die van de achttiende eeuw [3] leren van Amerika. Amerika heeft een belangrijkere research en development capaciteit dan de rest van de wereld bij elkaar. De meeste belangrijke nieuwe natuurkundige ontdekkingen en commerciële technieken komen uit Amerika. Amerika heeft een beter en flexibeler onderwijssysteem dan de meeste landen van Europa. Er wordt daar harder gewerkt en een arbeidsloos inkomen is er een uitzondering. Ook op het terrein van kunsten[4] en niet-technische wetenschappen[5] is Amerika Europa en de rest van de wereld vooruit.
Samenleving is een relatief, geen absoluut begrip. Nederland heeft een groot aantal kenmerken van een samenleving al zouden we niet zonder de rest van de westerse wereld kunnen. We kunnen tot op behoorlijk grote hoogte voor ons zelf zorgen en doen dat veel meer dan de meeste mensen zich realiseren. Niet alleen onze overheid maar ook onze economie is voor een groot deel puur Nederlands.
We hebben wel een import/export quote van boven de 50% en worden in economisch opzicht wel eens een deelstaat van Duitsland genoemd, maar dat neemt niet weg dat de organisatie[6] van onze eerste levensbehoeften overwegend op nationale schaal plaats vindt. Vrijwel alle import wordt vanuit centrale punten gedistribueerd. Dit betekent dat als er een leverancier zou uitvallen het vrijwel altijd mogelijk zou zijn om ergens anders een vervanging te vinden.
Hoe zit het dan met de globalisering? Wat valt er te zeggen over de werkgelegenheid die weglekt naar India en naar China?
Een ding is zeker. Een Europees antwoord op de Chinees-Indische uitdaging gaat er niet komen. En een Nederlands antwoord ook niet. Men zou kunnen proberen de Europese grenzen te sluiten voor de import uit die landen, zoals Trump gezegd heeft dat hij zou doen. Het gevolg zou averechts zijn. Europa en Amerika zouden verarmen. Bovendien, juist op de belangrijkste punten, de meest moderne vormen van dienstverlening, is het sluiten van de grenzen een onmogelijkheid. De elektronica kent geen grenzen.
De term uitdaging alleen al is misleidend. De economische bloei van het Verre Oosten draagt aan onze welvaart bij, zolang wij diensten en producten kunnen blijven leveren die men ginder nodig heeft. Hun welvaart is voor ons geen uitdaging maar een kans. Dat verouderde en arbeidsintensieve productie hier verdwijnt is een wetmatigheid waarmee we in de loop der eeuwen voortdurend te maken hebben gehad[7].
Zolang de bevolking voldoende is geschoold en de overheid zorgt voor een goede fysieke en juridisch economische infrastructuur zorgt het bedrijfsleven voor vervangende werkgelegenheid. Tezamen zouden overheid en bedrijfsleven horen te zorgen voor een betere kennis bij de media en de bevolking van wat zich in het Verre Oosten afspeelt. Want wat we er nu van vernemen is hoofdzakelijk mythe.
- Mobiliteit is in zekere zin een bestaansvoorwaarde voor een samenleving. Holland was in de zeventiende eeuw een succesvolle samenleving mede dank zij de snelle interne verbindingen. Dankzij het voor die tijd snelle en comfortabele vervoer per trekschuit kon je in een dag van Hoorn naar Rotterdam. Nu kun je in een dag naar de rest van de wereld en is een economie op wereldschaal mogelijk.
- Europa is als politieke entiteit na de Tweede Wereldoorlog opgericht om nieuwe oorlogen in de regio te voorkomen. Die functie heeft het nu niet meer en dat is de reden waarom de Europese bevolking dertien jaar geleden niet van de noodzaak van een grondwet overtuigd was. Er zijn een aantal andere redenen dan de militaire veiligheid waarom samenwerking in Europa dringend gewenst is, maar de huidige organisatie van de EU staat aan de oplossing van gemeenschappelijke problemen eerder in de weg dan dat zij eraan bijdraagt. Een organisatie die direct gericht zou zijn op de problemen in plaats van op de totstandkoming van een negentiende-eeuwse staatkundige entiteit, zou een belangrijke vooruitgang zijn. De tijd die men besteedt aan de vraag wat de bevoegdheden zouden moeten zijn van het Europese Parlement of van een Europese minister van buitenlandse zaken zou nuttiger besteed kunnen worden. En of de betrokkenen in Straatsburg of in Brussel of Luxemburg horen te zitten dat interesseert eigenlijk niemand, maar aan dat soort onderwerpen wordt meer tijd besteed dan aan het energievraagstuk of aan de relaties met de voormalige Sovjet-Unie.
- Een Verenigde Staten van Europa is een achttiende-eeuws ideaal. De verwezenlijking zou geen modern probleem meer op kunnen lossen.
- Bij de nieuwste kunstvormen, de film, tv programma’s, de nieuwe muzieksoorten, moderne architectuur, overal loopt Amerika voorop.
- In Amerika heeft men onderkend dat de negentiende-eeuwse psychologie en sociologie te ver af staan van de werkelijkheid. Deze takken van wetenschap worden daar tezamen met de algemene taalkunde vervangen door een nieuwe wetenschap, de cognitive science, die een biologisch-darwiniaanse grondslag heeft.
- Niet de productie, maar de organisatie is in de meeste gevallen Nederlands. Albert Heijn zorgt voor de dagelijkse levensbehoeften van een substantieel gedeelte van de Nederlandse samenleving en haalt daarvoor de producten uit dat deel van de wereld waar ze die het beste kan vinden. Ook zonder het gas uit Slochteren zou de Nederlandse energie centraal, d.w.z. vanuit een klein en overzichtelijk aantal punten worden gedistribueerd.
- Toen aan het begin van de nieuwe tijd industriële weefgetouwen werden geïntroduceerd kwamen de arbeiders die voor hun werkgelegenheid vreesden in opstand. Deze Luddietenopstand is het schoolvoorbeeld geworden voor de reactie van conservatieve mensen op de wijzigingen in de samenleving die een reorganisatie van het arbeidsproces noodzakelijk maken.
Dit artikel over Samenleving verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp.
Meer van Toon Kasdorp vindt u hier.