Reorganisatie van de politie
De politie kan haar werk niet aan. Een flink deel ervan blijft liggen. Zoals de eertijdse procureur-generaal. De Wijckerslooth aan het begin van de eeuw al zei: de politie moet nu prioriteiten stellen.
Het komt er op neer dat veel van de kleine criminaliteit niet meer wordt vervolgd en dat ook bij de zwaardere vormen de opsporing en de bestraffing achter blijven bij de resultaten in andere landen, waar zij trouwens ook al niet best zijn.
Het is duidelijk dat het hier een gebrek in de organisatie van de politie betreft. En dan gaat het niet om de indeling in districten of in Rijks- en Gemeentepolitie, maar om de taakgerichte organisatie van de politie.
Men schrijft bij de Nederlandse politie niet serieus tijd[1] en de leiding is onder andere daarom niet goed op de hoogte van de tijdsbesteding van haar ambtenaren. Maar uit de klachten van de agenten zelf en van hun vakbond blijkt wel dat een disproportioneel gedeelte aan administratieve taken wordt besteed, aan het invullen van formulieren en soortgelijke bezigheden die niet noodzakelijk door opsporingsambtenaren of straatagenten zouden moeten worden verricht.
De relatie tussen hoger en lager personeel wordt algemeen als slecht beoordeeld. De leiding is onvoldoende op de hoogte van wat er op de werkvloer gebeurt, onder meer omdat ruime ervaring op de werkvloer geen voorwaarde is om tot de politieacademie te worden toegelaten. De bedrijfscultuur laat nogal te wensen over. De incidentie van normafwijkend gedrag is te hoog en de tevredenheid met het eigen functioneren laag.
Een onoordeelkundige opzet en gebruik van de IT is een van de tekortkomingen, maar daarnaast is er sprake van een inefficiënte organisatie van het apparaat. De voorgestelde wijzigingen in de landelijke organisatie zullen hier weinig aan toe of afdoen. De politie moet grondiger op de schop.
Binnen de politiekorpsen is in de loop der jaren een verzameling taken gegroeid die te weinig onderlinge samenhang hebben en die elkaar over en weer negatief beïnvloeden. Een organisatie voor het regelen van het verkeer of voor het bestrijden van winkeldiefstal zou er heel anders uit horen te zien dan een die gericht is op het tegengaan van internationale drugshandel of het witwassen van geld.
De contradicties komen onder meer tot uiting bij de werving en opleiding van personeel, hun salariëring en bij het promotiebeleid, maar ook bij de dagelijkse prioriteitsbepaling. Aan de functies die in de publiciteit en de politiek de meeste aandacht krijgen wordt voorrang gegeven boven prioriteiten die uit het werk zelf zouden voortvloeien. De politiek heeft het recht en de plicht om de hoofdlijnen te bepalen van het bij de politie te voeren beleid en om de leiding te benoemen. Maar zij zou niet horen in te grijpen in de dagelijkse werkzaamheden.
Het zou het beste zijn om van de regionale organisatie, die we nu hebben, over te stappen op een functionele indeling. Daarbij zou overal waar dat mogelijk is de taken gescheiden moeten worden, zodat elk ervan op de eigen merites kan worden georganiseerd. Hierbij zou het verleden zoveel mogelijk moeten worden losgelaten en de politietaken en hun organisatie moeten worden bestudeerd alsof er nu voor het eerst zo ‘n organisatie zou worden opgezet.
Dat zou in de praktijk wel op problemen stuiten, maar dat moet maar naderhand bezien worden, als eerst een helder idee is gevormd over hoe de organisatie zou kunnen functioneren. Hierbij zouden de volgende functionele prioriteiten moeten worden gesteld.
De politie heeft het monopolie op het geweld in de samenleving. Zij hoort in de samenleving iedere andere vorm van geweldgebruik met de haar gegeven middelen te bestrijden en blijken die onvoldoende dan moeten er nieuwe komen. Dat is de basis van de rechtsstaat. Alle andere taken hebben een lagere prioriteit.
Andere politietaken horen uit deze basistaak voort te vloeien. Dat zijn dus in de eerste plaats de ordehandhaving in de publieke ruimte en in de tweede plaats de criminaliteitsbestrijding. Niet de verkeersregeling, de hulp bij ongelukken, de jeugdzorg en allerlei andere preventieve taken. Die horen uit het pakket te worden gehaald en elders ondergebracht.
De politie is een instrument in handen van de overheid en moet dat blijven. De politie hoort zich niet zelf aan te sturen, geen eigen beleid te maken, maar hoort de haar opgedragen taken binnen het kader van de wet uit te kunnen voeren in de zekerheid hierbij op één lijn te staan met de politieke gezagsdragers en de heersende opinie in de samenleving..
Omdat de criminaliteitsbestrijding tot een van de twee hoofdtaken van de politie behoort zou wat criminaliteit is helderder moeten worden gedefinieerd.
In Nederland is het begrip criminaliteit een ratjetoe. We kennen eigenlijk alleen een formele omschrijving in de wet. En die luidt niet veel anders dan dat wat in het wetboek van strafrecht staat en in een onoverzichtelijke reeks andere wetten als criminaliteit moet worden aangemerkt. Het omvat rijp en groen en behoorlijk veel wat er eigenlijk niet in thuis hoort. En ook wat wel in materiële zin criminaliteit is zou lang niet altijd op dezelfde manier moeten worden aangepakt en alleen al om die reden niet in hetzelfde wetboek thuis horen.
Om te beginnen zouden lichte en zware criminaliteit van elkaar gescheiden moeten worden of misschien zou het de voorkeur verdienen om de scheidslijn te trekken tussen professionele en niet-professionele criminaliteit. De overtredingen kunnen voor een belangrijk deel uit het wetboek van strafrecht worden gehaald en bij het bestuursrecht ondergebracht.
Ordehandhaving zou binnen de politie een eigen organisatie moeten krijgen. Misschien kan het gecombineerd worden met de bestrijding van de lichtere vormen van misdrijf zoals winkel- en fietsendiefstal. Een wijkgerichte aanpak, waarbij met plaatsvervangende officieren en opsporingsambtenaren en misschien ook met plaatsvervangende politierechters zou kunnen worden gewerkt, zou de kleine criminaliteit gericht kunnen bestrijden. Het zou dan minder te lijden hebben van de prioriteitsstelling op het hoofdbureau. De aandacht van de burgemeester en de media kan dan haar uitwerking hebben op het bureau zware criminaliteit, zonder dat het dagelijks werk van anderen daar steeds onder te lijden heeft.
Een nieuwe organisatie zou veel gerichter gebruik kunnen maken van de moderne communicatiemiddelen, zoals het internet en zou grotendeels rond deze vormen van communicatie en gegevensopslag kunnen worden opgebouwd. Het is evident dat de politie moet kunnen beschikken over de meest geavanceerde IT-middelen en het hoogst mogelijk geschoolde IT-personeel. Dit is onder andere nodig voor een efficiënt systeem van aangiften en verwerking van informatie.
Met gebruik van de juiste IT moet het mogelijk zijn om de tijd die nu aan administratieve werkzaamheden wordt besteed beneden de 10% te houden. Het ligt voor de hand dat de uitwerking van een dergelijke reorganisatie voor het ‘blauw op straat’ veel groter zou zijn dan het aannemen van nieuw personeel. De tijd die nu onnodig wordt besteed aan werkzaamheden die ook door een computer of door administratief personeel kunnen worden verricht is kostbare tijd. Het is de tijd van ervaren en goed geschoold personeel, waar nieuw aangenomen mensen geen adequate vervanging voor kunnen vormen.
De taken die de politie zou moeten afstoten zijn niet noodzakelijk onbelangrijk. Preventie, hulp bij ongelukken, de verkeersdienst, het zijn allemaal maatschappelijk belangrijke taken die het verdienen op hun eigen merites te worden georganiseerd. Maar daar zijn niet noodzakelijk geweldmonopolisten voor nodig.
Mensen die voor het een geschikt zijn, zouden juist om die reden wel eens niet geschikt kunnen zijn voor het andere. Bovendien, deze taken komen, door de hoge prioriteit die om begrijpelijke redenen aan de bestrijding van zware criminaliteit wordt gegeven, nog al eens in het gedrang bij onze politie. Zij zouden vooral om die reden beter ergens anders kunnen worden ondergebracht.
De politie heeft nu twee bazen, te weten BiZa en de korpsbeheerder aan de ene kant en het departement en de officier van justitie aan de andere. Het blijft lastig om twee heren te dienen. Er zou een eenhoofdige politieke leiding moeten zijn, de minister van veiligheid, waar de beide hoofdtaken van de politie onder zouden horen te ressorteren en waar de burgemeester de plaatselijke uitvoerende ambtenaar onderdeel van zouden horen te zijn. Twee bazen betekent in de praktijk dat de politie zich grotendeels zelf aanstuurt en dat is juist bij deze overheidstaak ongelukkig.
Het zou een belangrijke taak van de politiek zijn om opnieuw te formuleren wat als criminaliteit moet worden beschouwd. Daar hoort niet al het normafwijkend gedrag toe. We hebben in de samenleving een hele reeks methoden om normschendingen te sanctioneren en het strafrecht is er daar maar een van. Het is wel het belangrijkste systeem en mede om die reden hoort het spaarzaam te worden gebruikt.
Door zijn specifieke rituelen en grote tijdsbeslag is het strafsysteem ongeschikt voor de bestrijding van massale normschendingen. Het dient om de belangrijkste normen in de samenleving te sanctioneren en om die normen daardoor in de geesten van de mensen en in de samenleving levend te houden.
Een helder begrip van wat precies de criminaliteit is die zij hebben te bestrijden, steun daarbij van de politiek en de publieke opinie, de juiste middelen om hun taak te verrichten, dat alles zou de bedrijfscultuur binnen de politie kunnen verbeteren en de efficiency kunnen verhogen.
- BVCM, het officiële tijdschrijfsysteem, is ‘een paarse krokodil’ en levert geen betrouwbare resultaten
Dit essay over reorganiseren van de politie verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp.
Meer van Toon Kasdorp vindt u hier.
Meer over het reilen en zeilen van de politie leest u hier.
Sinds de politie gecontroleerd en verantwoording moet afleggen bij wat linkse bijeen geraapte Antifa idioten zoals in Amsterdam en dit pikken kun je de politie niet meer serieus nemen.
Reorganisatie van de politie: Wanneer /Alweer?
Moet het nog beginnen? of houd het niet op?.
Niet meer te volgen…
Politie NL: oplospercentage nog geen 25%. Politie GER: oplospercentage 55%. Ruim tweemaal zoveel. Zelfde geld, zelfde middelen, zelfde criminelen.
Politie NL kan helemaal niks en is een overbodige belastinglast. Opheffen !!
In de pislamprachtwijken doet de plisie de ronde met incontinentie luiers aan maar bij een demonstratie van bejaarden tegen de coronadictatuur meppen ze er stoer op los.Ik bedoel maar , het zijn hugoprick frikandellen met een pet op.Heeft het zin zo’n clubje te reorganiseren.als het frikadellen blijven met een dobberneger iq van 50 ?
Zo lang er tijd besteedt wordt aan iftarren, regenbogen, er in elk geval niet etnisch geprofileerd mag worden (waardoor de effectiviteit afneemt, lees: iedere 5e persoon controleren, ook oma met rollator als je op zoek gaat naar wapens bij jongeren) behalve bij het aannamebeleid (daar is het verplicht!), je de linkse welgevallige protesten en demonstraties al knielend met de vuist omhoog bijwoont en diezelfde vuist volop gebruikt op – oudere en blanke – demonstranten bij protesten die de overheid minder welgevallig zijn, is het geen wonder dat er weinig tijd overblijft voor bestrijding van misdaad. Bij een ongeluk ben je nodig om het agressieve publiek bij de hulpverleners weg te houden zodat zij hun werk veilig kunnen doen. En pak je dan een keer iemand, dan moet je je in allerlei bochten wringen om aan te tonen dat je niet etnisch hebt geprofileerd en de dader loopt alweer buiten voordat jij verslag hebt gedaan of krijgt een fopstraf.
Dan nog de integere agent die afhaakt uit frustratie omdat deze niet kan doen waarom ooit voor de politie is gekozen. Het is bijna een wonder dat er uberhaupt nog iets wordt opgelost.
Reorganisatie is hard nodig, zet maar een paar ijzervreters aan de top, niet dat politiek-correcte spul wat zich in de loop van de tijd omhoog heeft gelikt.
Hoop dat de politie zich vandaag bij het protest aansluit. Maar zal wel niet.
Alle “diverse” agenten, lees: marocs gaan uitgebreid hun neefjes informeren over de lopende onderzoeken.
Je bent knettergek of Halsema als je een Marokkaan agent maakt.
Het is de bedoeling van de linkse politiek, met name groen links (waar de communisten bij ondergedoken zijn) om de macht/ gezag van de politie volledig af te breken waardoor de groenlinksen hun eigen ondergrondse machtsapparaat in kunnen zetten in situaties zoals het het hun uit komt. Daarmee bedoel ik de antifa knokploegen en relschoppers die door links worden aangestuurd. Een vorm van linkse terreur die buiten het zicht blijft van alle officiële kanalen maar door links wordt aangestuurd.
De Wijckersloot maakte toendertijd als procureur-generaal, deel uit van het college van PG’s die de absolute macht over de politie uitoefenden en die dan ook zeer gedetailleerde taakopdrachten aan de politie gaven. Het is niet juist nu net te doen alsof de wijckersloot er niets aan kon dat de politie haar werk niet deed zoals het moest. Hij kon er echter alles aan doen dat de politie het werk deed wat de PG’s hen opdroeg. Niet net doen alsof de schuld ergens anders lag.