Het referendum, de wartaal, de MH17 en POTUS45
Anderhalve week geleden werd de Nederlandse bevolking om advies gevraagd over een verdrag met Oekraïne en een week later volgde een debat in de Tweede Kamer over hoe het kabinet-Rutte zou omgaan met het uitgebrachte advies; met het luide NEE vanuit het volk.
Waarschuwing: dit stuk bevat cynisme.
Belangrijke aspecten van die politieke omgang met het referendum vallen beter op wanneer je daarbij ook in het achterhoofd houdt hoe gereageerd werd op het neerhalen van de MH17 en op de jihadistische aanslagen op doelen in Frankrijk en België.
Indelingscriterium
Tussen de gewelddadige dood van 300 mannen, vrouwen en kinderen, waaronder 200 Nederlanders (MH17, 17 juli 2014), en het referendum (6 april 2016) vonden er verschrikkelijk terreurdaden plaats in West-Europa. 2015 begon met de aanslagen op Charlie Hebdo en een Joodse supermarkt. In reactie daarop maakten kort daarna tientallen staatshoofden en premiers en 100.000’en burgers een wandeling door Parijs. Hoewel de aanval van november op Bataclan en andere doelen, veel meer mensenlevens kostte, bleven die wandelingen toen nagenoeg achterwege. Wel voerde de Franse krijgsmacht wat extra bombardementen uit op IS-gebied in Syrië. Verder werd er op grote schaal binnen en buiten Frankrijk, ja zelfs buiten Europa, iets gedaan met de verlichting van een aantal bekende openbare gebouwen. In Groot-Brittannië ontstond er zelfs enige ophef over het feit dat de bevoegde instanties daar er langer over deden om die gebouwen te gaan verlichten in de kleuren van de vlag van het land van de slachtoffers dan in de landen op het continent.
Er is ongetwijfeld sprake van gewenning. Daarnaast is het verschil tussen de reacties in januari en november voor een deel te verklaren doordat journalisten nu eenmaal meer affiniteit hebben met collega journalisten dan met gewone burgers, zelfs wanneer het ‘foute’ collega’s betreft (Fout sinds de houding ten opzichte van de leer van Mohammed het belangrijkste indelingscriterium is geworden voor politiek en journalistiek).
Voor veel West-Europese politici geldt dan weer dat ze graag de boodschap uitdragen dat ze affiniteit hebben met vrije meningsuiting, zeker wanneer de uiters van die meningen al doodgemaakt zijn. Eigenlijk een beetje vergelijkbaar met de houding tegenover Joden: voor dode Joden van de Tweede Wereldoorlog bestaat er volop medeleven, maar voor de Joden die in Israël in leven willen blijven – die zelfs volstrekt oneerlijke hulpmiddelen als de Iron Dome bedenken en gebruiken – dan weer veel minder.
Moord met voorbedachte rade
En toen volgden de aanslagen in Brussel. Niet zo veel doden als in Parijs maar wel dichterbij. Bovendien was juist de grootste van de drie bommen op het vliegveld niet afgegaan en was er ook nog iets met een kerncentrale.
Zeer kort voor de geslaagde massamoorden in Brussel op willekeurige burgers was er kort daarvoor nog een man vermoord die juist heel nauwkeurig was uitgezocht: een veiligheidsbeambte van een kerncentrale. Hij was vermoord om zijn identiteitsbewijs. De Molenbeekse terroristen ontbrak het niet aan ambitie! Ze bleken bezig met het smeden van plannen om inderdaad dood en verderf te zaaien onder de ongelovigen via een aanval op een kerncentrale: in plaats van luttele tientallen of honderden (of duizenden in het geval van 9/11) konden zo wellicht tien- of honderdduizenden vijanden worden uitgeschakeld. Blijkbaar omdat dit te verontrustend zou kunnen zijn werd daaraan – in ieder geval in het openbaar – door politiek en journalistiek niet te veel aandacht besteed.
Aan de aanslagen in Brussel zat een wrang voordeel. Dankzij diens reactie op de uitingen van de jihad, de heilige oorlog in ons buurland, leverde het ons een uniek inkijkje in de wereldbeschouwing van de vrolijke Mark Rutte en zijn sombere kabinet. Terwijl hij daarbij zo serieus mogelijk probeerde over te komen, gaf hij zijn kwalificatie van het gebeuren: dit mocht gewoon echt niet, hier was sprake van “moord met voorbedachte rade”.
Hij zei het letterlijk zo.
Moord met voorbedachte rade.
Een term uit het strafrecht.
Rutte heeft het gewoon niet zo op oorlog, politiek of geschiedenis. Dat is gewoon niet zijn ding.
De onderste steen van Mark Rutte
Naar aanleiding van deze uitspraak van de premier en van een optreden van de buitenlandwoordvoerder voor de VVD, Han ten Broeke, bij het Forum voor Democratie, ging ik op zoek naar de herkomst van het veelvuldig gebruik van de uitdrukking ‘onderste steen’ in verband met de MH17.
Ik kwam terecht bij een artikel van de NOS met een verslag van een persconferentie. Rutte en Timmermans – toen nog niet doorgeschoven naar de EU-commissie – gaven, de dag na de gewelddadige dood van 200 volstrekt onschuldige Nederlandse burgers, een verklaring uit. Terugkijkend buitengewoon verhelderend voor wat sindsdien is gebeurd! Wat het meest opvalt bij zorgvuldige bestudering is hetgeen er niet gezegd werd.
De opmerking over de onderste steen sprong er qua ‘assertiviteit’ nota bene nog uit. De opmerking had geen betrekking op alle aspecten van de rampzalige gebeurtenis maar uitsluitend op het opsporen en voor de rechter brengen van de daders. De daders, níét de verantwoordelijken. Het bijvoeglijk naamwoord ‘onderste’ uit de ‘onderste steen’ verwees niet zozeer naar het Nederlandse gezegde, maar naar de laagste in rang. Degene die wel of niet met opzet op een knop heeft gedrukt.
Rutte noemde bovendien nog expliciet de reden waarom hij juist in dit verband die, voor zijn doen, zo krachtige woorden gebruikte: de slachtoffers en nabestaanden hadden daar recht op. Ja, hij benoemde expliciet alleen hen. Hij voorkwam zo effectief dat de indruk kon ontstaan dat Nederland was aangevallen. Nederland ging ook niet zelfstandig op onderzoek uit. Rutte hoopte wel van harte op een goed onderzoek, maar voerde uit zichzelf al aan dat hij er niet zeker van was dat er een goed onderzoek zou komen. Dat was namelijk afhankelijk van de medewerking van de betrokken partijen. Ineens trumpettert de volgende (45e) President of The United States in mijn oor: ‘These are stupid people’.
Omdat er niet gezocht hoefde te worden naar de verantwoordelijken, maar alleen naar de daders, was het later ook niet problematisch om beide onderzoeken uit te voeren in nauwe samenwerking met het regime in Kiev. Timmermans maakte er flink werk van om de rebellen en andere bewoners van het gebied waar de lichamelijke resten en stukken vliegtuig uit de lucht waren komen vallen, te schofferen. Hij beschuldigde ze van lijkenpikkerij in letterlijke zin.
Maar later bleek dat die mensen zich juist voorbeeldig hadden gedragen: ze waren zoals de meeste gewone mensen zouden doen, respectvol omgegaan met de lichamen en de bezittingen. De rebellen hadden ondanks de oorlogsomstandigheden gezorgd voor een koeltrein voor de stoffelijke overschotten. Er volgden geen serieuze excuses voor het gedrag van de sociaaldemocratische lomperik of dank aan de mensen in Oost-Oekraïne.
Mede dankzij het enorme rouwspektakel (een bedrijf in de mediabranche dong nog mee naar een prestigieuze internationale prijs voor het artistiek verantwoord filmen daarvan) en de juweeltjes acteerkunst van Timmermans (bij de VN pinkte hij overtuigend een traantje weg) werd de belangrijkste karakteristiek van Rutte’s aanpak aan het zicht onttrokken. Ik doel natuurlijk op het terugdringen van het (burger)oorlogsaspect van de gebeurtenis. Het lijkt alsof de allerhoogste prioriteit was (of later werd?) gegeven aan vermijden dat Nederland meer direct betrokken raakte bij de burgeroorlog in Oekraïne.
Onder de rechter
De manier waarop Han ten Broeke zich op bovengenoemde bijeenkomst uitliet over de MH17-zaak was in zekere opzichten in overeenstemming met de benaderingswijze van Rutte. Hij pleitte ervoor om “de MH17” buiten de discussie over het associatieverdrag te houden. Omdat net vóór die bijeenkomst in de Tweede Kamer een motie (met tegenstemmen van de VVD) was verworpen die betrekking had op de MH17, kreeg het onderwerp gelukkig nog iets meer aandacht. Die motie wilde de regering opdragen alles op alles te zetten om alle radarbeelden, die van deze verschrikkelijke gebeurtenissen maar te vinden zijn, werkelijk boven tafel te krijgen.
Ten Broeke legde uit waarom men had tegengestemd. Dat was niet omdat men partijen buiten schot wilde houden, maar omdat ‘de zaak onder de rechter was’. De kennelijke insteek was dat deze zaak van oorlog en vrede een juridische kwestie is, geen politieke. Het impliciete, achterliggende gedachtegoed is vooral bekend van D66 en dergelijke politieke groeperingen *). De absurde vooronderstelling dat er ‘eigenlijk’ een Europese of misschien wel wereldwijde rechtstaat bestaat.
Extreem nationalisme
In de aanloop naar de volksraadpleging werd er vanuit het JA-kamp op gehamerd dat het echt alleen om een handelsverdrag ging, en dit op geen enkele manier mocht worden opgevat als opstapje naar een EU-lidmaatschap voor Oekraïne. Ten Broeke had op de FvD-bijeenkomst nog wel toegegeven dat het om meer dan een handelsverdrag ging. Maar noch bij de daar aanwezigen, noch bij de kiezers van 6 april kon hij de indruk wegnemen dat het associatieverdrag onderdeel uitmaakt van een strategie om landen, die vroeger deel uitmaakten van de invloedssfeer van de Sovjet-Unie, voor de keuze te stellen om zich uitsluitend op Rusland of uitsluitend op de EU te richten.
Behalve Oekraïne geldt dat bijvoorbeeld ook voor Armenië. Veel burgers zijn ervan op de hoogte dat in NAVO-verband ook vol ingezet wordt op lidmaatschap van landen als Oekraïne (en Georgië bijvoorbeeld). Veel burgers zijn ook op de hoogte van het extreme, xenofobe nationalisme in Oekraïne. Meestal wordt in dit verband gewezen op openlijk met het nazisme flirtende groepen. Er zou ook aandacht besteed moeten worden aan de oorlogszuchtigheid van het regime in Kiev, die blijkt uit de frontale aanval op het gebruik van andere talen dan Oekraïens. Aanvankelijk was dit in feite de lont in het kruitvat. Belangrijk detail: het gaat daarbij ook om andere talen dan Russisch **), en het Hongaars.
Wartaal
Soms stelt het kamp-Rutte het voor alsof het bij de relatie met Oekraïne uitsluitend om de relatie met dat land zelf gaat, meer in het bijzonder met de economie van dat land. Een economie die zou profiteren van het ongenadig blootstellen van het straatarme land aan de tucht van de interne EU-markt, terwijl tegelijkertijd de handel met Rusland teruggedrongen zou worden. Een blootstelling die uiteindelijk wel positief zou gaan uitwerken voor alle burgers van het meest corrupte land van Europa.
Dan ging het weer om het bestrijden van die corruptie en de rechten van de homo’s. En op de achtergrond was er de polarisatie tegen Poetin’s Rusland, aangemoedigd door Brussel en Washington. Die schizofrenie moest na het nee tegen het associatieverdrag onvermijdelijk leiden tot vreemd gedraai en wartaal. En zo geschiedde. Grootste blunder in het betoog van Ten Broeke was dat hij het wilde doen voorkomen alsof voor het nu te nemen besluit de motieven van de initiatiefnemers en de kiezers (waaronder verrassend veel VVD-ers) van belang waren en aandacht verdienden. Hij zei sprak uit dat “hun zorgen niet verloren moesten gaan” of woorden van even warrige strekking. De woordvoerder van de VVD-fractie suggereerde verder dat initiatiefnemers van het referendum gevraagd zouden hebben om overleg. Hij noemde Thierry Baudet zelfs bij naam!
Nu heeft Baudet duidelijk, terecht en ook al vóór 6 april laten weten dat de geschiedenis níét zou ophouden na de overwinning. Oekraïne ligt ook nu nog steeds niet in de EU, maar wel op het Europese continent en het streven moet blijven om fatsoenlijke betrekkingen te onderhouden met (de verschillende delen van) dat land. En met Rusland. Dat is wat anders dan marchanderen met de referendumwet en met de uitslag van dit referendum.
Rutte maakte het nog bonter. Op 3:13:53 van het debat spreekt hij over zijn overleg met Poroshenko. In dat verband heeft hij het er dan letterlijk over dat het kabinet gaat “proberen de nee-stem inhoudelijk te adresseren”.
Wartaal. Getuigend van minachting voor de Tweede Kamer. Minachting die hij ook toonde door nadat Wilders (PVV) hem al had aangesproken op zijn gegiechel, later in reactie op diens verwijzing naar artikel 7 van de Wet ministeriële verantwoordelijkheid – over ambtsmisdrijven – puberale lichaamstaal begon te vertonen. Een Kamervoorzitter die de hamer waardig was, had hier ingegrepen.
Minachting
Het kamp-Rutte vertoont vooral minachting naar de kiezers. Burgers mogen bij een een referendum als dit geen achterliggende motieven hebben, ze mogen geen signaal afgeven: hun stem mag alleen betrekking hebben op een specifiek stuk wetstekst. Verantwoordelijke politici mogen wel achterliggende motieven hebben omdat ze meer overzicht hebben en hun motieven ten alle tijden boven twijfel verheven zijn.
Intussen kunnen de belangrijkste beslissingen door de Europeanen niet genomen worden omdat de militaire macht ligt bij de NAVO, lees: in Washington. ‘Europa’ heeft ‘Amerika’ maar te volgen. Dat de VS een koers zou kunnen (gaan) varen die niet in het belang is van de EU-leden ligt achter de horizon. Nederland en de EU kunnen principieel niet te ambitieus zijn. Het Nederlandse kabinet is in wezen altijd demissionair. Onze premier is slechts het hoofd van de ambtenarenstand.
De koers van de VS ligt vast. Amerika deugt misschien niet, maar wij schuilen militair gezien onder hun paraplu en we hoeven niet, en willen niet nadenken over het verdwijnen van die paraplu of welke koerswijziging dan ook in de VS.
De serieuze presidentskandidaat Donald Trump wordt beschouwd als een monster van Frankenstein. (Letterlijk. Door diezelfde Ten Broeke in een videoclipje). Gemakshalve wordt ook maar vergeten dat een andere kandidaat voor het Amerikaanse presidentschap – de socialist Sanders – de onzin die hij uitkraamt oprecht meent en daardoor zeker ook als kandidaat serieus genomen moet worden.
——————————————————————————————–
*) Vandaag bereikt ons het bericht dat het D66-congres heeft opgeroepen om het EU-associatieverdrag met Israël op te schorten: geheel in lijn met de meerderheid in de VN. Dat die VN volledig gedomineerd wordt door ondemocratische landen maakt in de logica van deze lieden niet uit. Er wordt gestemd dus is de VN als het ware de voorloper van een democratische wereldregering.
**) Ik kan en wil niet nalaten erop te wijzen dat de extreem nationalistische benadering van het Turkse regime stevig gefundeerd is op het dwarszitten van het gebruik van de Koerdische taal. Een benadering die overigens stamt van lang vóór het bestaan van de partij van Erodgan en Davutoglu, de AKP.
*** De afbeelding is een ‘knipsel’ van het Leids Universitair Weekblad. Titel van het artikel: Tom Poes wordt premier.
De massale “Nuit debout” protesten in Frankrijk zijn al weken aan de gang. Gisteren 150.000 demonstranten in Londen. Niets in de media. Waar blijven de Hollanders?
Goed artikel!
Even kort :Rutte heeft niets met de mening van de Nederlanders, überhaupt niets met “ons” land.Uit alles blijkt dat hij liever de premier van bijvoorbeeld Kazachstan was,nooit protest en je hoeft daar niets uit te leggen. Triest tirannen mannetje.
‘Voor dode Joden van de Tweede Wereldoorlog bestaat er volop medeleven, maar voor de Joden die in Israël in leven willen blijven dan weer veel minder’
Sommige opmerkingen zijn goud waard. Hierboven staat er eentje.
Een andere waardevolle opmerking (gelezen bij GeenStijl) was van een ingezonden stukje. Het betrof de macht van IS en zijn achterban wonend in Molenbeek (massaal zwijgen aanwezigheid terrorist IS in Molenbeek)
‘De NSB was ook niet groot van omvang. Het was de enorme achterban die deze beweging groot en machtig maakte’.