Politie en lieve linkse mensen – een desastreuze combinatie
Veel lieve linkse mensen hebben een instinctieve afkeer van politiegezag dat zij als autoritair en belemmerend ervaren. Bij machthebbers vormt dit zelfs een beletsel voor het stimuleren van een effectieve ordehandhaving.
Het verval van de politie in de westerse beschaving is hier direct op terug te voeren. Sinds begin jaren tachtig leidde een ongelukkige combinatie van bezuinigingsdrift op verkeerde zaken en de stille overtuiging dat het politiekorps vooral fascisten herbergt tot een ongekende val in effectiviteit van het bevoegd gezag. Mede aan de basis hiervan staat het onvermogen te onderkennen dat niet iedereen hetzelfde is of zijn wil. Veel van die lieve linkse mensen projecteren hun eigen conceptie van de wereld en hoe daar mee om te gaan één op ‘één op iedereen. Dat kon niet goed gaan, en dat ging het ook niet. De resultaten er van zien we nu dagelijks om ons heen.
On the streets of Britain a police officer is attacked every 20 minutes.
Dispatches asks why serving officers are now a target for violence and abuse – and looks at the devastating impact it's having on their mental health. pic.twitter.com/ajMzPc4gOa
— Channel 4 Dispatches (@C4Dispatches) June 30, 2019
Lieve linkse mensen gaan die verschillen wereldbeeld pas snappen als ze het zelf ervaren hebben. Ik herken dit van mijn tijd als portier van een studentenclub. Ieder half jaar hadden we een nieuwe ploeg lieve links leunende mensen in het clubbestuur, die zo snel mogelijk duidelijk voor ogen moesten krijgen hoe mensen die volgens onze vergunning geen toegang hadden, konden derangeren als we hen niet consequent buiten hielden. Wij zetten deze nieuwe bestuursleden daarom altijd zo snel mogelijk een avondje voorop bij het controleren van collegekaarten (gesanctioneerde discriminatie, ja zeker). Dat deed wonderen voor hun begrip, want als arrogant ervaren neuzelaars wekken bij het doorsnee uitgaanspubliek dat een paar biertjes op heeft al snel een hoop irritatie. Agressieve reacties gegarandeerd, en ik heb menig bibberend nieuw bestuurslid aan het eind van zo’n avond horen verklaren dat dat deurbeleid misschien toch meer logica had dan men op basis van de eigen overtuiging had verwacht.
Achteraf heb ik me wel eens getroost met de gedachte dat we daar goed werk deden – niet alleen voor het garanderen van de rust binnen de club, maar wellicht nog meer met het wereldwijzer maken van deze lieve linkse mensen. Het bleef altijd weer een heel gedoe, want voor je het wist liep het uit de hand en moest je ingrijpen bij situaties waar dat normaal gesproken nooit nodig was geweest.
Niet voor niets noemde ik het hierboven links leunende mensen – politiek en economisch waren ze dat lang niet allemaal, maar sociaal wel degelijk. Dat hadden ze op school ooit zo geleerd, en de echo’s daarvan mochten wij oplossen.
De degeneratie van de politie is er een even vervelend voorbeeld van. Ook dat was halverwege de jaren tachtig al volop in ontwikkeling. Er kwamen meer vrouwen in het lokale politiekorps. Dan kreeg je dus gevalletjes dat je de politie belde omdat er voor de deur een opstootje was (circa eens per maand, aan de andere kant van de drempel mochten wij niets doen, en we bleven er dus weg). Zo ook die keer dat er twee blonde meisjes werden gestuurd met lang loshangend haar, die ons afbekten met de mededeling dat ze “eerst even gingen praten met die meneer”- die voor onze deur misbaar maakte. Vijf minuten later moesten we ze ontzetten – gelukkig hebben we die twee daarna nooit meer gezien.
Het is een illustratie van hoe de eisen voor politiewerk in die jaren zijn geëvolueerd naar hoe het nu gaat. Voorheen waren er eisen aan het postuur van aspirant-politiemensen; dat is voorbij want discriminerend. Gezag door een schijnbaar fysiek overwicht is nooit gegarandeerd, maar het helpt wel degelijk als je als politiemens nachtdienst hebt in het weekend. En alle beetjes helpen.
Dat het uniform op groepen rellende allochtonen geen enkele indruk maakt (op groepen autochtonen al niet veel meer overigens, maar daar binnen vindt je meer erkenning voor het principe van gezag van de politie) is zowel bekend als een direct gevolg van deze beleidswijziging. Het werd ingevoerd door lieve linkse mensen, die er van uit gingen dat het uniform voldoende moest zijn om gezag te hebben, en verder moest de politie het vooral pratend oplossen (ook aan de wettelijke eisen voor portiers en hun gedrag is sindsdien gemorreld). Dat ging toen al niet altijd goed, maar tegenwoordig is de politie zich maar al te bewust dat het uniform haar alleen nog gezag geeft tegenover plegers van verkeersdelicten. Let maar eens op filmpjes waar het bevoegd gezag in actie komen moet: met minder dan vier leden van de sterke arm gebeurt dat nooit, en men komt zelfs bij kleinere problemen in woonwijken al met minimaal twee (vaak veel meer) auto’s aanrijden.
Dat dat de effectiviteit van de orde elders in een district niet ten goede komt hoeft niet te verbazen. Per nacht kan nu op niet meer dan één plek tegelijk worden ingegrepen, voor meer ontbreekt de mankracht. Maar begin jaren tachtig werd een probleem als waarvoor wij die twee blondines op bezoek kregen opgelost met één autootje met twee agenten die een potje matten eigenlijk wel leuk vonden. Was nooit nodig, want het tuig wist dat ook. Reuze effectief, en het liet de twee andere auto’s die ’s nachts in ons district rondreden vrij voor wat nog meer plaats vinden kon. Het effectiever gezag kwam derhalve ook de veiligheid in het algemeen ten goede.
Eigenlijk zou je iedere politiewoordvoerder in de Kamer moeten verplichten een paar nachtelijke weekends in uniform mee te rijden alvorens hen het recht te geven over die portefeuille het woord te voeren in debatten. Niets zo goed voor het realiteitsbesef als ’s nachts trillend van de adrenaline thuiskomen na acht uur geüniformeerd patrouilleren in een uitgaansgebied. En nu ik dat zo opschrijf: ook de beleidsmedewerkers op het Nationaal Hoofdkwartier zou het goed doen. Want ook daar zitten vele te veel lieve mensen die niet begrijpen hoe het toch kan dat het steeds maar misloopt, en het bevoegd gezag weinig meer in te brengen heeft. Daar is het de hoogste tijd voor, want het welwillende deel van de bevolking begint het goed zat te worden is mijn indruk.
Meer over de problemen met de politie vindt u op Veren of Lood hier
Goed artikel.
Oorzaken :
– linkse overheid : “iedereen is gelijk”, dus de wet handhaven is “fout”.
– ook de politie wordt opgeleid door linkse leraren en instructeurs.
…Oorzaken: én
– het oprekken van het begrip privacy tot ridicule proporties zodat IEDER ingrijpen van welke dienaar onmogelijk wordt, én
– een draai geven aan het begrip ‘discriminatie’ die de oorspronkelijk nuttige connotatie nu een adequaat middel lijkt om iedere tegenstander, met gezag bedacht of niet, tot nietsdoen dwingt op straffe van vervolging.
En het effect is dat straatterreur en het recht van de sterkste nu welig tiert en de overheid niets anders kan doen dan wegkijken.
Na het optreden van de Hollandse overheid mbt de A7, ben ik geneigd een agent in nood veel ‘mentale kracht’ toe te stralen. Kortom- ik steek geen poot uit om te helpen. De politie koos nieuwe vrienden- zoek het daar maar mee uit. Vraag raad op een iftar, of aan de WAFFEN-AFA.
Ze verdienen wat ze krijgen.