DE WERELD NU

Kanaliseren

Bedreigingen, eenheid van prijs, een land van deugers, Academisch tuig, Stalinisme, Duitsland, Applestore overval, Olympische Spelen, Rechters, wereldregering, Oekraïne, Therapeutenangst, Qatar, Cultuur en politiek, Onveilig, basis, Politiek, Zwart, Overlast, Vrouwen en kinderen

De Britse krant The Independent heeft zojuist een stuk gepubliceerd over Britse lijstjes met factoren waarmee radicalisering kan worden vastgesteld – met de nadruk op ‘kan’. Dis is om meerdere redenen interessant.

Meer specifiek kwam het lijstje met de volgende observatie:

The following could describe general teenage behaviour but together with other signs may mean the young person is being radicalised: Out of character changes in dress, behaviour and changes in their friendship group; Losing interest in previous activities and friendships; Secretive behaviour and switching screens when you come near.”
“The following signs are more specific to radicalisation: Owning mobile phones or devices you haven’t given them, Showing sympathy for extremist causes, Advocating extremist messages, Glorifying violence Accessing extremist literature and imagery, Showing a mistrust of mainstream media reports and belief in conspiracy theories, Appearing angry about government policies, especially foreign policy.”

“None of the statements included are indicative of radicalisation; rather they are a list of factors, which when seen in combination, may be suggestive of extremism. In isolation, none of the factors could themselves suggest extremism for example ‘Glorifying violence’ or ‘Owning a mobile device you (Parent) haven’t given them’.”

Dat is niet mis. Eerder was er al sprake van een waarschuwing van doorslaan in de speurtocht naar radicalisatie:

groups affected by the crackdown could include non-violent groups such as anti-austerity and environmental campaigners – “largely those engaged in political dissent”

En eigenlijk is het dit laatste waarnaar mijn gedachten direct afdwaalden toen ik het artikel gelezen had. Het moet wel beperkt blijven tot radicaliserende moslims, natuurlijk. Want niemand heeft de islam in het oorspronkelijke lijstje genoemd. Allemaal heel kenmerkend, maar goed.

Wat dit vooral weer eens toont, is de manier waarop de maatschappij anders om gaat met de jeugdcultuur dan zo’n vijftig jaar terug. De opstand van de jeugd rond 1970 heeft diepe sporen getrokken bij beleidsmakers (het een trauma noemen is modieuzer, maar weer wat overdreven). Sindsdien wordt alles gekanaliseerd. Minstens twee keer per jaar wordt een nieuwe rage geïdentificeerd, wordt een aan populariteit winnende band gebombardeerd tot de vaandeldrager van een nieuwe muziekstijl, en wordt dit alles opgewonden en geïnteresseerd besproken in pop- en jeugdbladen, na een paar maanden gevolgd door de gevestigde media.

Een werkelijk opstandige en onafhankelijk denkende jeugd? Ik zie het er niet in terug. De punkperiode is wellicht het meest treffende voorbeeld, maar bij lange na niet het enige. Wat voor de jeugd leuk was aan de punk, werd binnen de kortst mogelijke tijd platgewalst door begripvolle ouders, docenten en media, die zich prompt verloren in bespiegelingen over de veelbelovende elementen van de nieuwe stroming. De beweging zelf verpieterde tot het dragen van veiligheidsspelden door mensen die ook graag ergens bij wilden horen. Binnen anderhalf jaar was het over en sluiten.

Dit patroon heeft zich sindsdien met enige regelmaat herhaald, met grote en kleine uitschieters.

In hoeverre je bij de radicaliserende islamitische jeugd kunt spreken van een authentieke tegencultuur tegen het gedrag van hun ouders kan ik moeilijk bepalen, al zijn er wel enige indicaties voor. Maar dat er nog niemand op het idee gekomen is dit label er op te plakken zegt heel veel over de manier waarop we gewend zijn geraakt met jeugdculturen om te gaan. Niet alleen door de ideeën van opstandige jongeren via aandacht te bagatelliseren (hoewel we daar bij die radicaliserende islamitische jeugd wel degelijk toe neigen), maar ook door nog lang te blijven hangen aan ooit als nieuw gepropageerde uiterlijkheden.

Iedereen kent wel een paar oudere jongeren die zich compleet belachelijk maken door kalend nog steeds vast te houden aan heel lang haar, of een rastakapsel dat bijna van het hoofd waait als het een beetje stormt. Zoals vroeger oudere mannen op latere leeftijd ook sportautootjes kochten die ze in hun jeugd niet konden betalen. Meestal is het een statement van onvervulde wensen, en een hang naar een wereld die niet meer bestaat.

Hoewel je dat ook wel kunt zeggen van de radicaliserende islamitische jeugd, is de basis hiervan anders. Het is niet alleen een soort afzetten tegen de westerse maatschappij, maar ook een vorm van identificatie, die niet zeldzaam is bij kinderen die in hun (bijvoorbeeld) Zuid-Amerikaanse jeugd werden geadopteerd door welmenende Nederlanders. Dat deze mensen op zoek gaan naar hun wortels is niet vreemd. Doch maar al te vaak worden ze teleurgesteld, ijverig gefilmd door voyeuristische programma’s als Spoorloos.

Dat die kanalisatie voor nieuwe Nederlanders van de eerste en tweede generatie niet goed werkt is naar ik vrees niet te vermijden. Wat er gebeurt als ze ontbreekt, omdat ze in het geheel niet wordt herkend als noodzakelijk, is stof tot nadenken. Niet in het minst over wat de noodzakelijke kanalisatie zou moeten vereisen. Naar het zich laat aanzien zou de prijs daarvoor wel eens te hoog kunnen zijn.