DE WERELD NU

Juridische aspecten van het begrip oorzaak

het begrip oorzaak

Het begrip oorzaak heeft juridisch nogal wat haken en ogen. Toon Kasdorp wijdt er in dit essay over uit, met observaties die u kunnen verbazen.

Ik wil graag nog iets kwijt over het begrip oorzaak, dat niet alleen in het strafrecht maar ook elders in de rechtswetenschap een centrale plaats inneemt en waar ik nooit goed mee uit de voeten hem gekund.

De begrippen oorzaak en gevolg zijn zoals Hume al heeft betoogd in wetenschappelijke zin geen zuivere begrippen, maar we hebben nu eenmaal niet beter. Zonder kunnen we niet, want om überhaupt te kunnen handelen, moet we een idee hebben hoe het resultaat van handelen voortkomt uit het voornemen daartoe. Oorzaak en gevolg als begrippen zijn onmisbaar, ze zijn verbonden aan menselijk handelen en de gebreken aan het begrippenpaar  hangen waarschijnlijk, zoals Francis Bacon suggereert, samen met de gebrekkige manier waarop wij de wereld waarnemen.

Dat er als wetmatigheid wel iets moet bestaan wat lijkt op oorzaak en gevolg is moeilijk te ontkennen, maar even zeker lijkt het dat ons begrip oorzaak en gevolg niet met die natuurwet samenvallen. De relatie tussen fenomenen zoal die in de natuur voorkomen is veel vaker die van een ingewikkelde onderlinge verknochtheid dan dat de een volkomen door de ander wordt bepaald. In het laatste geval is er eigenlijk ook geen sprake meer van meerdere fenomenen, dan is er maar één. Hoe dan ook, oorzaak is als begrip onmisbaar voor het verband tussen plan, handelen en resultaat, maar handelen als intermediair tussen plan en uitvoering heeft zelden exact het geplande gevolg. Het resultaat vloeit alleen maar ongeveer en met een zekere waarschijnlijkheid uit plan en handeling voort en dat is meestal wel genoeg.

Doorgaans zijn er meer “oorzaken” voor een en hetzelfde gevolg en vaak ook bestaat er wel achteraf een oorzakelijk verband tussen twee fenomenen, maar heeft de aanwezigheid van de oorzaak vooraf geen, of slecht een onduidelijke voorspellende betekenis ten aanzien van het gevolg. Zijn oorzaak en gevolg al van te voren vast aan elkaar verbonden, in de zin dat voor iedere a een b volgt en er voor iedere b één en slechts één voorafgaande a is, dan zijn het twee aspecten van hetzelfde fenomeen.

Oorzaak en gevolg zijn temporele begrippen in de zin dat oorzaak altijd eerst komt en gevolg later, maar vaak is iets wat eerst gevolg was later weer oorzaak en soms bestaat er een kettingverband, waarbij oorzaak en gevolg elkaar afwisselen als kip en ei.

De constatering dat gevolgen meestal slechts met een zekere waarschijnlijkheid optreden als een oorzaak zich heeft voorgedaan en dat pas achteraf met zekerheid het verband kan worden vastgesteld, heeft geleid tot het ontwikkelen van het begrip “probalistische oorzaak”, waarschijnlijkheidsoorzaak dus. Het is de vraag of hierdoor veel winst is geboekt. Oorzaak en gevolg worden hiermee tot statistische begrippen, met alle mogelijke verkeerd gebruik dat van het leggen van statistische verbanden kan worden gemaakt. Het concept “waarschijnlijkheidsoorzaak” mist bovendien het praktische karakter van het klassieke oorzakelijkheidbegrip omdat, zoals Ellery Eelis opmerkt in Probabilistic causality, er een waarschijnlijkheidsoorzaak aanwezig kan zijn zonder dat er ooit in de praktijk een gevolg is opgetreden of zelfs maar kan optreden.

Als probabilistische oorzaak geldt ieder fenomeen dat de waarschijnlijkheid van het optreden van een ander fenomeen met een meetbare hoeveelheid verhoogt. Een statisticus weet dat de meetbaarheid van een effect vaak afhangt van de gekozen parameters en dan slechts een beperkte betekenis heeft.

De praktische concepten oorzaak en gevolg zijn ontwikkeld om een aantal redenen, waarvan wellicht de belangrijkste zijn:

  1. het voorspellen van gevolgen, iets wat onder omstandigheden een kwestie van levensbelang kan zijn voor de waarnemer;
  2. het tot stand brengen van gevolgen, hetgeen onder meer nodig is bij het vervaardigen en repareren van zaken;
  3. het toemeten van verantwoordelijkheden, bijvoorbeeld om daderschap vast te kunnen stellen;
  4. het verklaren van gebeurtenissen.

Voor de eerste drie doelen zijn alleen de relevante gevolgen en de relevante oorzaken van belang en om die reden waarschijnlijk is in het begrip oorzaak en gevolg een intentioneel, of teleologisch element geslopen, waardoor oorzaak bij het vaststellen van daderschap vaak moeilijk los te maken is van het begrip opzet. Iets is voor een dader pas een relevante oorzaak als het gevolg gewenst of in elk geval voorzienbaar en dan acceptabel was. Gebeurt iets dat voor de dader niet te voorzien was, maar dat voor een deskundige een onvermijdelijk of zeer waarschijnlijk gevolg is, dan heeft dat gevolg voor de “veroorzaker” het karakter van een risico in juridische zin en is het even zinvol hem met de gevolgen in verband te brengen als bij ieder andere “act of God”.

Voor het vierde aspect, de verklaring van verschijnselen is intentionaliteit een verstorende factor. Het toekennen van een bedoeling aan iemand of het veronderstellen van een dader met een bedoeling introduceert een element in een wetenschappelijke verklaring van fenomenen dat daar niet in thuis hoort.

We zijn gewend te denken in binaire logica en in enkelvoudige causaliteit. Beide denkschema’s hebben geen equivalent in de werkelijkheid. Dat er op een vraag maar twee antwoorden mogelijk zijn komt zelden voor en is meestal een retorische truc. Degene die de vraag stelt wil een hem passend antwoord en beperkt de alternatieven tot één, singulier onaantrekkelijke.

Enkelvoudige oorzaken vallen samen met hun gevolg of worden daar logisch door geïmpliceerd en in dat geval is onderscheid tussen oorzaak en gevolg maar beperkt zinvol. Van een zinnig onderscheid is pas sprake als er meer dan een oorzaak is voor hetzelfde fenomeen dat als “gevolg” wordt aangeduid. Een dergelijk gevolg is bij toekomstige gebeurtenissen nooit zeker, maar alleen in meerdere of mindere mate waarschijnlijk, terwijl dat anders ligt als we over oorzaken en gevolgen uit het verleden spreken.

Bij vergelijking van de meervoudige oorzaken kan de meest belangrijke, of de meest onmiddellijke worden onderscheiden van de rest. Ieder “gevolg” heeft eigenlijk een netwerk van oorzaken en waarschijnlijk is alleen al om die reden het hele begrip oorzaak, met zijn associatie van enkelvoudigheid, gebrekkig. Het is een praktisch begrip voor het normale spraakgebruik, maar niet voor wetenschappelijke doeleinden. Men zou voor de wetenschap en ook voor de juridische daarom naar een begrip moeten zoeken dat meer congruentie vertoont met de werkelijkheid en vervolgens het klassieke begrip causa moeten laten schieten.

In het juridisch taalgebruik wordt causa onderscheiden van opzet. Causa is dan datgene wat het juridisch relevante gevolg feitelijk heeft teweeggebracht, buiten de wil van de dader om en opzet is diens op het gevolg gerichte wil. In de praktijk kan er geen opzet zijn zonder causa. Het probleem van de meervoudigheid van de oorzaak lossen de juristen op door te spreken over de adequate, dat wil zeggen de meest relevante oorzaak of over de meest nabije oorzaak, de causa proxima.

Bij een moord door middel van defenestratie is het uit het raam vallen van het slachtoffer zowel de meest nabije als de relevante oorzaak van diens dood en blijkt de opzet van de dader uit het plan om het slachtoffer om het leven te brengen door hem uit het raam te gooien.

Het is evident dat er hier sprake is van een gedachteconstructie waarin een onderscheid tussen opzet en oorzaak wordt gemaakt, maar dat zij feitelijk samenvallen: als vaststaat dat A zijn slachtoffer B uit het raam heeft gegooid met dodelijk gevolg, wordt aan het ene aspect van de daad door een waarnemer het kenmerk opzet en aan het andere oorzaak gegeven, maar het feitelijk gebeuren is enkelvoudig. Zonder opzet was er bij dit voorbeeld ook geen adequate veroorzaking geweest. Was er geen plan geweest het slachtoffer uit het raam te gooien, zoals de getuigen meenden, maar had daarentegen de verdachte juist geprobeerd om een zelfmoord van het slachtoffer te voorkomen, dan was zijn handeling geen oorzaak geweest, of althans geen adequate. De feitelijke waarneming van de gebeurtenis was in beide gevallen niettemin dezelfde geweest.

In andere wetenschappen dan de juridische is oorzaak eveneens een verwarrend begrip. Wanneer iemand ziek wordt dan komt dat omdat hij met een bacterie of virus besmet is. Dat is dus de oorzaak. Vaak is hij al langer drager van het ziekteverwekkende organisme, maar is door omstandigheden zijn weerstand tijdelijk verminderd, zodat hij ziek wordt waar hij anders gezond zou zijn gebleven. In dat geval zijn de omstandigheden die de weerstand ondermijnen de werkelijke oorzaak. Zulke omstandigheden zijn bijvoorbeeld een opgelopen trauma of een periode van slapeloosheid.

Toch kan de een bij dezelfde omstandigheden die bij een ander ziekte veroorzaken gezond blijven, omdat hij een andere genetisch aanleg heeft die hem onder de omstandigheden in staat stelt de ziekte te onderdrukken. De een gaat aan de ziekte dood terwijl de ander door adequate medische hulp overleeft. In dat geval is het ontbreken van medische bijstand de oorzaak van het overlijden, maar ook de genetische aanleg, de slaapdeprivatie en de besmetting.

In de medische wereld pleegt men de oorzaak te zoeken op het terrein waar men medisch hulp kan bieden. Kan men het virus of de bacterie bestrijden dan is dat de oorzaak. Kan men de weerstand verhogen dan is het gebrek aan weerstand de oorzaak en hebben we over enige tijd een werkzame gentherapie dan zal het genetisch defect als oorzaak worden aangemerkt. Ook medisch zou het begrip oorzaak vervangen kunnen worden door een ander, effectiever begrip, zoals “aanknopingspunt voor therapeutisch ingrijpen” of een fraaier klinkend Latijns equivalent.

Niet dat daarmee het begrip oorzaak zou worden uitgebannen. Het zit daarvoor op een te elementair niveau in onze spraak en gedachtewereld. Iets maken of doen is iets veroorzaken en zonder doen of maken is de samenleving niet goed denkbaar, maar oorzaak is een sociaal begrip en het zou eigenlijk allen in die context horen te worden gebruikt.


Di essay verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp

2 reacties

  1. Raymond Peil schreef:

    Fijne opfris voor juristen ;=)

  2. hendrikush schreef:

    En voor exacte wetenschappers.