Er lag formeel nog een claim van 3,864 miljard euro op IJsland, maar voor de finale kwijting betaalt IJsland slechts 138 miljoen.

Vorige week is in relatieve stilte het laatste losse eindje van de IJslandse bankencrisis afgewikkeld. De claim van 3864 miljoen die Nederland en Groot-Brittannië euro tezamen nog hadden op de IJslandse overheid, wordt afgedaan met een betaling van 138 miljoen euro. Dat komt neer op 3,5% van het een restbedrag. 19% van dat geld was voor Nederlandse crediteuren, de rest is voor Groot-Brittannië.

In een eerder stadium was reeds 85% van het uitstaande bedrag op IJsland terugbetaald, maar dit laatste deel bleef hangen omdat de partijen er niet uitkwamen hoe dit op te lossen. Veel Nederlandse overheden hebben vorig jaar reeds hun vorderingen verkocht voor een alleszins acceptabel bedrag, waarover men erg tevreden was. De vorderingen verkocht men via Deutsche Bank aan speculanten die hoopten een slaatje te slaan uit deze boedel. Die krijgen dus nu het deksel op de neus. Achteraf bezien deden deze Nederlandse overheden het ditmaal slimmer dan menigeen. De Britse overheid gaat nu na 7 jaar voor 3,13 miljard euro het schip in.

Particuliere vermogenden
Er zijn mogelijk wel Nederlandse slachtoffers, maar dat zijn de 300 vermogenden die ruim boven het normaal (in Nederland) gegarandeerde bedrag hadden ingelegd. Deze particulieren waren vorig jaar al behoorlijk gefrustreerd, wat door deze deal niet minder zal zijn geworden. Hoewel formeel geen uitspraak is gedaan over de claim van deze IceSavinggroep, lijken ze in het vervolg kansloos te zullen zijn.