DE WERELD NU

Het betere contra het goede – le mieux est l’ennemi du bien

Le mieux est l’ennemi du bien

Het betere is de vijand van het goede is een Frans en geen Nederlands spreekwoord  Het klinkt ook beter in het Frans: le mieux est l’ennemi du bien.

Maar het is vooral een waar spreekwoord.

Wie alle kinderen in de jeugdzorg betrekt zal merken dat de kinderen die het echt nodig hebben de zorg niet zullen krijgen, die ze nodig hebben. Wie een verzorgingsstaat opzet voor alle inwoners van Nederland is niet alleen oorzaak van veel misbruik, maar ook van de armoede van mensen die buiten hun schuld geen inkomen hebben. Die komen vaak niet meer aan de beurt in ons bureaucratisch overheidsapparaat, of vinden er de weg niet meer.

Dat is geen kwaadwillendheid. Het komt vooral omdat de overheidsorganisatie niet goed is. Er worden te veel regels op elkaar gestapeld en er zijn te weinig mensen die er voor zorgen dat regels blijven doen waarvoor ze zijn bedoeld.

Het is met name de bureaucratie die de vijand is van het goede; bureaucratie te verstaan als handelen volgens regels die een eigen leven zijn gaan leiden, los van het doel waarvoor ze ooit bedacht zijn. Wie met bureaucratie te maken krijgt en niet begrijpt hoe het zit, kan er wanhopig van worden en dat geldt voor veel mensen.

Veel mensen in de grachtengordel, waar ik woon, vinden de PVV een fascistische partij en de SP maoïstisch, wat in het milieu van mijn buren codewoorden zijn voor ‘slecht’ en ‘deugt niet’. Maar op dit soort protestpartijen wordt gestemd door mensen die het slachtoffer zijn geworden van bureaucratie. Mensen in mijn buurt overkomt dat zelf veel minder vaak. Vooral omdat ze er zoveel minder van afhankelijk zijn. Ze hebben geen uitkering en hun belastingaangiften laten ze door een deskundige doen. Komen ze wel eens in aanraking met mensen die onbegrijpelijke regels op ze toepassen dan kennen ze meestal wel iemand die hoger is geplaatst. Die kunnen ze dan bellen en die maakt het weer voor ze in orde. Maar de minder welgestelde en opgeleide mensen kennen vaak geen hoger geplaatsten en hebben veel eerder met bureaucratie te maken.

Dat geldt trouwens niet voor criminelen. Criminelen lappen de bureaucratie aan hun laars. Dat vinden de mensen die zich wel aan de regels houden dan weer niet te tolereren.

Er zijn mensen die ik ken, die werken op een van de ministeries in Den Haag of bij de media. Den Haag en de media hebben het in Nederland voor het zeggen. Zij zouden er dus iets aan kunnen doen om de impact van de bureaucratie op gewone mensen te temperen. Dat doen ze niet. Vooral omdat ze meestal niet in de gaten hebben hoe het aan de onderkant toegaat van een wereld die zij alleen van de bovenkant kennen.

Tussen de Haagse wereld en de werkelijkheid van volkswijken gaapt een kloof. Aan de ene kant van de kloof heeft men het over populisme en aan de andere over zakkenvullers en praatjesmakers. Toch zitten die mensen in Den Haag er voor iedereen en dus ook voor de aanhang van de SP en de PVV. Ze kunnen er zich niet van af maken met een paar lelijke woorden.

Dit probleem van de bureaucratie en het onbegrip daarover aan weerszijden heeft veel onverwachte kanten. Persoonlijk vond ik het slecht te verteren toen ik las dat een hoogleraar in Tilburg een van zijn leerlingen een tien had gegeven voor een opstel waar eigenlijk niet veel anders in stond dan dat PVV’ers fascisten zijn. Dat had die jongen op college gehoord en braaf terug gerapporteerd en daarvoor kreeg hij een tien.

Als dit op Nederlandse universiteiten gebeuren kan, ziet het er met de opvoeding van toekomstige generaties niet best uit. Le mieux est l’ennemi du bien, inderdaad


Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp

4 reacties

  1. BegrensEuropa! schreef:

    Het citaat is noch een spreekwoord, noch van Voltaire. Het is een maxime (een soort vuistregel) van Montesquieu, zoals ook de categorische imperatief van Kant een soort vuistregel is. Zo is hij ook opgesteld. Deze maxime van Montesquie klinkt als een spreekwoord. Het doet denken aan “the road to hell is paved with good intentions.” In Kasdorp’s uitstekende stukje wordt het gebruikt om de slechte neveneffecten van bureaucratie te bespreken en de effecten ervan op de stemmer, met name de proteststemmer. De kernvraag is hoe we de bureaucratische uitvoering van goedbedoelde regels en regelingen effectiever kunnen maken, hoe we misbruik kunnen voorkomen? Er is een goedbedoeld vluchtelingenverdrag, maar meer dan 90% van de zogenaamde vluchtelingen zijn migranten met een verzonnen vluchtelingenverhaal die het voordeel van de twijfel krijgen. PVV’ers wonen in wijken waar deze vertegenwoordigers van de ongecontroleerde massamigratie gehuisvest worden, dus stemmen ze op de PVV. Er staan hier nog meer praktisch-politieke vuistregels https://www.unicaen.fr/services/puc/sources/Montesquieu/index.php?texte=1007. Nummer 4 is wel aardig: Il ne faut point faire par les loix ce que l’on peut faire par les moeurs. Nederlanders zijn traditioneel veelal terughoudend in het een beroep doen op allerlei regelingen in de verzorgingssstaat. Dat geldt voor immigranten (1e, 2e, 3e, en 4e generatie) een stuk minder. Zo loopt de inburgering op kernpunten de soep in.

  2. Ravian schreef:

    @ Begrens Europa
    Ik woon niet in zo’n wijk, en ik stem toch op de PVV, omdat ik slim genoeg ben om in te zien dat bij ongewijzigd beleid straks alle wijken van Nederland van zulke wijken gaan wezen, inclusief mijn wijk.
    Voorkomen is beter dan genezen…

  3. Ravian schreef:

    Er gaapt inderdaad een enorme kloof tussen de salon socialistische elite en de doorsnee Nederlander, en dankzij het gedrag van die elite blijft die kloof groeien.
    De geschiedenis leert echter dat zo’n kloof uiteindelijk altijd een keertje gedicht gaat worden, en dat daar dan meestal zoiets als een guillotine bij van pas komt.

  4. Johan P schreef:

    Ik ben het toch behoorlijk oneens met de achterliggende gedachte hier.
    En nee, ik ben niet van mening dat de bureaucratische moloch wenselijk is, wel dat deze in principe onvermijdelijk is.
    Waar ik me aan erger is het hele idee van de verzorgingsstaat. Het uitgangspunt zou juist de zelfredzame burger moeten zijn, die op zo weinig mogelijk manieren afhankelijk is van de overheid en er op zo veel mogelijk manieren direct bij betrokken zou moeten zijn.