Europa (EU) is geen staat
Martin Sommer vergiste zich toen hij tijdens het colloquium ter ere van de tachtigste verjaardag van Frits Bolkestein opmerkte dat wij door Olli Rehn en een aantal andere Brusselse ambtenaren worden geregeerd. Olli Rehn voert uit wat de ministerraad heeft besloten en in dit speciale geval deed hij dat ook nog op verzoek van de Nederlandse regering. De EU is geen staat.
Om de EU een schaduwstaat te nemen lijkt me ook niet juist. Het is de tegenwoordige vorm waarin we de Europese samenwerking hebben gegoten. Die vorm was bedoeld voor zes geïndustrialiseerde naties, met gelijksoortige belangen, waarvan er twee bovendien een paar eeuwen lang erfvijanden waren geweest. Dat was een extra stimulans om de samenwerking goed te laten verlopen, ook als alles niet overal even goed geregeld was. Die vorm wordt nu gebruikt voor de samenwerking tussen 28[1] heel verschillende Europese landen en dat werkt niet. Het zijn er te veel en hun belangen lopen te veel uiteen. De gedachte dat ze als gevolg van de samenwerking wel naar elkaar toe zouden groeien is een misvatting gebleken[2].
Sommer stelt het verkeerde probleem aan de orde. Buiten Brussel wil niemand een Europese staat, maar wel een goed georganiseerde Europese samenwerking. Begrotingsdiscipline zal daar zeker onderdeel van zijn, want een goed functionerende overheid in ieder van de lidstaten is zonder die discipline niet goed denkbaar en nauwe financiële samenwerking tussen de lidstaten is dat evenmin.
Wat dringend nodig is, is een grootscheepse hervorming van de samenwerking die recht doet aan het gegeven dat geen van de lidstaten bereid is zijn zelfstandigheid op te geven. Ieder land wil zijn eigen identiteit behouden. Er zijn misschien een of twee uitzonderingen, lidstaten die een duidelijke eigen identiteit missen en de daaruit voortkomende problemen via een Europese omweg willen oplossen.
Maar alleen al door het grote aantal landen dat lid is of lid wil worden is het streven naar een federalisering met daarboven een nieuwe bestuurslaag in Brussel een afgesloten hoofdstuk geworden. We moeten zorgvuldiger gaan formuleren op welke terreinen we willen samenwerken en per samenwerkingsgebied moeten we vast stellen wie er wel en niet aan mee kunnen doen[3]. Aan sommige projecten doet iedereen mee. We houden bijvoorbeeld een douane unie met bijbehorende wetgeving en een Hof om de conflicten in de samenwerking op te lossen.
Als alleen landen met gelijksoortige belangen samenwerken zal dat de besluitvorming bevorderen en een organisatie per probleemgebied zal de efficiency verhogen. Een verdeling van de samenwerking instituten over de lidstaten zal het streven naar een Europese superstaat dempen. Het zal daarnaast de betrokkenheid van de deelnemende landen verhogen. Van de bestaande crisis die nog allerminst voorbij is moet gebruik gemaakt worden om die veranderingen door te voeren. Duitsland en de andere Noordelijke landen zouden er goed aan doen om de hand op de knip te houden tot op dit punt overeenstemming is bereikt.
- Als Kroatië wordt meegerekend dat een dezer dagen toetreedt.
- Griekenland en Italië hebben frauduleuze overheden en daar is sinds ze lid zijn van de EU geen verbetering in gekomen.
- Zie noot 2
Dit artikel verscheen eerder vandaag ook op het Blog van Toon Kasdorp
Duidelijk. First things first. Laten we eerst beginnen met hervormingen van de disfunctionele Nederlandse rechtsstaat en deze functioneel (veilig en vrij) maken en het volk soeverein. Vanuit deze autonome positie kunnen we vervolgens iedere internationale samenwerking aangaan.
De EU is naar het voorbeeld van en met advies van Amerika ontworpen.
EU is proefkonijn.
Even terzijde: Ineens schiet me het beeld te binnen van Hans van Baalen en die Belg op het plein in Kiev met gebalde knuistjes ophitsend en solidariteit en steun belovend .
Zouden ze ook die steun hebben beloofd als er geen EU had bestaan?
@jaantje
Wat men constant lijkt te vergeten in die vergelijking is dat de VS gevormd werd doordat verschillende staten zich aansloten bij het geheel. Daarvoor dienden ze echter wel aan een aantal eisen te voldoen EN was het nodig dat de meerderheid van de bevolking zich rechtstreeks in een stemming uitsprak voor aansluiting.
Bij de EU is de burgers niks gevraagd. En de keren dat het wel werd gevraagd en men ‘nee’ zei, deed Brussel toch gewoon ‘ja’.
Daarnaast zijn er officieel wel regels voor de toelating, maar daar wordt gewoon de hand mee gelicht als het uitkomt. Griekenland voldeed sowieso niet en dat wist men heel goed. En voor Italie, Spanje, Portugal en Ierland was het ook maar de vraag.