EU & terrorismebestrijding in tijden van braakzaamheid
Liefde in tijden van Cholera is al net zo werkzaam als terrorismebestrijding in tijden van braakzaamheid. U las het goed: braakzaamheid. Want met waakzaamheid heeft het allemaal maar weinig van doen wat ze in Brussel aan beleid uitbraken. De EU is opgericht tegen het mogelijk heroplevende rechtsextremisme, en haar generaals pogen nog steeds die vorige oorlog te winnen.
Waaraan voor de volledigheid wellicht moet worden toegevoegd, dat in de optiek van de EU de huidige aanslagen vooral berusten op een betreurenswaardig misverstand: die arme immigranten beseffen kennelijk niet dat de de EU aan hun kant staat bij het bestrijden van dat ‘ongeprovoceerde rechtsextremisme’ waarvan ze zo’n last zouden hebben.
Is bovenstaande overdreven? Laten we eens kijken naar de manier waarop een erkende EU-echoput het nieuwe antiterrorismebeleid van de EU aan de mens brengt:
In de 21e eeuw is het aantal terroristische aanslagen toegenomen. Met name na de aanslagen van 11 september 2001 in New York, 11 maart 2004 in Madrid en 7 juli 2005 in Londen staat terrorismebestrijding hoog op de Europese agenda. De Raad van de Europese Unie heeft in 2005 een EU-strategie voor terrorismebestrijding aangenomen, met als doel het gezamenlijk bestrijden van terrorisme en het bieden van de best mogelijke bescherming aan haar burgers.
Jammer genoeg hebben die burgers daarvan de vruchten nog niet mogen plukken. Wel zijn er enige tientallen Europeanen voor hun tijd begraven omdat in 2015 iemand besloot dat de grenzen wel open konden toen enige tienduizenden aan de poort kwamen rammelen. Die poorten sloten daarna eigenlijk nooit, maar minstens 3 miljoen migranten maakten sindsdien van de al te eenvoudige toegang die ze kregen gebruik door met een stormloop het Avondland binnen te dringen.
Ook voor alle grote samenwerkingsverbanden in Europa (Europese Unie, Raad van Europa, OVSE en NAVO) is terrorismebestrijding een prioriteit. De EU heeft naast de leidende strategie verschillende maatregelen genomen waardoor terroristische organisaties moeilijker in Europa kunnen opereren.
Wij en velen met ons. Klinkt goed, betekent niets. Het is niet meer dan een poging te doen voorkomen dat er echt werk van wordt gemaakt.
In februari 2017 is een nieuw antiterreurpakket aangenomen door het Europees Parlement en de Raad. Alle reizigers, ook EU-burgers, die de Schengenzone binnenkomen of verlaten, moeten aan de grens worden gecontroleerd op registratie in databanken. De lidstaten hebben een jaar om de nieuwe regelgeving in te voeren. Op de Europese top van 22-23 juni 2017 besloten de Europese leiders om de strijd tegen terrorisme op te voeren, onder meer door informatie over Syriëgangers intensiever uit te wisselen en geldstromen naar terroristen af te sluiten.
Uhm ja, die controles op wie de Schengen-zone binnen komen en verlaten worden vooral uitgevoerd op vliegvelden (!!!), waarmee dus primair en bijna uitsluitend welopgevoede EU-burgers worden lastiggevallen. Mensen in burqa en andere volledig bedekkende kleding wordt toegestaan zich aan doorkijkcontroles te onttrekken om religieuze gevoelens te sparen. Vreemd toch dat er nooit iemand op die vliegvelden gepakt wordt – al zal de EU ‘het succes’ er van dus wel toejuichen. Maar asielmigranten komen gemeenlijk te voet, of per boot uit Libië. Waarbij een telefoontje naar Frontex als je een kilometer uit de Libische kust bent al garant staat voor een snelle overtocht naar Italië met een geriefelijke kustwachtschuit. Een paspoort is in zo’n geval eerder een handicap dan een voordeel. Rendement van deze maatregelen: total geen. Maar het klinkt prachtig.
Bij de creatie van een samenhangend antiterrorismebeleid is de schending van burgerrechten waar veel EU-inwoners mee te maken krijgen een struikelblok van formaat. In 2008 stelde de Raad van Europa bijvoorbeeld dat het recht op overheidsinformatie door Europese landen steeds vaker werd ingeperkt met een beroep op staatsveiligheid, en dat journalisten die toch publiceerden te maken kregen met vervolging, huiszoekingen of publicatieverboden.
Desalniettemin gaat het geheel gewoon door. Het enige gevolg van deze ‘terrorismebestrijding’, is dat de EU haar mandaat om uw rechten in te perken verder oprekt.
Dat systeem zien we ook met de terugkerende jihadbruiden. Laura H. was een tijdje nogal in het nieuws, en hoorde vorige week de strafeis: 35 maanden, waarvan 24 voorwaardelijk. Dat klinkt daadkrachtig, maar niets is minder waar. Het betekent dat ze na aftrek van voorarrest niet meer de cel in hoeft. Het betekent eveneens dat de strafmaat zo is bepaald dat Justitie niet verplicht kan worden eventueel te veel gezeten voorarrest te moeten vergoeden. Geen straf dus, maar het mag verder ook niets kosten. Die 24 maanden voorwaardelijk? Nu IS zo ongeveer van de kaart verdwenen is, is de kans daarop dat eveneens. Nog een loze eis derhalve. Bovendien werd ze toch al berecht volgens het strafrecht voor minderjarigen.
De enige goede manier om met terroristen om te gaan weten ze in Syrië toe te passen, maar daar zijn wij weer te beschaafd voor. Al zou het me niets verbazen als over een jaar of dertig, veertig Buitenlandse Zaken alsnog een proces aan de broek krijgt waarin wordt gesteld dat BZ niet alles heeft gedaan om ‘onze landgenoten’ te redden uit Raqqa, en er misschien zelfs mede de hand in heeft gehad dat die arme jonge jongens door die gemene Koerden gewoon zijn geëxecuteerd.
Voor de eussr bureauratten is het uitoefenen van democratie ook terreur , het belemmert nml hun bestrijding ervan .