De kwaliteit van Trouw
Op den duur is een krant zo goed als zijn hoofdredactie. Het kan wat tijd nemen voordat de redactionele invloed is doorgedrongen in de lagere regionen, maar het is een natuurlijke ontwikkeling die op den duur niet te stoppen valt.
Mensen die het met de hoofdredactie niet eens zijn hebben de neiging om hun heil elders te zoeken. Mensen waar de hoofdredacteur wat in ziet worden aangenomen, men ziet van hen wat door de vingers als ze fouten maken en ze maken eerder promotie. Op den duur vormt zich zo een krant naar het beeld en de gelijkenis van de hoofdredacteur.
De tegenwoordige hoofdredacteur van Trouw is geen Bruins Slot en dat begint zichtbaar te worden in de krant. Niet zo zeer in het nieuws, dat van de persbureaus wordt overgenomen, maar in het commentaar en in de bijlage “De Verdieping”. Die commentaren en bijlagen waren ooit reden waarom ook niet-reformatorische Nederlanders de krant gingen lezen, maar dat is nu niet meer het geval. Twee voorbeelden van achteruitgang zijn te vinden in een paar hoofdredactionele commentaren van al weer even geleden. Die twee zouden overigens moeiteloos kunnen worden aangevuld met andere voorbeelden.
De kop boven het eerste artikel luidde:
“Nederland moet inzien dat het de slag om arbeidskrachten aan het verliezen is”.
De inleiding gaat over de arbeidsmigratie in Europa, het onderwerp waar met name in Frankrijk zo veel over te doen is geweest, naar aanleiding van de Bolkesteinrichtlijn.
Zoals bekend vormen de vrijheid van verkeer van goederen en diensten, van kapitaal en van arbeid de kern van de vrije markt. De vrije Europese markt is de reden waarvoor de EU is opgericht. De Bolkestein-richtlijn, die alleen in een verwaterde vorm uiteindelijk is aangenomen, beoogde aan die vrijheid vorm te geven.
De richtlijn wilde de lidstaten dwingen de belemmeringen weg te nemen die tot op vandaag het vrije verkeer van arbeidskrachten binnen de Unie frustreren. De angst bij de lidstaten voor de werkgelegenheid van de eigen werknemers heeft het aannemen van de richtlijn in zijn oorspronkelijke en effectievere vorm verhinderd.
Terecht merkt de hoofdredacteur dan ook op dat het daarom best meevalt met de toevloed van goedkope arbeidskrachten uit de nieuwe lidstaten. Het zou juist ideaal zijn geweest als er een stroom van werkers op gang was gekomen uit de landen met een arbeidsoverschot (en de daarmee samenhangende lage lonen) naar de Europese groeigebieden. Maar dat gebeurt niet. Er is niet of nauwelijks sprake van een Europese arbeidsmarkt.
Tot zover kan men het met de redactie eens zijn. Voor het vervolg van het artikel zou men een pleidooi verwachten voor aanscherping van de Bolkesteinrichtlijn of desnoods een eenzijdige Nederlandse actie om de wet- en regelgeving af te schaffen, die het vrije verkeer belemmeren. Ook een scherp vervolg van het artikel gericht tegen de vakbonden, die buitenlandse concurrentie op hun markt willen weren en tegen de politieke partijen die hun steunen, zou kunnen helpen. Maar Trouw vervolgt met een betoog dat met de inleiding helemaal niets van doen heeft.
De overheid, zegt Trouw, moet het heft in handen nemen als de markt niet blijkt te werken. Zij noemt Ierland als voorbeeld waar de overheid het tij heeft doen keren. Ierland was een emigratieland bij uitstek voor jongeren. Die blijven nu in Ierland vanwege de sterke economische groei. Maar wat de overheid in Ierland heeft gedaan om die groei te bevorderen en wat wij daarvan zouden kunnen leren, dat vermeldt Trouw niet.
Wellicht blijft het onvermeld omdat die gerichte maatregelen van de Ieren er helemaal niet zijn geweest. Ierland was arm en had al weinig belemmerende wetgeving toen het toetrad tot de EU. Met die toetreding werd Ierland een Europese toegangspoort voor de Amerikanen. De belastingen waren er laag. Er heerste voor het eerst sinds eeuwen vrede in het land. Het opleidingsniveau is ongeveer gelijk aan dat in andere Angelsaksische landen. Men spreekt er Engels en heeft goede contacten met veel geëmigreerde Ieren in Amerika. Dat waren de ingrediënten voor de groei.
Aan de Ierse overheid komt de lof toe die groei niet te hebben gefrustreerd, maar evenmin als elders in Europa is de overheid in Ierland in staat geweest om zelf welvaart te creëren. Zij kon besluiten om aan de welvaartsgroei niet om ideologische redenen in de weg te gaan staan en dat heeft zij gedaan. Zij heeft een aantal voorschriften van haar voorgangers ongedaan gemaakt en laten weten dat investeerders welkom waren, dat was het wel ongeveer.
Nederland heeft volgens Trouw het grootste migratieoverschot van Europa. Emigratieoverschot zullen ze bedoelen, of negatief migratiesaldo. Maar hoe dan ook, in Nederland vertrekken meer Nederlanders en vooral jonge mensen dan er immigranten binnenkomen.
Er is nog steeds een positief immigratiesaldo van niet-Westerse allochtonen, maar een groter netto vertrek van autochtonen. De meeste van die emigranten gaan naar andere EU-landen, maar er gaan er ook naar Australië en Canada. Dat zou er op duiden dat de EU-wetgeving wel werkt, maar niet van arm naar rijk maar omgekeerd. Daar zou men een beschouwing aan kunnen wijden.
Men zou, gezien de inleiding van het Trouw-commentaar, hoe dan ook verwacht hebben dat er een verband gelegd werd tussen het Nederlandse emigratieoverschot en de regelgeving die het vrije verkeer van arbeidskrachten binnen de EU belemmert.
Maar nee, de reden voor de netto uitstroom van arbeidskrachten is volgens de krant, dat de Nederlandse overheid wordt beheerst door angst voor de immigratie uit derdewereldlanden. Met andere woorden, er komen te weinig niet westerse allochtonen binnen om het vertrek van autochtonen op te vangen.
Het is onduidelijk wat de allochtone immigratie met het vrije verkeer van arbeidskrachten te maken heeft, want op hen is die wetgeving nu juist niet van toepassing.
Het probleem met de niet-westerse allochtonen is juist dat zij als groep te weinig werken of, zoals Trouw dat pleegt uit te drukken, onvoldoende toegang krijgen tot de arbeidsmarkt.
Het beleid van het kabinet is er op gericht geweest de instroom van niet-westerse allochtonen te beperken, vooral ook omdat onze huizenmarkt, onze zorginstellingen, onze scholen, onze sociale zekerheid, ons justitiële apparaat en de veiligheid op straat die instroom niet konden verwerken. Dat beleid zal er op den duur hopelijk toe leiden dat wij van de sociaal economische last van steeds weer nieuwe legale en illegale immigranten uit derdewereldlanden worden bevrijd.
Misschien dat wij dan als vestigingsland voor bewoners van andere EU-landen weer aantrekkelijk worden. Dat zal er dan tevens toe leiden dat minder Nederlandse jongeren hun heil in het buitenland gaan zoeken.
De integratie van de allochtonen die nu wordt gefrustreerd door een voortdurende instroom van nieuwkomers, zou een kans krijgen en ook voor de tweede en derde generatie Turken, die nu emplooi zoeken in het vaderland van hun grootouders, wordt het dan aantrekkelijker om hier te blijven.
Hoe Trouw een pleidooi voor een open Europese arbeidsmarkt kan ombuigen in een kritiek op het zinnige immigratie beleid van het kabinet blijft duister. Met haar politieke stellingname tegen een CDA-kabinet staat de krant overigens in een antirevolutionaire traditie, dat wel. Mensen als de latere OGEM-directeur Boersma en zijn collega Aantjes gingen haar daarin voor.
Tweede voorbeeld:
In de krant van 16 augustus stond op dezelfde plaats als het vorige artikel een pleidooi tegen de nieuwe polypil waar binnenkort een proef mee gaat worden genomen. Het combineert een aantal medicijnen in een lage dosis, waarvan vaststaat dat de combinatie meer baat biedt dan elk medicijn apart en waarvan geen belangrijke bijwerkingen bekend zijn. De pil zou profylactisch dienen te worden ingenomen door ouderen en anderen die tot een risicogroep horen voor hart en vaatziekten. De hoofdredactie is spontaan tegen het nemen van de polypil en ik som haar bezwaren op:
- de pil is een volgende stap in de medicalisering van ons leven. Tot nog toe bleef die beperkt tot vitaminen en andere medicijnen die zonder recept verkrijgbaar zijn.
- De pil maakt gezond eten onnodig en met gezond eten zijn vergelijkbaar gunstige effecten bereikbaar. In dit verband merkt de krant op dat het zo jammer is dat apothekers in de zorg een zo veel belangrijker positie innemen dan diëtisten.
- De combinatie van medicijnen, op grote schaal genomen, kan bijwerkingen opleveren waarvan tot nu toe het bestaan niet gebleken was en die zich bij het gescheiden innemen van elk van de gecombineerde medicijnen niet voor doen.
- Met de polypil wordt een grens verlegd. Wellicht dat er binnenkort vergelijkbare profylactische medicijnen komen voor zwangere vrouwen, zwaarlijvigen, of andere risicogroepen.
De krant is wel voor het nemen van een proef omdat hart en vaatziekten een te belangrijke volksziekte vormen om bij voorbaat nieuwe ontwikkelingen op dit terrein af te wijzen. Maar op je gewicht letten, veel en regelmatig bewegen en een dieet met wat chocola en wijn, veel groente en fruit, vooral veel knoflook is een beter alternatief. Vis in plaats van vlees, twee of drie keer in de week, dat zou de polypil overbodig maken.
De Nederlander in de doelgroep wordt aangeraden om bij de proef kritisch en terughoudend te blijven. Bij twijfel niet slikken is het devies.
Men kan tegen het voorschrijven van medicijnen aan gezonde mensen zijn, bijvoorbeeld om de redenen genoemd in het derde argument. Dat is precies de reden waarom de medische wereld niet begint met de polypil algemeen voor te schrijven maar er eerst op grote schaal proeven mee neemt. De ervaring leert dat ook na dit soort proeven de lange termijn effecten niet altijd worden onderkend, maar dat is geen argument dat Trouw gebruikt. Bovendien zou men de mogelijkheid van bijwerkingen tegen de zekerheid van gunstige gevolgen dienen af te wegen.
De fluoridering van het water is zonder een dergelijke afweging na zware protesten weer afgeschaft. Dat kan men betreuren omdat de gunstige werking op de gebitten van de kinderen die met de fluoridering opgroeiden nog steeds te zien zijn. Men kan er ook begrip voor hebben omdat fluoridering een zaak was van alles of niets: iedereen kreeg gefluorideerd water of niemand. Een vrije keuze was er niet. Bij de polypil is die er wel. Misschien en waarschijnlijk staat bovendien de gunstige werking van de polypil naast de invloed van de gezonde leefwijze en het dieet in plaats van, zoals Trouw suggereert, een vervanging daarvoor te zijn.
De medicalisering van het leven is het soort schijnargument waar lieden die met een ideologie of een godsdienst zijn groot gebracht graag mee schermen. Het doet een beroep op gevoelens in plaats van op de rede: het gevoel dat de natuur goed is, omdat zij ons door de heer is gegeven of chemische producten slecht omdat zij uitsluitend dienen voor de winst van kapitalisten.
Chocola, wijn (alcohol)[1] en knoflook hebben een farmacologische werking en dat is de reden waarom hun gebruik wordt voorgeschreven voor de risicogroepen. Die werking is niet anders omdat de werkzame stoffen uit de natuur komen in plaats van uit een reageerbuis. Met andere woorden, het medicaliseringargument is een dooddoener.
Met het tweede argument komt die aap ook uit de mouw: gezond leven is goed en medicijnen nemen is slecht. Naast de democratie en de mensenrechten hoort kennelijk ook de natuurwinkel tot de positieve krachten in het leven.
De grensverlegging, het vierde argument, heeft geen zelfstandige betekenis. Alleen als men op grond van de andere argumenten overtuigd is dat de polypil slecht zou zijn is iedere andere stap in de richting van profylactisch medicijngebruik een verkeerde stap. De hele argumentatie van Trouw deugt niet. De krant begeeft zich op een terrein waar haar kennis te kort schiet en waar zij haar autoriteit misbruikt.
Gedachten zijn vrij. De vrijheid van meningsuiting is een groot goed, maar het propageren van onhoudbare standpunten is een recht, geen plicht. Men moet zich er niet over verbazen dat het aantal abonnees bij Trouw afneemt.
- Ten aanzien van de inwerking van alcohol op de gezondheid bestaat er een golfbeweging. Een aantal jaren wordt het als gezond aangemerkt, mits met mate en dan weer een periode als ongezond bij iedere hoeveelheid. Op het ogenblik heeft de laatste opvatting weer de overhand.
Dit artikel over het dagblad Trouw verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp.
Meer van Toon Kasdorp vindt u hier
Ik lees geen ‘kwaliteitskranten’ (meer), Trouw niet en vooral niet de NRC (en de Volkskrant).
Het huidig krantenaanbod = wiens (belgisch eu) brood men eet, diens (eenzijdig) woord men spreekt. Objectieve verslaggeving is dood, alles propaganda.