DE WERELD NU

De groeiende overheid

Groeiende overheid, toeslagenaffaire

Nederland en de meeste andere Europese landen hebben na de Tweede Wereldoorlog een verzorgingsstaat opgebouwd.

Het belangrijkste kenmerk ervan is de onbeperkte verantwoordelijkheid die de overheid op zich neemt voor het welzijn van burgers en andere inwoners. Daarnaast ook de dialectiek van een voortdurende stroom klachten en aanpassingen, waaraan een groeiende overheidsmacht zich gebonden voelt.

Het resultaat is dat er in de meeste landen die nu tot de EU horen sprake is van een democratische en welwillende en tegelijk overmachtige[1] staat. Een staat die zich in beginsel het recht voorbehoudt in elk onderdeel van het leven in te grijpen als het welzijn van de mensen daar in haar ogen om vraagt. De zelfstandige en autonome burger is ongemerkt over de horizon verdwenen.

Dat het recht wordt geclaimd om de opvoeding van jongeren over te nemen als in de ogen van de ambtenaar de ouders te kort schieten, wordt nauwelijks nog als schokkend ervaren. Het gedwongen aborteren van vrouwen, die voor het moederschap ongeschikt bevonden werden, stuitte wel op bezwaren, maar die bezwaren hadden meer met het taboe op levensbeëindiging[2] te maken dan met de gedachte dat de overheid zich nu toch bezig hield met terreinen waarop zij geen bevoegdheden heeft.

De richtingloze groei van het apparaat heeft de beheersbaarheid aangetast. Zo nu en dan blijkt door een plotselinge doorkijk dat het overheidsapparaat niet goed functioneert. Niet omdat de mensen die er deel vanuit maken onbekwaam zijn of onvoldoende opgeleid, maar omdat de overheid niet langer doelmatig is georganiseerd.

Een tijd geleden werden er openbare hoorzittingen gehouden over het functioneren van het TBS systeem in Nederland. Het is opvallend hoeveel bezwaren de praktijkmensen bleken te hebben tegen het functioneren van het systeem waar ze dagelijks mee van doen hebben en hoe gemakkelijk die problemen zouden zijn te verhelpen, zo op het eerste gezicht tenminste. De Kamerleden voor wie de hoorzittingen zijn bedoeld keken of ze het voor het eerst hoorden en waarschijnlijk was dat ook zo.

Als het waar is wat je als buitenstaander dan meent waar te nemen, dan moet de conclusie zijn dat er binnen de overheid onvoldoende feedback van de praktijk naar de beslissingnemers is. Dat geldt waarschijnlijk niet alleen voor de justitionele organisaties, maar ook voor het onderwijs, de zorg e.t.q. De informatie vanuit de praktijk, of het veld zoals dat in de sociale wetenschappen heet, over het functioneren van door de Kamer aangenomen wetten bereikt de Kamer niet. Waarschijnlijk bereikt het de ambtelijke instanties wel, maar niet op een manier dat er effectief iets mee kan worden gedaan. Het komt niet bij de juiste instanties terecht of het wordt geformuleerd op zo’n manier dat de ontvanger er weinig meer mee kan.

Hoe dan ook, de wetgevers weten niet of de regels die ze maken ook doen wat ervan verwacht wordt. De informatie op basis waarvan wetten en andere regels worden gemaakt is ontoereikend of zelfs misleidend. Een onderzoek naar de oorzaken daarvan zou hoge prioriteit moeten hebben, als we hier met een probleem te maken hebben dat de hele overheid aangaat en al haar functies.


  1. De overheid is overmachtig in de zin dat er weinig in de samenleving kan gebeuren of zij is er bij betrokken, maar aan de andere kant ook onmachtig omdat zij niet gefocust is en eigenlijk niemand in staat is grip op haar activiteiten te krijgen.
  2. Dit is het soort levensbeëindiging waar een Vaticaanse official Nederland verwijten over maakte, waarbij hij verwees naar Hitler Duitsland. Hem was waarschijnlijk niet bekend dat lang voor dat Hitler aan de macht kwam euthanasie en abortus in Scandinavische landen wettelijk geoorloofd was, het laatste om eugenetische redenen.

Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp