DE WERELD NU

De Frans-Duitse EU-as is niet meer

Afgelopen week heb ik de belangrijkste economieën van de Eurozone onder de loupe genomen, en geschetst hoezeer hun directe doelen afwijken van een gemeenschappelijk federaal ideaal. Als een bootje met vier volwassenen begint te zinken is de meest algemene houding er normaal gesproken een van: ieder voor zich. Samenwerking, altruïsme, wederzijdse hulp? Theoretische begrippen, die in doodsnood als eerste overboord slaan, opdat haaien, piranha’s dan wel krokodillen gevoed worden. En idioten die zich jarenlang hebben laten melken, komen tot hun afschuw tot de ontdekking dat zij als eersten aan de vissen worden gevoerd. Maar zoals de Fransen dat zo fraai kunnen uitdrukken: C’est la vie.

En zo geviel het in het jaar van de uiterste nood van de Eurozone, dat de Republiek der Fransen – zonder zich iets gelegen te laten liggen aan de andere lidstaten – dacht te kunnen onttrekken aan het gemeenschappelijke beleid. Uiteindelijk is dat ook hetgeen de Fransen altijd heeft gekenmerkt als zij in grote nood verkeerden: hun vrienden werden geacht zich te houden aan hun verplichtingen, maar Frankrijk zelf is verheven boven dergelijke futiliteiten. Frankrijk vóór alles.

Zo ontstond ook de eerste grote scheur in de Eurozone, nota bene gecreëerd door een Franse eis aan Duitsland, als tegenprestatie voor de Duitse hereniging in 1990. Al in 2003 schonden Frankrijk en Duitsland – weliswaar gezamenlijk – de eisen van het stabiliteitspact dat de Eurozone moest beschermen tegen een alleingang van lidstaten dewelke het even minder goed uitkwam zich te houden aan eerder opgestelde regels. En de EC-commissie stond er bij en keek er naar – machteloos, en dociel. Voor wie er ooit aan getwijfeld had werd toen duidelijk dat deze beide landen dachten samen te kunnen doen wat hen beliefde, mits voorafgaand aan Eurotoppen kortgesloten. En tien jaar lang bleek dat inderdaad zo te kunnen gaan.

Nu de nood dus weer zeer hoog is, toont Frankrijk welk een ongelukkige combinatie een incompetente socialistische president is als er besluiten moeten worden genomen. Sarkozy was achteraf beschouwd geen groot succes, maar van hem moet in ieder geval worden erkend dat hij zijn best heeft gedaan. Hollande vind dat iets dat niet past bij zijn waardigheid van Frans staatshoofd, en heeft dan ook gewoon maling aan wat in gezamenlijk EU-verband is afgesproken. Frankrijk kondigde vorige week aan dat het in 2013 geen verdere pogingen zal ondernemen het tekort onder de 3,7% te brengen. Wel liet Hollande sussend weten dat de doelen die waren gesteld voor 2017 – 0% tekort –  nog steeds door de Franse regering als leidraad worden gezien. Dat is toch weer mooi van een land, waar de overheid 56% van het GDP spendeert.

Kansloos, dus. Dat minister van Financiën Pierre Moscovici aankondigde dat het land zijn Europese partners om een jaar respijt zal vragen is niet meer dan een kleine beleefdheid achteraf, maar niet voor onderhandeling vatbaar – en is dus een dictaat.

Wat anders is vergeleken met 2003 echter, is dat Frankrijk en Duitsland geen voorafgaande afspraken maakten over de Franse desertie uit de budgettaire afspraken. Nu wordt Duitsland al enige tijd heel zenuwachtig van de gebeurtenissen in Italië, die de bezorgdheid over Spanje naar de achtergrond hebben verdrongen, maar Frans verraad is in politiek Duitsland op dit moment niet acceptabel. De directe reactie van de fractievoorzitter Rainer Brüderle van de liberale regeringspartij FDP liet aan duidelijkheid niets te wensen over. Brüderle zondag op een partijbijeenkomst:

Duitsland mag niet toestaan dat Frankrijk de afspraken van het Europese begrotingspact schendt. Op zijn minst moeten wij Frankrijk niet aanmoedigen.

En ook:

We must take heed because the fiscal pact breakers are out and about once more.

Want al is Brüderle niet heel ervaren, deze aanstaande FDP-lijsttrekker bij de Bondsdagverkiezingen op 15 september beseft als geen ander dat zijn partij een sleutelrol zal spelen voor Angela Merkels kansen een derde termijn als bondskanselier in de wacht te slepen. En onderdeel daarvan is dat de FDP de kiesdrempel van 5% haalt. Brüderle heeft er dus belang bij zo hoog mogelijk van de toren te blazen, teneinde zijn bestaansrecht te benadrukken. Ook wat hij zei over Italië en de ECB was overigens interessant (en in lijn met wat ik daarover eerder schreef):

De centrale bank ,,kan geen reparatiedienst zijn voor verkeerde verkiezingsuitslagen zijn”

Duitsland, kortom, weigert zich door de Fransen in de kou te laten zetten. Al is niet eenvoudig aan te wijzen hoe de Duitsers de Fransen zouden kunnen dwingen. Vanzelfsprekend is de kans enorm dat later dit jaar de financiële markten Frankrijk enorm te grazen zullen nemen, maar dan zal het te laat zijn om nog beslissende actie te kunnen ondernemen. In Duitsland neemt het enthousiasme voor de euro echter steeds verder af, ook als gevolg van geluiden uit Parijs dat de koers van de euro te hoog is.

Het is wellicht het meest dodelijke signaal van de doodsstrijd waarin de Eurozone lijkt terecht te komen, dat nu de onderlinge strijd van staten weer tot een hoogtepunt lijkt te komen, de nationale politici het toneel voor zich opeisen. Met voorbijgaan van de feitelijk insignificante Europese Commissie en haar vele voorzitters (bij de laatste telling: 3, ongeacht de fanatieke pogingen van EP-voorzitter Schulz serieus te worden genomen: daarvoor een tè beperkt genie).

Als de EU nog de indruk wil wekken serieus aan de slag te gaan in 2013, is het hoog tijd dat Merkel en Hollande de koppen bij elkaar steken en het eens worden. Maar de kans daarop lijkt steeds kleiner te worden, met alle mogelijke gevolgen voor de Eurozone van dien.

 

Eerder verschenen op Dagelijkse Standaard.