De EU en haar achterban
De ware achterban van het EU-project begint er zenuwachtig over te worden.
We zijn geneigd het te vergeten met alle debatten over vrede, veiligheid en de belangrijke rol die de EU in de wereld zou moeten spelen, of zelfs nog spelen gaat, maar de werkelijke drijvende kracht achter de Europese samenwerking is altijd het bedrijfsleven geweest. Het bedrijfsleven heeft immers grote baat bij rust, open grenzen en instromende gelukszoekers die de lonen drukken.
Cynisch? Natuurlijk, maar daarom niet minder waar. Het is niet voor niets dat de Europese idealisten die aan de wieg van het Europese project stonden begonnen met de EGKS, en via de portemonnee hoopten vrede op het Europese landschap te doen neerdalen. het idee dat welvaart op zijn beurt weer vrede schept is niet onredelijk, maar ik krijg meer en meer het gevoel dat de zo bereikte vrede slechts tijdelijk kan zijn. Op deze gedachte kom ik later in een andere context nog eens uitgebreider terug.
Voor het huidige moment, waarin de EU aan de naden heeft losgelaten, en dreigt uiteen te vallen, is vooral van belang hoe de zakelijke wereld kijkt naar de gebeurtenissen. Met afschuw, kan ik U verzekeren. Vorige week was de zakelijke elite verzameld in Davos, en de commentaren waren niet mals.
Een belangrijk gesprekspunt bleek al de vraag: wat komt er na de Euro? De juiste vraag op een ongelukkig moment, maar zakendoen is vooruitzien. Men was het er ook over eens dat alleen een snelle volledige samensmelting zou kunnen voorkomen dat de EU totaal oplost, en dat lijkt me een correcte analyse. Evenzeer zelfverzekerd kun je daar met vertrouwen aan toevoegen dat het niet gebeuren gaat. De bevolking, al zozeer getergd, zou zomaar de huidige elites kunnen wegvagen. En dan is iedereen verder van huis, want laten we daarover geen misverstand laten ontstaan: hoezeer een andere aanpak ook belangrijk is, het blijft een feit dat je daarvoor mensen nodig hebt die weten hoe de systemen werken in de verschillende lidstaten. een opstand die de elites wegvaagt kan daarom weinig positiefs bijdragen – behalve een gevoel van enorme opluchting en een rechtsgevoel dat bevredigd is.
Dat de scheuren in de wereldeconomie volgens het IMF slechts een vertraging te zien geven is een hoopvolle stelling tegen beter weten in. Er zit weer een grote recessie aan te komen, en alle capriolen van de Centrale banken (QE’s) van de afgelopen 7 a 8 jaar zouden wel eens tot gevolg kunnen hebben dat we afstevenen op een depressie die de beruchte Grote Depressie uit de jaren dertig van de twintigste eeuw in de schaduw gaat stellen. De winstgevendheid van Amerikaanse bedrijven uit de S&P500 wijst in ieder geval in die richting.
Veel angstwekkender is echter de mate waarin de Europese banken toekomstige verliezen op hun Non-Performing Loans (NPL) hebben afgedekt:
De reserves in deze zogeheten stroppenpotten zijn in het eurogebied niet hoger dan zo’n 50%. Een grote recessie kan de EU dus absoluut niet verdragen, omdat het er alle schijn van heeft dat het Europese bancaire systeem in dat geval volledig zal desintegreren.