Het dataplan De Jonge waarmee de minister van Volksgezondheid telecomproviders gebruikersdata vraagt om aan het RIVM te geven mag wettelijk niet. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) tikte hem op de vingers.

Want wat de minister wil, dat mag volgens de bestaande wetgeving niet. Daarvoor moet hij eerst een wijziging van de Telecomwet aan het parlement voorstellen. Oeps, foutje.

Minister Hugo de Jonge blaakt altijd van de daadkracht. Als één van de generaals die de troepen in de strijd tegen de Corona-vijand leidt vindt hij een stevig optreden nodig, en veel loze woorden overigens wanneer men in een persconferentie Nederland op de hoogte brengt van (het gebrek aan) vooruitgang in de pandemie-oorlog. Desnoods lapt hij daarbij de wet aan zijn generaalslaars, bijvoorbeeld om de burger data te ontfutselen waarmee het RIVM vervolgens aan de gang kan.

In het de COVID19-update aan de Tweede Kamer meldde De Jonge gisteren

“Het verloop van de verspreiding van het virus is namelijk een belangrijk meetlat waarop we beoordelen of we maatregelen kunnen versoepelen of moeten overgaan tot strengere maatregelen. […]

Omdat de beschikbare indicatoren met vertraging informatie geven adviseert het OMT anonieme data van telecomproviders beschikbaar te maken. Ik heb daarvoor, na overleg met de autoriteit persoonsgegevens, de telecomproviders gevraagd hun data ten behoeve van de wetenschappelijke behoefte van het RIVM aan het RIVM ter beschikking te stellen.”

Lukt het niet met een Corona-app, dan snijden we even de bocht af, zal Hugo ‘De Stiekeme’ gedacht hebben. Daarbij vergetend dat het verstrekken van data van mobiele bellers door telecomproviders niet zo maar mag. Een privacy-dingetje, maar daar weet een basisschoolleider natuurlijk niet zo veel van. Gelukkig zat de Autoriteit Persoonsgegevens (AP, normaal een akelig sloom instituut) op het vinkentouw en gaf de minister een zeer terechte tik op de vingers (overigens niet op de AP-website vermeld).

Het overigens evenzeer alerte Financieele Dagblad berichtte daar vandaag over:

“’Van goedkeuring van de Autoriteit Persoonsgegevens voor het delen van telecomdata is geen sprake’, aldus de toezichthouder die waakt over de privacy van burgers in een reactie op de brief van de minister. Ook de telecomproviders weten van niets.”

Of de telecomproviders hebben besloten schone handen te houden en te zeggen van niets te weten. Maar de AP wel. Want over verstrekking van data overleggen is – in het licht van de telecomwet – ook al gauw een privacy-dingetje.

Het vakblad Computable berichtte vanochtend tot overmaat van ramp voor De Jonge ‘Corona-app is nog lang niet klaar‘. Een stevig lesje voor de minister: vanochtend moest hij zijn avontuur in de telecom in een brief aan de Tweede Kamer rectificeren en in de krant lezen dat hij niet snapt dat de overheid niet zo maar in privacy-gevoelige gegevens van burgers mag grasduinen. En als je zo om wilt gaan met privé-gegevens burgers, wordt die app vast een doorslaand succes. Over het dataplan De Jonge zullen we denkelijk niet veel meer horen.