Brexit, postmodernisme en het naderende einde van het pc-denken
Drie jaar geleden zag Peter Louter Brexit als een breekijzer dat het politiek-correcte denken mores leren zou en het postmodernisme terug zou dringen tot de geringe relatieve waarde die het waar maakt. Vergelijken met het heden is om meerdere redenen interessant, nu alom wordt geroepen dat de No-deal-exit waarmee Boris Johnson dreigt het einde der beschaving inluidt.
Het lezen van kranten is deze dagen een waar feest. Vergelijk bijvoorbeeld eens wat ze vóór Brexit en ná Brexit schrijven. Ná Brexit heeft een hoog gehalte aan het dempen van de put nadat het kalf verdronken is. Niet méér Europa, maar een beter Europa, wordt ons voorgeschoteld door dezelfden die dat vóór Brexit niet als een harde conclusie trokken. De hardcore eurofielen zijn nog niet zo ver en dopen hun pen in azijn. Voor hen is het ‘populisme’ de zondebok en referenda zijn slecht. Ik zoek de zondebok in het postmodernisme dat een nieuw dualisme tussen hart en hoofd schiep waar eigenlijk niet mee te leven valt.
Vanochtend zocht ik bij het openslaan van de Volkskrant het eerst naar de column van Martin Sommer. De laatste jaren ben ik een fan van hem geworden. Vandaag opent de Volkskrant haar Opinie&Debat-pagina met zijn column en dat is een eer die hem, als ik het me goed herinner, niet eerder te beurt is gevallen. “Brussel is diep gevoelde inbreuk op ons denken en doen”, schrijft Sommer in zijn artikel met de titel: ‘Een conservatieve revolutie’. Sommer grijpt terug op Tocqville en beschrijft de stroming die Brexit veroorzaakte als een tegenhanger van de ‘Franse Revolutie’. De betekenis van ‘Gelijkheid en Broederschap’ strekt zich voor de meeste mensen niet uit tot mondiaal niveau en iedereen. “Het onbehagen staat al jaren op het menu.”, schrijft Sommer en vervolgt die constatering met: “Maar het Europese midden slaagt er alsmaar niet in woorden te vinden die hout snijden. Juristen en economen domineren van oudsher het Europadebat, en in hun optiek is het onbehagen eenvoudigweg geen categorie.”. Dat onbehagen, ook wel smalend ‘onderbuikgevoelens’ genoemd door de politiek correcten, weet Sommer wel goed te verwoorden: “Zeden zijn manieren van denken, doen en voelen. Ze gaan vooraf aan wetten, zijn ongeschreven en daarom moeilijk grijpbaar. (….) Zeden zijn ingebed in het verleden en hebben een sterke morele dimensie: zo doen wij dingen.”
Er zijn helaas nog te veel opiniemakers die het helicopterniveau van Sommer niet halen. “Dit was een stem tegen globalisering” luidde het hoofdcommentaar in de NRC van gisteren dat er de volgende conclusie aan verbond: “Een overwinning van kortzichtig nationalistisch populisme, dat aan twee kanten van de Atlantische oceaan in opkomst is“. De NRC is bepaald niet de enige die zich politiek-correct blijft verzetten tegen het erkennen van de ‘zeden’ van Martin Sommer. De Volkskrant heeft daar Bert Wagendorp voor. Die schrijft in zijn column vandaag: “Het volk op De Eilanden liet zich door politieke rattenvangers als lemmingen naar de rand van de afgrond voeren (…)”. Wagendorp is op zijn best als hij zijn postmodernistische gal spuugt. In zijn ‘postmoderne bubbel’ ontgaat het hem echter dat juist het postmodernisme het belangrijkste probleem vormt in deze woelige tijden.
Het postmodernisme heeft ons onzeker gemaakt. Het heeft ons geleerd dat we onze natuurlijke instincten en aangeboren ‘zeden’ niet meer mogen vertrouwen en dat zelfs ook de woorden die we gebruiken onbetrouwbaar zijn. Het heeft een vlucht veroorzaakt naar het ‘veilige’, politiek correcte denken dat een zaak van het hoofd is, maar niet van het hart. Aanhangers van het politiek correcte zijn gedwongen te leven met een valselijk beeld van de werkelijkheid. Het hart is onbetrouwbaar en daarmee staat het dualisme weer helemaal op de kaart. We zijn daarmee terug bij Plato, Augustinus en Descartes. De tegenwoordig alom geëerde Spinoza herstelde in de zeventiende eeuw de orde en bracht hart en hoofd weer als onafscheidelijk bij elkaar zoals Sommer dat vandaag in de Volkskrant op zijn eigen wijze doet. Het zijn profeten die in eigen land nog onvoldoende worden geëerd.
Europa is niet de zondebok, noch zijn haar leiders en supporters dat. Ze hebben zich, om de woorden van Wagendorp te hergebruiken, door de rattenvangers van het postmodernisme als lemmingen naar de afgrond laten leiden en nemen iedereen mee in de postmoderne waan van de dag.
Als er één conclusie moet worden getrokken is het wel dat de menselijke maat en zeden weer leidend moeten worden. Weg met het postmodernisme en de daarmee samenhangende dualiteit van lichaam en geest. Ze zijn één!
Dit artikel verscheen eerder op Peter’s Blogboek
Meer van Peter Louter op Veren of \lood vindt u hier.
Mooie samenvatting,
“Europa is niet de zondebok, noch zijn haar leiders en supporters dat. Ze hebben zich, om de woorden van Wagendorp te hergebruiken, door de rattenvangers van het postmodernisme als lemmingen naar de afgrond laten leiden en nemen iedereen mee in de postmoderne waan van de dag.”
“Het postmodernisme heeft ons onzeker gemaakt. Het heeft ons geleerd dat we onze natuurlijke instincten en aangeboren ‘zeden’ niet meer mogen vertrouwen en dat zelfs ook de woorden die we gebruiken onbetrouwbaar zijn. ”
Punt van herkenning…
Mijn vrouw, zich totaal niet bezig houdend met politiek in het algemeen zei me een paar maanden geleden spontaan: “Dat socialisme dat bij de mensen door de strot wordt geduwd, is blijkbaar niet iets waar de mens van nature toe geneigd is.”. I rest my case, zei ik.