Bindend referendum – democratie en bedrog
Dat het bindend referendum er niet zou komen lag eigenlijk voor de hand. Dat is een minder grote ramp dan we nu denken.
Er zijn twee grote problemen met het bindend referendum, en diverse kleinere die zich allen moeilijk laten oplossen. Dat het in Zwitserland een goed werken systeem is is daarvan eerder een bevestiging dan iets dat an sich tegen de redenaties van de tegenstanders pleit. Die grote problemen zijn de EU en de gegroeide Nederlandse wijze van landsbestuur.
Dat men binnen de moloch in Brussel tegen referenda – en zeker bindende – is, behoeft verder weinig betoog. Het Oekraïne-referendum van vorig jaar zou daarvoor al voldoende argument kunnen zijn. Daar moet echter nog aan worden toegevoegd dat het vrijwel onbestaanbaar is dat het Nederlandse Regentendom het afgelopen jaar niet te horen kreeg dat de EU er diep ongelukkig mee zou zijn mocht het doorgaan: de veranderde positie van D66 bewijst dat feitelijk. Het is daarom ook geen wonder dat precies alle partijen die iets te verwachten hebben van baantjes uit Brussel zich nu tegen dat bindende referendum hebben gekeerd. GroenLinks gaf er in het debat ongewild een exposé van:
GroenLinks-woordvoerder Özütok vindt dat het niet meer bij haar partij past om met een simpel ja of nee een streep te zetten door een wet. Ze ziet meer in andere vormen van medezeggenschap om de democratie te versterken.
GroenLinks heeft gemerkt dat haar doordringen in de haarvaten van de samenleving haar veel meer invloed heeft bezorgd dan de standpunten die zij propageert democratisch gezien zouden moeten rechtvaardigen. De zogenaamde Mars door de instituties is door GL effectief gemaakt, wat mensen die roepen dat cultuurmarxisme niet bestaat er verder ook over mogen roepen.
Het tweede grote punt zit ook diep verankerd in datzelfde Nederlandse Regentendom. Veel wetgeving en manieren waarop de Nederlandse staat is georganiseerd is zo ingericht dat het de partijcratie ten dienste staat. Dat dat niet aan één of twee partijen is op te hangen bewees de opkomst van de VVD als ’s lands grootste partij, toen zij moeiteloos de dominante positie van het CDA overnam. D66, het progressieve achterneefje van de VVD, laat eenzelfde ontwikkeling zien, met dezelfde veranderende instincten. Zij aast op de eertijdse positie van de PvdA. Macht corrumpeert, veel macht corrumpeert erg, en met de absolute macht kun je ze eenvoudig niet mee vertrouwen. Bindende referenda zouden die macht doorkruisen, mogelijk zelfs volledig teniet doen. En de nieuwe grootste partij van het land geniet er nog teveel van om haar dominantie nu al vrijwillig op te geven.
Subsidiair met dit tweede punt moet worden opgemerkt dat een bindend referendum het einde van de gebruikelijke Nederlandse achterkamertjespolitiek – beter bekend als coalitiebesprekingen – zou betekenen. Omdat ook vanuit burgers zelf een referendum zou kunnen worden georganiseerd zou het zinloos blijken om in regeerakkoorden vast te leggen dat men niet zal aansturen op een referendum als men zijn zin niet krijgt. Dat zou de Haagse kaasstolp openbreken, en dat is iets waar weinigen in politiek Den Haag naar uitkijken.
Ben ik een voorstander van referenda? Eigenlijk minder dan ik zou willen. Drie kleine puntjes die voor de dagelijkse gang van zaken essentieel zullen zijn.
- Onvermijdelijk zal er een overgangsperiode zijn waarin veel mis zal gaan – ook de bevolking zal aan het instrument moeten wennen.
- Een tweede punt is dat ik me geen zorgen maak over de internationale verdragen waarachter D66 zich nu verschuilt, maar over de landsbegroting en andere essentiële financieel-economische beslissingen. Niet dat de huidige bezetting van de Tweede Kamer op dat gebied ook maar enige competentie bewezen heeft, maar dat men zich verschuilen zal achter de ‘fouten’ die referenda veroorzaken staat al bij voorbaat vast.
- Een derde punt tenslotte is dat een overgang naar een systeem waarin een bindend referendum domineert een volledige verandering van de staatkundige inrichting van Nederland vereist, inclusief gekozen burgemeesters en paradoxaal genoeg een meer collegiaal bestuur.
Wie hierover wat dieper nadenkt zal moeten beseffen dat dit laat zien dat eigenlijk de hele Nederlandse staat opnieuw zou moeten worden opgebouwd en ingericht. Wie dat serieus wil overwegen, kan beter onderaan beginnen en doorwerken naar boven dan andersom. Dat het huidige bestuur de competentie mist dat aan te pakken is overigens ook een gevolg van het huidige systeem, en een belangrijke reden waarom dat op de heling moet. Maar dat laat onverlet dat het nu invoeren van een bindend referendum door de voorstanders vooral wordt gezien als een mogelijkheid ook wat in de melk te brokkelen te krijgen. Dat het de verkeerde volgorde neemt vindt men minder belangrijk dan die inspraak. En dat is een reden om niet al te ongelukkig te zijn met dit falen, ditmaal.
Een vierde punt: de kwaliteit van popmuziek. De drie-akkoordenellende die het gros van de ‘demos’ koopt. Wat middels referenda wordt verkozen, laat zich vergelijken met wat op nummer 1 staat in de Top 40. Het gaat volstrekt voorbij aan al dat moois, en aan al die kwaliteit, die er nog meer te halen is in de muziek. Maar waarvoor men zich wel even dient te verdiepen in muziek. En waarvoor men de ‘luie oortjes’ wel even dient te laten wennen aan lastige modulaties.
Dat zo gezegd zijnde, zit ik eigenlijk ineens de andere kant op te denken: Moeten er niet wat meer kwaliteitseisen, en strengere toelatingseisen, worden gesteld aan de huidige politici? Dat zit allemaal maar een beetje dom te wezen in Den Haag. Moeten we geen toelatingsexamen verplicht stellen bij de ingang van de Staten-Generaal? Een diploma statistiek op hoog niveau? Boekhouden? Econometrie? Filosofie?
Dan kan die kamer ook meteen terug naar 75 zetels. En die andere naar 35. Scheelt een hoop gelul, geouwehoer en geouweneel.
Mijn stelling: Een referendum is suboptimaal, inderdaad mede om de reden die Daan noemt. Dit is waar we naar op zoek zijn – en dat zit grotendeels al verpakt in de voortreffelijke analyse van de auteur: een groep parlementariërs die voorstellen en plannen op hun merites bekijken en niet om oneigenlijke of gecorrumpeerde redenen ergens voor of tegen stemmen. In de tweede plaats zou de Tweede Kamer veel meer oog moeten hebben voor het terugdraaien van wetten en regelgeving. De noodzaak van roll-back is een ondergeschoven kindje. De harde roep om referenda is een onbetaalde rekening van ons nepparlement.
Ik ben een fel voorstander van referendums. Zoals hierboven al gezegd wordt, het is de achterkamertjes politiek en zelfverrijking die momenteel heerst. Het welzijn van het volk is niet aan de orde.
Referendums zal hen laten nadenken. Kans is heel groot dat na een paar jaar praktisch geen referendums meer zullen zijn. Politici weten donders goed hoe het volk denkt. Ze zullen zorgen dat het niet zover zal komen.
Inderdaad is een totale herziening van de staatshuishouding nodig, instelling van een gekozen constitutioneel hof, afschaffing van de raad van state en de 1e kamer, en invoering van collegiaal bestuur op gewestelijk niveau onder afschaffing van provincies en gemeentes, en gekozen gewest burgemeesters.
De Zwitsers laten al eeuwenlang zien hoe het wel moet, met referenda.
Er is zoiets als “Wijsheid van de massa”.
‘k Ben een sterk voorstander van zowel raadgevende-, maar vooral bindende referenda.
Het zijn zeer sterke aanvullingen op de 4-jaarlijkse algemene verkiezingen, in onze
vertegenwoordigende democratie.
Ook voor de instelling van een Constitutioneel Hof of Supreme Court, heb ik vaak gepleit.
Natuurlijk moet goed vastgelegd worden, de voorwaarden voor referenda, en de
staats-rechtelijke criteria. Overdreven: het is niet de bedoeling, dat elk referendum,
elke aangenomen wet of de Grondwet zomaar zou kunnen veranderen.
Om te beginnen, lijken referenda bedoeld voor nieuwe beleids-voornemens.
Verder noem ik als voorbeelden voor een Constitutioneel Hof: het op orde brengen van de Grondwet; het toetsten van wetten aan de Grondwet: deelnemerschap in internationale verdragen en -organisaties; zaken die de soevereiniteit aangaan; immigratie; vaststelling wat een [ binnendringende] “godsdienst” is; sluitende omschrijving wat VvMU is; vaststelling wat maatschappelijke- en persoonlijke dwingelandij is, en de vrijwaring daarvan.
Overigens: het noemen van “internationale verdragen” als argument dat referenda
niet verantwoord zouden zijn, is een drog-reden.
Dat het hele staatsbestel zal moeten worden omgebouwd is een zekerheid. Nu is de democratie volkomen verrot doordat de partijen geen oppositie meer voeren maar lid zijn van het kartel, waarbij er elke 4 jaar stuivertje gewisseld wordt binnen de politieke kaste en politici hun mooie woorden (klinkklare leugen zo blijkt steeds meer) zijn vergeten zodra de stemmen binnen zijn en de de koehandel weer vrolijk verder kan gaan.
Zoals ieder systeem dat niet verandert, gaat deze indirecte democratie, die verworden is tot partijcratie zonder morele of ethische ondergrond, steeds meer schuren met de werkelijkheid. Men kent de spelregels te goed en nu wordt het volk misbruikt door dit kartel, dat zijn tentakels in de hele maatschappij heeft door de doorstroming in topfuncties.
Wie kan beweren dat het stemvee in de 2e kamer het volk vertegenwoordig? Ze stemmen zoals de partij ze voorschrijft en als er niet gestemd wordt is de 2e kamer leeg.
De wereld om ons heen verandert. Het huidige systeenm is verrot en kraakt in zijn voegen. De schrijver kan zijn bedenkingen hebben over referendamaar Panta Rhei, alles stroomt, de ene off de andere kant op. Het huidige systeem leidt naar steeds meer dictatoriaal bestuur, meer regels en belastingen, een steeds groeiende en wilder geld uitgevende overheid en steeds minder vrijheid voor de mensen.
Het kan dus of de tirannieke, semi-communistische kant op, met onze roergangers in Brussel, of de kant op van meer directe democratie, wat inhoudt dat burgemeesters en volksvertegenwoordigers hoofdelijk gekozen worden en belangrijke beslissingen dmv referenda aan het volk worden voorgelegd.
Andere smaken zijn er niet. Doorgaan op de huidige weg, met toestanden zoals het laatste decennium met nu de walgelijke onderonsjes in de formatie en het uitsluiten van de PVV als tweede partij leidt naar een breuk, een gewelddadige verandering. De kruik gaat zolang te water tot hij barst. De kartelpartijen verliezen snel hun basis en daarmee hun geld en macht. Dat moet in een vreedzame transitie plaatsvinden, maar zoals het walgelijke gekonkel in de 2e kamer over de bindende en raadgevende referenda aantoont, zijn we op weg naar een catastrofe. Want als de machthebbers per se de macht willen houden en uiteindelijk ten val komen, dan zal die macht opgevuld moeten worden en als er geen eensgezinde macht in Nederland meer is dan is de chaos daar en kunnen we vaarwel zeggen tegen Nederland zoals we het kennen en liefhebben.
Hoe lang laten de mensen zich nog bedriegen en van achteren nemen? Is ieder besef van persoonlijke vrijheid, zelfbeschikking en deelname in gemeenschapsbeslissingen uit de mensen geslagen?
@DGNeree: zeer goede en leerzame reacties.
Bedankt.
Bij de discussie over het referendum moet de negatieve houding van de EU tegen dit fenomeen natuurlijk wél meegenomen. EU-gezellen zoals de VVD, PvdA, D’66 en GL zijn na de uitkomst van het Oekraïne-referentie, terug gefloten en op intimiderende wijze te verstaan gegeven dat de mening van het volk van onderschikt belang is (zij worden immers tóch omvolkt door meer meegaandere rassen op deze aardkloot.
Het publieke geloof in de politiek is weg. Daarom zijn referenda gewenst. De zittende macht begrijpt er niets van. Want macht is hun gewoonterecht geworden. Zelfs de verloren PvdA blijft fijne politieke baantjes uitdelen. Waar halen ze de moed vandaan? Deze verliezers vernietigen zichzelf (na enorm veel schade aangericht te hebben). Helaas. 1,5 miljoen moslims in dit kleine landje spreekt boekdelen. Het is een schande.