Antisemitisme – twee conflicterende standpunten
In de Volkskrant van 29/12/10 stond een artikel van de arabist Martin Janssen over het antisemitisme in Europa en de islamitische landen.
De stelling was dat antisemitisme en antizionisme nauw verwant zijn en dat het tweede in hoofdzaak een versluierde vorm is van het eerste. Wie indertijd de antiracisme conferentie in Durban, Zuid Afrika, heeft gevolgd zal niet kunnen ontkennen dat in de derde wereld en bij de Verenigde Naties extreem veel antisemitisme voorkomt. Vaak inderdaad in de door Martin Janssen bedoelde gecamoufleerde vorm. Maar dit wisten we al langer. Interessanter lijkt me de vraag of dit een vorm van haatzaaien en groepsbelediging is waartegen in Nederland strafrechtelijk zou kunnen worden opgetreden.
Zoals bekend is het soort haatzaai- en beledigingsartikelen waar het hier om gaat in de strafwet gekomen in reactie op de jodenhaat van nazi’s en Nederlandse fascisten in de periode die aan de Tweede Wereldoorlog vooraf ging. Ze hebben niet geholpen om de latere joden vervolgingen en de transporten naar de vernietigingskampen te voorkomen. Of een strengere internationale handhaving van de norm tegen antisemitisme de Holocaust hadden kunnen voorkomen, kan worden betwijfeld. Toch gaat het daarbij om een belangrijke norm. De schending ervan heeft niet alleen het joodse volk maar ook de westerse samenleving een niet te herstellen schade toegebracht. Aangezien het strafrecht dient om de belangrijkste normen in de samenleving te handhaven en levend te houden bij de bevolking, is een tegen het antisemitisme gerichte strafrechtelijke bepaling ook tegenwoordig nog zinvol.
Daarbij is het nodig dat zij geen dode letter blijven maar dat mensen die zich anti-joods of antizionistisch uiten daadwerkelijk worden vervolgd.
Een opleving van het antisemitisme, in welke vorm dan ook, zou ondenkbaar horen te zijn, maar de praktijk wijst anders uit. De uitspraak van Bolkestein, dat joden zich alleen in Amerika en Israël nog beschermd kunnen voelen is een beledigende maar tegelijk een ernstig te nemen waarschuwing aan het adres van dit werelddeel, waar goed over nagedacht zou moeten worden.
Toch is om technische redenen een vervolging van antisemieten met behulp van de bestaande artikelen inzake groepsbelediging of haatzaaien niet de geschikte manier. Daarvoor bevatten deze artikelen een te vage norm. Het zijn normen van een soort die eigenlijk in het strafrecht niet thuis horen. Daar hoort, als het goed is, man en paard te worden genoemd. Men formuleert daar zo gericht en zo duidelijk mogelijk. Niet : ‘een telefoontap’ is verboden bijvoorbeeld, maar: ‘hij die met een technisch hulpmiddel een gesprek dat in een woning, besloten lokaal of erf wordt gevoerd opzettelijk afluistert anders dan in opdracht van een deelnemer aan dat gesprek’ wordt gestraft met..
Wie antisemitisme met het strafrecht wil bestrijden doet er beter aan een artikel te formuleren ongeveer als volgt: hij die iemand vanwege zijn joodse geloof of onwaarheden over het joodse volk of de staat Israël verkondigt, wordt gestraft met. Dan weten we waar we aan toe zijn en dan wordt ook niet op een oneigenlijke manier het bewuste strafrechtartikel gebruikt om de vrijheid van meningsuiting te beperken.
Zou zo’n artikel iemand verhinderen om in het openbaar er op te wijzen dat het niet aangaat wanneer joodse kolonisten met stenen naar Palestijnse burgers gooien zonder dat er daarbij sprake is van zelfverdediging of wanneer Israëlische dienstplichtigen Arabische vrouwen beledigen? Ik meen van niet, maar het zou wel Nederlandse politici verhinderen om buiten de Kamer te suggereren dat dit soort gedrag typerend is voor Israël of dat de bezetting van de West Bank de schuld is van alle onheil in het Midden Oosten. Dit soort socialistische en katholieke politici zouden dan vervolgd kunnen worden en de norm die antisemitisme verbiedt zou op een effectievere manier kunnen worden gehandhaafd.
Een voorbeeld van deze vorm van antisemitisme hebben we een paar jaar geleden meegemaakt, tijdens en na de vorige Gaza-oorlog. Een aantal Palestijnen met een Nederlands paspoort plaatsten in De Volkskrant van woensdag 9 januari 2009 een ingezonden stuk. Zij maakten zich ongerust over de situatie in Gaza, waar het aantal doden, waaronder kinderen, de vijfhonderd had overschreden op het moment dat het stuk geschreven werd. Honderdduizenden Arabieren en sympathisanten zijn rond die tijd wereldwijd de straat op gegaan om tegen de gang van zaken in Gaza te protesteren, wat in orde van grootte duizend maal zoveel was als het aantal slachtoffers.
Ongeveer tegelijkertijd kwamen als gevolg van geweld een veelvoud aan kinderen om het leven in Kongo Kinsjasa. Een ander veelvoud is in hetzelfde jaar om het leven gekomen in Darfoer en op een reeks andere plaatsen in Afrika. Dat gebeurde zonder soortgelijke menigten op de been te brengen. Waarom deze disproportionaliteit en waarom hoorden we Ramsey Nasr c.s. in al die andere gevallen niet? Hij is Arabier en voelt zich daarom nauwer bij de Palestijnse slachtoffers betrokken dan bij de inwoners van Kongo. Daarom. En in Darfoer zijn het niet de Arabieren die de slachtoffers zijn, daar zijn het de daders. Daarom.
Ter wille van de slachtoffers van het terroristische geweld in India in diezelfde tijd zijn geen honderdduizenden de straat op gegaan, zelfs in India niet. Hier in Nederland en West Europa al helemaal niet. Terwijl het toch in al die gevallen om onschuldigen ging, kinderen zowel als volwassenen. In Gaza was het aantal onschuldigen flink kleiner dan het aantal slachtoffers. Daar ging het bij de oorlogsslachtoffers nog steeds in meerderheid om leden van Hamas. In Gaza hebben de inwoners zelf om Hamas gevraagd en daarmee impliciet om gewapend optreden van Israël. Dat Palestijnen zich om hun landgenoten bekommeren begrijp ik, maar waarom menen mensen die hier te gast zijn dat ze Nederlanders kunnen oproepen om Israël te veroordelen? Of erger, waarom menen Nederlanders dat ze aan zo’n oproep gehoor kunnen geven? We hebben geen Arabische maar wel Joodse landgenoten die in Ashdod en Beersheba wonen en die de schuilkelders in moeten wanneer er Hamasraketten op hen afgeschoten worden.
Ik wil niet beweren dat wij geen compassie zouden moeten hebben met de Palestijnen omdat het geen Nederlanders zijn, maar toch niet meer dan met de slachtoffers van moslimfundamentalisten op andere plaatsen in de wereld? Militaire reacties tegen terroristische aanslagen hoort de Nederlandse regering trouwens altijd en overal te steunen, zolang ze proportioneel blijven.
Wat is in dit verband proportie? In Gaza vertelde een man indertijd aan een televisie verslaggever dat hij zijn dertien kinderen op verschillende plekken liet slapen zodat hij ze bij een eventueel bombardement niet allemaal in een klap kwijt zou zijn. Dat is een verstandige man, die niet al zijn eieren in één mandje bewaart. Die heeft gevoel voor proportie.
Volgens uiteenlopende schattingen zijn er ooit 367 duizend (schatting van Israël)) of 950 duizend mensen (Arabische schatting) gevlucht uit het Mandaatgebied Palestina tijdens een oorlog van vijf Arabische landen tegen Israël. Daarvan leven er volgens de gegevens van de VN nu nog anderhalf miljoen in Gaza en zes miljoen in totaal in de Arabische landen. Dat die vluchtelingen niet al lang konden worden opgenomen in de landen waar ze nu verblijven is onbegrijpelijk. Als Nederland in een paar decennia twee miljoen moslims kan opnemen, behoorlijk huisvesten en van een inkomen voorzien, dan zouden de rijke Arabische olielanden dat in zestig jaar toch ook moeten kunnen, zou je zeggen. Aan de hulp van de VN en de westerse landen heeft het niet gelegen. Aan geen volk is per hoofd van de bevolking zo veel hulp besteed als aan de Palestijnen. Het lijkt er op dat de ellende van de vluchtelingen een wapen is en blijft in de handen van fundamentalisten en dat er om die reden geen blijvende vrede binnen bereik is.
Intussen was er in 2014 wel een nieuwe humanitaire ramp in Gaza, nu twee jaar geleden. Naast de doden zijn er bovendien behoorlijk veel gewonden gevallen die als gevolg van de gesloten grenzen onvoldoende medische hulp konden krijgen. Dat zij daarvoor hulp vroegen, dat sierde de in Nederland wonende Palestijnen en hun beroep was meen ik ook niet tevergeefs. Maar waarom zij de Nederlandse regering toen gevraagd hebben om Israël te veroordelen voor een actie tegen Hamas, die we zelf onder soortgelijke omstandigheden ook hadden ondernomen, is veel minder duidelijk.
Palestijnen mogen dan wel geëxcuseerd zijn als zij in dit conflict de kant van hun landgenoten kiezen, maar dat dit kan onmogelijk gelden voor de Nederlandse regering. Fatsoenlijke Nederlanders die de oorlog en de naoorlogse tijd hebben meegemaakt moeten de Arabische kant wel blijven zien als de verkeerde kant. Voor, tijdens en na het ontstaan van de Joodse staat zijn de Arabieren in de fout gegaan en men hoeft de Arabische geschiedenisboekjes er maar op na te lezen die ook in Gaza overal te krijgen zijn, om te beseffen dat het hier om acties ging die door een rabiaat antisemitisme werden geïnspireerd, van een soort zoals wij in dit land hebben leren verafschuwen.
Gaza is een gevangenis voor zijn anderhalf miljoen bewoners en hun situatie is zo goed als uitzichtloos. Het is evident dat die gevangenis ooit ontruimd moet gaan worden. Waar de bewoners dan naar toe moeten is de vraag en met die vraag zouden de ondertekenaars van de oproep aan de Nederlandse regering zich beter bezig kunnen te houden. Israël is een land ter grootte van Noord Brabant, als je de woestijn niet meerekent. Het puilt er nu al uit. Het heeft geen plaats voor vijandige minderheden en al helemaal niet voor een vijandige meerderheid, die gecreëerd zou worden als alles wat nu als vluchteling geldt naar het land van de Joden zou willen komen.
Een vreedzame oplossing van het conflict vraagt om herhuisvesting van alle bewoners van de kampen en daarnaast om het creëren van werk voor de volwassen bevolking. Dan kan ook de hulp stoppen die het probleem tot nu toe in stand heeft helpen houden.
Dit essay verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp
@Toon
Ik walg van jodenhaat. Dit dient strafbaar gesteld.
Ik heb maar net iets minder moeite met het gebruik van de samenstelling ‘antisemitisme’. Ik vind zelfs als ‘jodenhaat’ als een serieus – te bestrijden – probleem gezien wordt er geen plek is voor (andere) verneukeratieve voorstellingen van zaken. M.a.w. doe het helemaal goed of doe helemaal niets.
Semitisch betreft enkel en alleen taalkundig: o.a. Amhaars, Maltees, Hebreeuws en (oud) Arabisch.
De Arabische antisemiet of de islamitische (oud Arabisch = Semitische taal = lingua franca van islam) antisemiet = een Arabier of een moslim met zelfhaat. Verklaard misschien wel de neiging tot zelfmoordaanslagen.
Of antizionisme en jodenhaat 1 en dezelfde voedingsbodem hebben dat trek ik in twijfel.
De z.g.n. bezette gebieden, wanneer houd dat op? Als Duitsland ons Limburg , na het einde van de 2de wereldoorlog, wat langer bezet hadden gehouden en wij dat later toch weer tot ons eigen land hadden gemaakt zijn wij dan bezetters? Judea en Samaria waren van Israel toen het door Jordanië werd bezet.
In feite worden delen van Israël bezet door Arabische z.g. Palestijnen.
@pascal.
Ik walg niet van jodenhaat, dat is me wat te sterk uitgedrukt, maar ben er ook geen voorstander van. Maar ik ben niet van mening dat het strafbaar gesteld moet worden. Evenmin als het ontkennen van de holocaust.
Zelf ben ik van mening dat de joodse invloed in het westen, met name in de media, buitensporig groot is en zou die graag beperkter zien. Maar dat is geen grond voor afkeer van het joodse volk zoals me nogal eens wordt verweten.
Sterker nog, ik ben van mening dat het juist die strafbaarstelling is geweest die aan de basis ligt van heel veel van de problemen die we nu hebben. Alle jurisische ellende die we ons op de hals hebben gehaald met ‘hatespeech’ wetten zijn ontstaan doordat er eerst een enkele groep (het joodse volk) was die zo’n extra bescherming genoot. Daar hebben andere groepen handig gebruik van gemaakt en het gevolg is nu dat de vrijheid van meningsuiting enorm onder druk staat. Men mag over veel groepen nu niets negatiefs meer zeggen. Een duidelijk voorbeeld is het Marrakesh verdrag dat burgers van de ondertekenende landen feitelijk verbied een negatieve mening te hebben over massale migratie.
Meningen moeten vrij zijn, hoe onaangenaam ook. Handelen naar die mening is een heel ander verhaal. Zonder conflicterende meningen kan er geen debat zijn en kan er nooit enige vorm van vooruitgang worden geboekt in het oplossen van problemen, aangezien het benoemen ervan altijd wel een groep zal treffen die zich beledigd voelt, of dat pretendeert.
Het strafbaar stellen van meningen is een gebed zonder einde. Je ziet in veel gevallen al dat het niet eens meer van belang is of wat er wordt beweerd waar is, maar of iemand zich beledigd voelt. Een volkomen absurde situatie die alleen maar erger zal worden de komende jaren.
Alle mensen, zowel individueel als groepen, zouden moeten leren de schouders op te halen als er wat onaangenaams over hen wordt gezegd, in plaats van gaan gillen om een verbod om dergelijke zaken te zeggen.