Amputatie
Max Pam heeft het in een van zijn vele stukjes over mensen die ongelukkig zijn en dat wijten aan een van hun eigen lichaamsdelen. Ze willen bijvoorbeeld de amputatie van een been, al is daar medisch niets mee mis.
Ze verwachten dan van hun depressie af te raken. Hij probeert zich te verplaatsen in de chirurg die aan die wens gevolg geeft en constateert zijn eigen ethische verwarring bij het antwoord van de medicus dat mensen gelukkig maken toch goed moet zijn.
Max Pam schrijft heel goed en zijn methode is literair sterk om het probleem te stellen en te beantwoorden met het oproepen van het gevoel dat die arts niet deugt zonder dat met zoveel woorden te zeggen.
Toch zou een wat uitgebreidere ethische behandeling van het vraagstuk op zijn plaats zijn, vind ik, want het gaat wel om een echt probleem. De meeste mensen zullen wel vinden dat een getroebleerde patiënt die zich zelf verminken wil daarbij niet door een arts moet worden geholpen. De man of vrouw is niet bij zinnen en zo’n verzoek moet worden genegeerd.
Bij een verzoek om euthanasie denken we daar anders over, kennelijk omdat een redelijk mens dat echt kan willen en ook nodig kan hebben. Dat geldt niet voor dat been afzetten. De patiënt meent dat overigens zelf wel en aan de weigering van de arts gaat dus een psychiatrische diagnose vooraf, die in dit geval niet zo moeilijk geweest zal zijn. In andere gevallen levert de diagnose duidelijk meer problemen op.
Wat bijvoorbeeld als het gaat om een patiënt die zijn medicijnen niet wil nemen omdat hij – terecht – meent dat het zijn normale functioneren belemmert? Het is voor de arts duidelijk dat hij met een ernstig geval van paranoia te maken heeft en dat zonder medicijnen de man maatschappelijk niet of nauwelijks kan functioneren. Van de andere kant zijn de bezwaren van de patiënt tegen de medicijnen ook reëel.
Of ga een stap verder. De man wordt door zijn vrouw het huis uit gezet, want hij is van tijd tot tijd gewelddadig, hij verdenkt haar en de kinderen van de vreselijkste dingen en er valt niet meer met hem te leven. Zijn advocaat kan zijn instructies niet aanvaarden want hij is naar diens oordeel niet langer compos mentis. Hij moet medicijnen nemen, wil hij partij kunnen zijn in het echtscheidingsproces. Voor de advocaat is de beslissing gemakkelijker dan voor de arts: hij geeft zijn opdracht terug als de man zijn medicijnen blijft weigeren. Het resultaat is dat de man van noodzakelijke juridische bijstand verstoken blijft.
Een psychiater zal er in zo’n geval toe neigen het besluit van de man om geen medicijnen te nemen te respecteren en alle ellende die daaruit voortvloeit op de koop toe te nemen. Hij moet kiezen tussen zijn plicht als arts ervoor te zorgen dat een noodzakelijke therapie plaats vindt en zijn plicht als mens om het besluit van iemand anders te respecteren ook als hij het er niet mee eens is. Het alternatief is om de man op te sluiten, dat wil zeggen niet langer als mens te behandelen. Dat is een zware ingreep in iemands leven en bovendien, er is een tekort aan plaatsen in de daarvoor bestemde inrichtingen.
Het is wijs om te onderkennen dat er voor veel ethische problemen geen oplossingen zijn en zeker geen standaardoplossingen. Het kiezen tussen twee kwaden is moeilijk en we moeten aanvaarden dat daarbij fouten gemaakt worden.
Dit artikel over amputatie verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp.
Meer van Toon Kasdorp vindt u hier.
Amputatie en/of verminking van jezelf lijkt me een psychologisch probleem. De pijn en ellende van de amputatie verdrijft de psychische pijn of moet zelfs groter zijn, zodat het de psychische pijn overtreft. Ben benieuwd wat Toon had gevonden van de door de overheid gepropageerde “vaccinatiedwang” en “verplichte” QR-codes en van de juridische maatregelen.
Impliciet in deze rechtsfilosofische redenering van Toon is de verdediging van de tegenwoordige modetrent van geslachtsverminking. Het woord verminking is hier terecht van toepassing, omdat het geen geslachtsverandering is; dat is fysiek onmogelijk. Geslachtsverminking is niets anders dan een blijvende ingreep in het lichaam om uiteindelijk een kopie van een ideaal te worden, maar het is en blijft een kopie want de essentie van het nagestreefde geslacht, de ware biologische capaciteiten en kenmerken, wordt niet bereikt, alleen geïmiteerd. Desondanks wordt iemand, die een amputaie wil, been of arm of b.v. de dikke darm, en dus echt een origineel geamputeerde wordt, als geestelijk defunct beschouwd en daaraan gehinderd, terwijl de geslachtsverminking tegenwoordig de moda in sommige kringen niet alleen als normaal beschouwd maar bovendien actief gepromoveerd wordt. Het toppunt is wel de persoon, die op de Amsterdamse affiche als bereikbaar zelfideaal aangeprezen wordt. Niet alleen een lichamelijke ombouw maar bovendien ook het in eigen armen en benen snijden wordt als zelfideaal psychiatrisch heel normaal en navolgbaar gepresenteerd. Zelfs in de rechtsfilosofie is het prevalent, dat een arts door zijn beroep er aan gebonden is om mensen door behandeling gezond te houden, lichamelijk zowel als geestelijk, en het gaat lijnrecht hier tegen in om een mentale ziekte als gezond te declareren. Wat zou er met mij gebeuren als ik verklaar dat ik de zoon van god ben, mij voorstel als “Jezus, goddelijk/Koning der aarde” en van anderen eis, dat zij mij zo aanspreken? Zou een rechter mij daar nu gelijk in geven en de anderen, die daar geen gevbolg aan geven, wegens belediging en kwetsing veroordelen? Ik geloof niet, dat daar bij de politie, in de rechtspraak en bij politicie de vraag zou opkomen of hier wel ethische fouten gemaakt worden.