De Huizingalezing van 2009
Marita Mathijsen is meen ik de eerste vertegenwoordiger geweest van de literaire faculteit – dat gele gebouw aan het Singel in Amsterdam – die de Huizingalezing heeft gehouden sinds Karel van het Reve in 1978.
Dat was durf van Mathijsen, want Van het Reve heeft met haar soort de kachel aangemaakt indertijd. Voornamelijk omdat de collega’s schrijven tot studieonderwerp gemaakt hadden maar in het algemeen zelf helemaal niet schrijven konden. Van het Reve vond dat een merkwaardige paradox. Maar goed, Mathijsen had het nu niet over schrijven maar over geschiedenis en bovendien schrijft ze toch wel een stuk beter dan veel van die mensen waar Van het Reve het over had.
Ze meende dat het slecht gaat met de kwaliteit van de geschiedenisbeleving in dit land. Mensen hebben wel aandacht voor het verleden maar voor de verkeerde dingen daarin. Er is vooral sensatiezucht, vindt ze. Ik denk dat ze zich daar wat op verkijkt. Ze kijkt naar wat ze in de kranten leest en op de TV ziet. Ze oordeelt op basis van het werk van journalisten en van andere mensen die van publiciteit afhankelijk zijn. Dat is een aparte wereld, die virtueel is en los staat van de werkelijkheid.
Wie interesse heeft in geschiedenis haalt zijn kennis niet uit de krant of van de TV. Loop maar eens op vrijdag over het Spui, of ga naar andere boekenmarkten. Dan zie je mensen die belangstelling hebben voor geschiedenis en voor wie geschiedenis meer betekent dan het werk van Mak of Mulisch. Nederland heeft ook best serieuze historici. Van Deursen bijvoorbeeld, of Henk van Nierop.
Wat een samenleving van haar geschiedenis weet is niet afhankelijk van wat de gemiddelde inwoner van een land ervan weet, maar de mensen waar het in de samenleving om gaat. Dat zijn de mensen die de beslissingen nemen, die meebepalen hoe dit land er over honderd jaar uit gaat zien. De samenleving is een organisme, zij het een zonder bewustzijn. Haar bewustzijn berust bij al die individuen in het maatschappelijk netwerk, maar zelf functioneert het organisme van de samenleving zonder.
Geschiedenis is een ander woord voor het collectieve geheugen van een samenleving. Dat geheugen is bij de leden terug te vinden maar niet bij iedereen. Dat is ook niet nodig. Als er maar genoeg kennis bij genoeg leden aanwezig is en als die op de moment dat het nodig is maar ter beschikking komt.
Mathijsen zei terecht in haar lezing dat ook een samenleving ervaring opdoet, net als enkelvoudige organismen. Zonder verwerkte ervaring moeten alle fouten steeds opnieuw worden gemaakt en dat schiet niet op. Ook het voorbeeld dat ze noemde, dat Stravinsky niet te genieten zou zijn als mensen niet eeuwen muziek van Bach en Mozart en Schubert achter de rug hadden lijkt me juist. Alleen door kennis van de oudere componisten kun je begrijpen waaraan modernere componisten refereren. Het zal niet iedereen aanspreken maar het is wel juist.
Dat geschiedenis een vak is dat in het onderwijscurriculum thuis hoort lijkt me zeker waar. Maar ook vroeger toen dat nog wel overal het geval was, was er maar een handvol die er wat van oppikte. Mensen van voor de oorlog kennen misschien wat meer feiten en jaartallen dan hun kleinkinderen, de slag bij Nieuwpoort in 1600 bijvoorbeeld en het Dikkie Dikkie Floor van de graven van Holland, maar een overzicht over de geschiedenis hadden er ook toen niet veel.
Aan de andere kant, je zult er toch honderd les in moeten geven om er twee of drie over te houden die er wat van weten. Dat lukte vroeger wel en dat lukt nu niet meer. Dus dat er op dit en veel andere terreinen wat aan het onderwijs moet gebeuren, dat is waar. Daarin heeft Mathijsen gelijk. Maar ik had er graag een wat meer systematische lezing over gehad. Zoals die van Karel van het Reve bijvoorbeeld.
Dit artikel over de Huizingalezing verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp
Meer van Toon Kasdorp vindt u hier.