Europese tekortkomingen
Wie naar de ontwikkeling van Europa kijkt in de laatste twintig of dertig jaar ziet daar een relatieve achteruitgang. Europa stagneert terwijl vergelijkbaar grote regio’s als Brazilië, India en China floreren.
Amerika heeft problemen, die vooral te maken hebben met de oorlogen die door Republikeinse presidenten en de welfare states die door Democratische presidenten worden opgetuigd. Daarnaast ook door ontoereikend toezicht op banken en financiële markten. Ondanks deze problemen gaat het ook de VS nog beter dan Europa.
De belangrijkste oorzaak van de Europese malaise lijkt het gebrek aan goed bestuur te zijn. Om onbegrijpelijke redenen hebben de oprichters van EGKS en de EEG ooit gedacht dat een federale Unie een geslaagde oplossing zou zijn. Een oplossing voor zowel het gebrek aan goed governance als voor de vreselijke burgeroorlogen die Europa sinds 1870 hebben geteisterd en waaraan in 1945 een einde is gekomen.
Men vergeleek zich daarbij met Amerika, dat veel minder verleden had dan West Europa en waar men bovendien overal Engels sprak en dacht. Maar de kracht van Amerika zit in haar omvang en gelijkvormigheid.
De kracht van Europa zit juist in haar diversiteit. Een bestuurlijke moloch als Washington DC is het laatste wat we hier in Europa nodig hebben. Voor de problemen van de een en twintigste eeuw zijn nieuwe oplossingen nodig en geen bestuurlijke modellen uit de achttiende eeuw.
Bovendien zit het probleem niet bij een gebrek aan Europese samenwerking. Die wilde eigenlijk iedereen wel vlak na de oorlog en die wil men nu nog steeds. Het probleem zit in een efficiënte manier om die samenwerking vorm te geven.
Het gebrek aan goed bestuur is niet alleen een kwestie van Brussel maar ook van de lidstaten, van wie alleen Duitsland na de Tweede Wereldoorlog min of meer met een schone lei is begonnen.
Frankrijk, Italië en de Beneluxlanden zitten met overheden uit de negentiende eeuw en de Italiaanse overheid heeft eigenlijk van de aanvang af niet goed gefunctioneerd. De Benelux overheden zijn ooit goed begonnen, maar de tand des tijds heeft zijn knagende werk gedaan. De rood/zwarte regeringen van na de Tweede Wereldoorlog hebben in hun ijver bij het organiseren van een frauderende verzorgingsstaat hun werkelijke overheidstaken behoorlijk verwaarloosd.
Het justitiële apparaat functioneert gebrekkig. Te veel progressieve rechters met te weinig verstand van recht. Zowel de fysieke als de financieel-juridische infrastructuur van het land laat op veel plekken te wensen over. Het onderwijs is slechter dan vijftig jaar geleden. De kosten voor de zorg rijzen de pan uit en niemand weet hoe ze in bedwang moeten worden gehouden. Het leger is terug gebracht tot een niveau waarop niemand het meer serieus kan nemen en ook de politie functioneert niet zoals we dat zouden willen.
Bij de nieuwe lidstaten van de EU is het op enkele uitzonderingen na nog slechter gesteld. Bij alle oostelijke en zuidelijke staten heerst corruptie. De prioriteit ligt daarom veel meer bij het op orde brengen van de eigen overheden dan bij het opzetten van een extra bestuurslaag in Brussel.
De trage groei van de welvaart in de laatste dertig jaar is in eerste instantie te danken aan het slecht functioneren van de nationale overheden maar in tweede instantie toch ook aan de verkeerde prioriteiten waarvoor we gekozen hebben bij het organiseren van de Europese samenwerking. De groei van de onderlinge handel in Europa zou er ook wel geweest zijn zonder Brussel. Het kan niet ontkend worden dat er wel een vorm van arbitrage moet zijn als er conflicten rijzen tussen lidstaten of als de een zich ten koste van de anderen probeert te verrijken. Maar het is duidelijk dat we daar geen Europese commissie of een Europees parlement voor nodig hebben. Wie probeert uit te vinden waardoor precies we beter af zijn met een parlement die vindt het niet.
Ook de commissie, die haar best doet uit te groeien tot een soort Europese regering heeft meer ongelukken aangericht dan problemen opgelost. De subsidies van Brussel hebben geen meetbare welvaartsgroei gebracht in Europa. Europese voorschriften, zoals bijvoorbeeld de Europese aanbestedingen door overheden, hebben meer nadelen dan voordelen door de bureaucratische manier waarop ze worden toegepast. En dat geldt voor praktisch alle top down maatregelen die uit Brussel komen. Geen ervan doet wat zij geacht wordt te doen en feed back waardoor er meer inzicht zou zijn in de effecten is er niet of nauwelijks.
Probleemgericht Europese organisaties, bemand met ervaren en competente bestuurders in plaats van met beleidsambtenaren, dat zou een vooruitgang zijn. Het Europese Hof van Justitie functioneert in het algemeen wel goed. Dat geldt ook voor de ECB in Frankfurt. In plaats van ons zo druk te maken over de omvang van het Noodfonds zouden we er beter aan gedaan te hebben het te voorzien van een zo competent mogelijk bestuur. Het had geen rol horen te spelen hoe de verdeling van de bestuurders over de lidstaten zo kon worden georganiseerd dat iedereen aan zijn trekken zou komen. Iedereen is veel meer bij gebaat bij een goed functionerend noodfonds of bankentoezicht dan bij een bestuurder die uit Nederland komt in plaats van uit Estland. Een hele reeks andere organisaties zijn denkbaar die op vergelijkbare manier de samenwerking zouden kunnen faciliteren, maar aan een Europese regering in Brussel hebben we niets.
Het grote voordeel van probleemgerichte organisaties zou bovendien zijn dat niet noodzakelijk iedereen overal aan mee zou hoeven doen. Wie de moeite neemt er even over na te denken ziet meteen dat dit alleen al ons een hoop energie, geld en bureaucratie zou besparen. De naar binnen gerichte Brusselse bureaucratie is een weeffout waar we zo snel mogelijk weer van af moeten. De crisis van het moment biedt daartoe misschien de gelegenheid en als dat zou lukken is het in werkelijkheid een blessing in disguise.
Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp.
Geweldig artikel, waar elke eurofiel van zou moeten blozen. Enfin, die willen geen enkele waarheid over zichzelf horen of lezen. Dan maar voelen…
Eindelijk eens iemand die de vinger op de tere plek legt, waar het écht zeer doet. In een supersnel veranderende wereld als de huidige is flexibiliteit en slagkracht essentieel om welvaart te creëren. Nou als de EU ergens erbarmelijk tekort schiet is het wel op deze twee punten. Tweede punt is de ridicule gedachte dat welvaart gecreëerd kan worden door de bestuurders. Ridicuul inderdaad maar heel veel politici geloven daar in, zeker de wat links georiënteerde partijen, die nog steeds geloven in een maakbare samenleving. Allemaal onzin: welvaart creëer je door keihard te werken en flexibel te zijn en te blijven, je hele leven lang.