Wij mensen blijken ongeschikt voor EU-integratie
De Franse Sorbonne professor Olivier Galland is jeugdsocioloog, en heeft de mentaliteitsverandering gemeten in alle Europese landen. Over EU-integratie.
Om die verandering te meten werden (delen van) landen ingedeeld in vier mentaliteitsgroepen:
- Scandinavië e.o. incl. Nederland,
- de traditionele landen zoals Ierland en Polen,
- de Habsburgse landen incl. België,
- de autoritaire landen zoals de Balkan, Roemenië en ex-Sovjet-Unie.
Hij vergeleek de attitudes van grootouders met kleinkinderen. Daaruit destilleerde hij vier conclusies:
- De jongere generatie denkt over veel zaken heel anders dan de grootouders.
- Maar de horizontale kloof tussen de mensen in die vier groepen blijkt helemaal niet verminderd, en is dus even wijd in de generatie van de grootouders als in die van de jeugd. Met andere woorden: de mentaliteit in de Europese landen groeit helemaal niet naar elkaar toe.
- Het aantal welvarende en goed opgeleide cosmopolieten is statistisch niet relevant.
- Bovendien zit er geen voortgang in het onderschrijven van Europese waarden.
25 Maart aanstaande viert de EU de zestigste verjaardag van het Verdrag van Rome. Maar na 60 jaar EEG/EU wordt in ieder land nog steeds een eigen discours gevoerd, zoals we dat al eeuwen gewend zijn, en er is dus nog steeds geen begin van een echt EU-volk. En daarmee is eigenlijk de bodem weggeslagen onder het EU-project.
Wij mensen blijken de zwakste schakel. En dat is ook logisch. De Europese volkeren wonen al zo’n zestig generaties naast elkaar. En zo werden we de intellectuele en culturele trekpaarden van nagenoeg de hele wereld. Ondanks alle contacten door oorlog, handel, pelgrimstochten en dynastieke verbindingen hield ieder volk zijn eigenheid qua cultuur, taal en mores.
Gewone mensen zien die verschillen overduidelijk, vandaar bijvoorbeeld moppen waarmee men de eigen karaktertrekken op een voetstuk plaatst. Belgen: “de Nederlanders hebben het koperdraad uitgevonden: toen ze aan een cent stonden te trekken”. Marokkanen: “Belgen denken niet na, behalve met etenstijd: dan denken ze aan eten”.
Het wekt dan ook geen verwondering dat het met de recent met veel tam-tam geïntensiveerde militaire integratie van Nederland en België niet goed gaat. “De defensiepolitiek is in beide landen dermate verschillend dat gezamenlijk militair onderwijs niet erg lukt, en zelfs het opstellen van een paar modules voor een cursus personeelsmanagement geeft problemen, omdat de achterliggende visies op defensiebeleid niet sporen”. [1]
Het zich aanpassen aan nieuwe omstandigheden blijkt in de praktijk soms wèl te lukken als individu, maar niet voor groepen. Dan blijkt mede door de wederzijdse beïnvloeding ‘nature’ sterker dan ‘nurture’. En zo constateerde prof. Koopmans uit Berlijn, dat een groot deel van de moslimmigranten in veel Europese landen hun traditionele sharia verkiezen boven onze wetten en dus onze en de EU-waarden afwijzen. Het Britse adagium ‘It takes three generations to make a gentleman’ blijkt dus geen Wet van Meden en Perzen. Het is darrom geen wonder dat EU-fielen steeds wat anders verzinnen om de Europese jeugd los te weken uit hun habitat en ze te mengen middels Erasmus-beurzen en het logistiek en financieel onmogelijke plan om de EU-jeugd te vergasten op een gratis Eurail-kaart.
Maar ook de zogenaamd kosmopolitische Nederlanders in de Brusselse ‘EU-bubble’ – die nagenoeg ieder weekend naar hun ‘home sweet home’ Holland reizen – blijken op zoek naar nationale geborgenheid: en dus wordt er door lobbyisten – die óók pro EU lobbyen in opdracht van de Europese Commissie – in Brussel alweer een nieuwe Nederlandse Vereniging opgericht, met een eigen Nederlandse catering en zonder Belgen of Engels brabbelende buitenlanders.
- Vanaf 45:30 min (vertaling/bewerking citaat N.G.)
Dit artikel verscheen eerder op Polderland