De wereld is de totaliteit der feiten, niet der dingen
Ik zie mezelf als iemand met een gezond stel hersens en een goed werkend verstand.
Ik weet dat ik een hoop dingen weet en dat ik een goede algemene ontwikkeling heb. Ook weet ik dat ik in staat ben om kwesties te analyseren en op basis daarvan een hypothese of een conclusie te formuleren. En ik weet dat omdat dat met enige regelmaat wordt getoetst, enerzijds aan de hand van objectieve testen en anderzijds door mensen die, objectief gezien, meer weten dan dat ik weet.
Om de analyses waarover ik het heb te kunnen maken, heb ik wel een aantal dingen nodig. Daarvan zijn feiten de belangrijkste. En als die feiten er niet zijn, zal ik het met de gestelde omstandigheden moeten doen. Gestelde omstandigheden waarvan ik dus niet weet of deze wáár zijn.
Wat ik steeds vaker merk, vooral in discussies op Twitter, is dat – te veel – mensen niet op basis van feiten redeneren. De mensen hebben kennelijk helemaal geen feiten nodig, want zij ‘weten’ gewoon dingen. Een feit is echter iets waarvan zeker is dat het waar is. Een feit moet worden aangetoond, is objectief en veelal meetbaar. Maar waar is “ik wéét dat dat zo is” doorgaans op gebaseerd? Ervaring? Horen zeggen? Gevoel?
Zelfs als je dingen met eigen ogen waarneemt, hoeft wat je denkt te zien niet overeen te komen met wat zich feitelijk voor jouw ogen afspeelt. Dat is tenslotte waar goochelaars en illusionisten, maar bijvoorbeeld ook politici en bankiers, hun geld mee verdienen. Ook hebben mensen de neiging om dingen in te vullen, zowel voor zichzelf als voor anderen. Bovendien horen mensen vaak wat ze wíllen horen en luisteren ze in het geheel niet naar dat wat werkelijk gezegd wordt. Meestal gebeurt juist het tegenovergestelde: ze horen wat er niet is gezegd en maken er gewoon zelf wat van. Invullen dus.
Verder merk ik dat mensen veelal oorzaak en gevolg door elkaar halen. Of een oorzakelijk verband zien tussen zaken dat er helemaal niet is. Er worden wat argumenten bij elkaar gestopt, geblenderd, en dan komt er iets uit wat als waarheid wordt gepresenteerd. Als je daar dan feiten tegenover stelt, worden die feiten zonder meer weggewuifd. Zelfs logica werkt in die gevallen niet. Omdat ‘ze’ het niet willen horen, de feiten niet voor waar willen aannemen en de logica hen ontgaat. Omdat ze dingen wéten. Althans, dat ménen ze te weten.
Kortom: Het heeft geen enkele zin om in discussie te gaan met deze feit-o-foben. Zij die slechts willen uitgaan van hun gevoel en zich steevast baseren op aannames, zullen dat toch wel blijven doen. Logica en rede zullen daar niets aan veranderen. Daarin ben ik dus anders dan Christopher Hitchens, die nog wel de discussie aanging als mensen met hun waandenken bij hem aankwamen. Ik? Ik laat ze maar.
Dit artikel verscheen eerder op Yamapama.nl
Heeft U het over de rechtspraak bij de Raad van State als U het over feit-o-foben heeft?
Leerzaam en analyserend artikel.
Bedankt.