Grote pianisten
De grote pianisten van de romantische muziek deden wel iets anders dan spelen wat geschreven stond. Toon Kasdorp legt uit waarnaar te luisteren.
Toen Sviatoslav Richter voor het eerst in New York kwam spelen, in Carnegie Hall, werd hij daar welkom geheten door Artur Rubinstein en kwamen ze in gesprek over de collega’s. In het Russisch natuurlijk, want al heeft Rubinstein praktisch zijn hele leven in het westen gewoond, hij is geboren in Łódź, in het meest Russische en joodse deel van Polen. Richter komt uit Odessa, even Russisch en al even joods.
Odessa is een heel bijzondere plaats. De Russische violisten Kogan, Milstein, Stern, David en Igor Oistrakh kwamen uit Odessa in de Oekraïne, net als de pianisten Cherkassky, Feinberg, Gilels en Horowitz en de cellist Piatigorsky. Sviatoslav Richter, de grootste pianist van zijn tijd en ik denk van alle tijden, was er niet geboren maar wel opgegroeid. Hetzelfde geldt voor veel andere kunstenaars en geleerden. Cultureel is Rusland een verlengstuk van de Oekraïne, zou je kunnen zeggen. Maar terug naar Richter en Rubinstein in Carnegie Hall.
De pianist die hen beiden fascineerde was de toen nog vrij jonge Glen Gould uit Toronto. Vanwege de Goldbergvariaties, denk ik, maar vooral omdat hij als enige het romantische repertoire anders speelde dan de rest. Wat de beide oude rotten zo bezig hield was de manier waarop hij Mozart speelde, verschillend van iedere andere pianist in de zestiger jaren.
Als Gould Mozart speelt dan lijkt het of die een tijdgenoot was van J. S. Bach en of Joseph Haydn daar niet tussen gezeten had, en zij vonden dat reuze interessant.
Gould experimenteerde, iets waar het publiek niet zo van houdt. Hij speelde zijn eigen cadensen en hield andere tempi aan dan voorgeschreven stonden, maar deed dat niet om te epateren. Hij bedacht het allemaal zelf. Het blijft muziek, iets dat vooral blijkt wanneer U er niet voor gaat zitten om te luisteren maar de cd aan heeft staan terwijl U aan het werk bent.
Dan let je niet zo op de verschillen met wat je gewend bent en wat je verwacht, maar je houdt half luisterend wel voeling of het klopt wat er gebeurt. Dat helpt bij de concentratie en leidt niet af terwijl het gevoel van welbehagen, dat bij muziek en Kerstmis hoort, er door verhoogd wordt.
Richter was in alle opzichten een aardige en bescheiden man. Hij zag ander pianisten zoals Rubinstein en Gould als zijn gelijken, maar dat waren ze niet. Als hij er niet geweest zou zijn was het moeilijk geworden om uit te maken wie de beste pianist geweest is in de eeuw die achter ons ligt, maar nu niet. Er is geen andere pianist die in zijn buurt komt.
Wie wil weten hoe goed Sviatoslav Richter werkelijk was moet eerst eens naar een ander luisteren, naar András Schiff bijvoorbeeld, toch een van de besten van een jongere generatie. En neem dan een van die moeilijke pianosonates van Haydn, Hob. XVI: 32 bijvoorbeeld.
Schiff speelt die goed, beter dan de meesten, maar toch, de uitvoering van Richter is veel spannender. Richter brengt nuances aan die je pas hoort als je zo’n cd tien keer draait, maar het zijn de details waarmee hij leven brengt in een brouwerij waar buiten hem en Gould sinds de eerste helft van de twintigste eeuw eigenlijk niets meer veranderd leek. Zonder Richter zou de klassieke pianistiek bij gebrek aan inspiratie langzaam zijn weggekwijnd, want Gould was een criticus, meer dan een leermeester. Maar Richter was geniaal.
Als de romantische muziek zou verdwijnen, geen Schubert meer en geen sonates van Beethoven, dat zou een ramp zijn, want het is de hoogste graad van kunst uit de achttiende en negentiende eeuw.
Gould speelde in hoofdzaak voor zijn eigen plezier en niet voor het onze, maar toch vonden Sviatoslav Richter en Artur Rubinstein hem de beste pianist onder de jongeren toen ze elkaar spraken na het concert dat Richter gaf in New York. En dat was ook zo, al hoort hij nu natuurlijk al lang niet meer tot de jongeren en toen ik dit schreef zelfs niet tot de levenden.
Het is een veel gemaakte vergissing te denken dat hij alleen Bach speelde. Zijn Beethoven sonates zijn minstens zo interessant, maar ze wijken af van alle tradities. Hij let niet op de tempi die de componisten voorschrijven en behoudt zich ook op allerlei andere terreinen veel vrijheden voor. Maar het klinkt goed en wie de romantische muziek graag begrijpen wil kan niet beter doen dan naar hem luisteren.
Dit artikel over Grote pianisten verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp
Meer van Toon Kasdorp vindt u hier.
Prachtig artikel. Tijdloos.
Muziek behoort gevoelsmatig te zijn.