DE WERELD NU

De ‘groene’ stad – deel -2- De mal-aimés van de christelijke ziel en de groene mens als eeuwige adolescent

Groene stad,, verkiezingsbeloften, oude industrie steden, Frankrijk, markteconomie

De Vlaamse essayist en publicist Wim van Rooy analyseert in dit tweedelige essay (1e deel vorig weekend) de groene stad als ‘fictief concept’, waarmee door progressieve theoretici de band tussen platteland en moderne stad wordt geduid, en welke (politieke en maatschappelijke) gevolgen op dat discours zijn gebouwd.

Onze elites kunnen ook vandaag niet, net zomin als de Russische aristocratie vroeger, bevroeden wat na hun domme politiek correcte denken zal komen, maar het is met wat gezond verstand ‘denkbaar’ en we kijken er niet naar uit. Houellebecq gaf er een voorproefje van en Tocqueville (die door onze elites weleens wordt geciteerd maar zeker niet gelezen) zag het helder: in onze Europese landen, schreef hij, had men het geluk geboren te worden in een milieu van mensen ‘que la nature avait faits nos semblables’. Het ‘désir de vivre ensemble’ van Renan is met de intrusie van een beschaving die in haar historische carrière alleen maar veroverd en geüsurpeerd heeft verder af dan ooit. Men kwam nooit om te integreren, altijd om op te eisen. Dat behoort immers tot haar wezenskenmerken: het staat expressis verbis in al haar geschriften en het pausdom van het soennisme heeft die dogma’s nooit geabrogeerd, integendeel. Dat revendicatieve karakter van de islam wordt aangejaagd door de lichtzinnigheid van de westerse elites. Eén voorbeeld slechts uit de duizenden. Op 18 mei 1987 sprak Mitterand in het amfitheater Richelieu van de Sorbonne de volgende verbijsterende zin uit: ‘Je veux que l’on puisse venir en France, que l’on puisse bousculer la culture et les usages français’. Het mag ons dan ook niet verwonderen dat in 2013 een boek van de controversiële journalist Claude Askolovitch in het licht werd gegeven met de titel Nos mal-aimés: ces musulmans dont la France ne veut pas, waarin hij eigenlijk pleit voor de onvoorwaardelijke overgave aan de eisen van de islam. Dat jihadisten zich bijna altijd in een stad ophouden, is de vanzelfsprekendheid zelf en dat hun islamitische omgeving steevast hun bestaan en hun plannen ontkent of erover verwonderd is, zegt genoeg over de biotoop die wij zo moeten koesteren.

Verkruimelende sociale cohesie
Individuen kunnen zich assimileren, integreren en zich aanpassen aan de mores van de integrerende samenleving, maar een religie of volkeren wier agressieve denksysteem haaks staat op de waarden van de ontvangende en insluitende samenleving kunnen dat niet. Zoals Robert Putnam al opmerkte: naarmate diversiteit via immigratie toeneemt, verkruimelt de sociale cohesie en neemt het wantrouwen onder burgers toe. Daar is vandaag zelfs de eeuwige adolescent Justin Trudeau achter gekomen. Het realiteitsprincipe kwam zijn land binnen op een wijze die zelfs deze kleine messias deed beven. Hij gebruikte ooit, zoals zovele politici, het dwaze cliché van ‘bruggen bouwen’, terwijl vandaag vele bruggen – letterlijk dan – van ‘security walls’ en barricades voorzien zijn. Trudeau het kind werd dan ook plots volwassen. En zelfs in Zweden, het land met het hoogste gehalte aan multicultureel surrealisme, mogen mainstream politici opnieuw van ‘Zweedse waarden spreken. Elke massale immigratie, zo laat de geschiedenis zien, verwoest de autochtone samenleving. De ‘barbaren’ deden het Romeinse rijk vallen (of die beschaving helemaal aan zijn einde kwam, is nog een discutabel punt onder historici); Engelsen, Fransen, Ieren, Duitsers en ‘Scandinaven’ hebben de oorspronkelijke bewoners van de VS kapot gemaakt; Engelsen die naar Australië werden gedwongen (the fatal shore!) deden hetzelfde met de Aboriginals. Waarom zou het vandaag anders zijn?!

De inclusieve christelijke ziel
In die zin klopt de titel van het jongste boek van Charles Murray, The Strange Death of Europe niet echt. Het is én wegens de latente masochistische zelfkritiek en wegens zijn inclusieve christelijke ‘ziel’ (om dat woord maar eens te gebruiken) dat het Westen vandaag zonder verweer is. Die christelijke ziel – dat besefte Nietzsche erg goed – kon op den duur in haar nederigheid paradoxaal genoeg niet vernederd worden, een unicum in de beschavingsgeschiedenis. En hij won: de slaaf won het van de heerser. Dat inclusiviteitsverhaal echter wordt vandaag geconfronteerd met een monotheïsme dat exclusief is (Islamic Exceptionalism – Shadi Hamid) en waarvan de mannelijke onoverwinnelijkheid de drive is. Het door het christendom gefeminiseerde Westen bracht een mooi verhaal. Dat loopt nu op zijn einde. Het is een verval zoals te verwachten en te voorzien was, want demografie en agressiviteit liegen niet. ‘Bromsnor’ heette de veldwachter in Pipo de Clown. Het was een gemoedelijke tijd waarin dit soort bromsnor nog kon wegen, maar die tijden zijn voorbij, maar in het Westen is Bromsnor gebleven. De boeven in de serie heetten Snuf en Snuitje….

In verkeerde handen
De oplossing voor de malaise waarin we ons bevinden, wordt vaak gezocht in de psychologische warmte van bepaalde exitstrategieën, maar zekere uitingen van die oikofilie, bijvoorbeeld het verlangen naar een soft patriottisme of naar traditionele vormen of rituelen, bestempelen de groenen en de roden dan vreemd genoeg weer als populisme… De grote renaissancekenner Jacob Burckhardt schreef in 1873: ‘Men heeft het gevoel alsof de wereld beetje bij beetje in verkeerde handen komt’. Het is dat sentiment, dat ook toen al met globalisering had te maken, dat door velen als omineus wordt aangevoeld. Men verzet zich ertegen en die poging tot afwending van wat als dreigend wordt ervaren, wordt alleen populistisch genoemd als het rechts is, al betekenen die obsolete begrippen niet veel meer. En als zwaktebod legt men dan – indien er weer een aanslag wordt gepleegd op het naïeve Westen – knuffelbeertjes neer, steekt men waxinelichtjes aan of ‘hugt’ men elkaar. Meer hebben we niet langer te bieden, en al zeker niet indien men er niet in slaagt de vijand te identificeren.

De maximale stad
Steden nemen drie procent van het aardoppervlak in en op dat kleine stukje, woont de helft van de mensheid (prof. M. Korthals van de Universiteit Wageningen). Beneden een bepaald welvaartsniveau leidt urbanisatie echter tot grotere armoede en ellende dan daarvoor, de ‘urbanization trap’ (World Development Report van de Wereldbank, 201)(Pdf). Dat leest men al af aan bepaalde steden in België! In zijn magistrale Bombay mateloze stad (2004) laat de Indiaas-Amerikaanse journalist Suketu Mehta op een briljante manier zien hoe deze ‘maximum city’, waar binnenkort bijna evenveel mensen zullen wonen als in heel Australië, nagenoeg geheel verwoest is door corruptie, gangsterdom en neofascistische politiek. Bombay, ‘urbs prima in Indis’ betekent, naar te vrezen valt, de toekomst van de stedelijke beschaving op deze planeet. En Suketu Mehta vult bij deze vaststelling aan: ‘God sta ons bij’. Ik geef toe, het is een hyperbool, Brussel is Bombay niet, maar het heeft er de wezenskenmerken van: corruptie, mix van criminaliteit en islam, straatgangs, terrorisme, verloedering en verslonzing op vele fronten. En net zoals Houellebecq de chroniqueur is van de toenemende islamisering en van het rot in de westerse samenleving, zo was Anthony Burgess dat voor de verloedering van de steden, ondanks hun city managers en modieuze planologen. Zie zijn roman 1985 (1978), waarin de aard van de nieuwe stad met een pijnlijke precisie beschreven wordt, net zoals zijn roman A Clockwork Orange, waarin de kwestie van goed en kwaad, de zondeval en de vrije wil speelt, een moderne invulling was van het oeroude pelagianisme. Het is een kwestie waarmee we nog steeds worstelen. En zei de huidige burgemeester van Londen, Saddiq Khan, onlangs niet dat terrorisme de prijs is die men moet betalen om in een grote stad te leven. Hij is van Pakistaanse afkomst, dus hij kan het weten.

De groene mens als eeuwige adolescent

De groene mens als eeuwige adolescent laboreert aan vele paradoxen: hij wil de ‘kleinheid’ maar hij wil ook graag baden in het kosmopolitisme van de grootstad en van de hele wereld, waar hij dan vreemd genoeg opnieuw het ‘small is beautiful’ en het nabije verkiest. Hij is een oikofoob met een klein hart. Met zijn grote hart oreert hij over vluchtelingen maar zijn échte hart neemt de vermeende sukkelaar toch liever niet in huis. Er zijn blijkbaar twee kamers in zijn hart, zoals Faust optekende over de twee zielen in zijn borst. Zijn universalisme beperkt zich tot de preekstoel, want in de eigen biotoop heerst het libertaire (plezante) individualisme. Zijn universalisme is een uitvergroot nationalisme, zoals ook bijvoorbeeld de EU haar eigen bureaucratische en erg directieve nationalisme creëert.

Totale broederschap
De groene mens bedreigt Europa omdat zijn wil tot zelfbevestiging enorm verzwakt is. Hij houdt zich immers nog slechts bezig met het zwakke denken en met kokette randverschijnselen waarvan hij denkt dat ze wezenlijk zijn. Zijn humanisme komt neer op een totalitaire broederschap: und willst du nicht mein Bruder sein, so schlag ich dir den Schädel ein, zoiets (antifa’s hebben inderdaad vaak knuppels bij zich). Het zogenaamde humanisme van de groenen gaat vandaag door zijn laatste stadium: dat van moreel nihilisme dat zich vermomt als uitzonderlijk betrokken. Nihilisme als laatste stadium van het groendenken, om Lenin te parafraseren.

Neofascistisch vrijetijdskapitalisme
Maatschappelijk beschouwd viert groen, ondanks de schijn van het tegendeel, het libertair-liberale, de uitlaatklep van de ‘68’ers, maar tegelijk ook van het amechtige kapitalisme dat op die manier een nieuwe markt kon aanboren. Samen organiseerden ze het ‘vrijetijdskapitalisme’: algehele permissiviteit qua leisure time met zijn ‘conspicuous consumption’ (Thorstein Veblen) en zijn levensdesign, maar repressiviteit, miserie en burn-out in en via de arbeidsverhoudingen. De nu helaas vergeten Franse marxist Michel Clouscard schreef er destijds heel rake dingen over in zijn Néo-fascisme et idéologie du désir (1973). Dat neofascisme beperkt zich helaas niet tot de psychologische sfeer van het verbruik (ook groenen verplaatsen zich graag met het vliegtuig en hun profeet Al Gore is een grootverbruiker van energie) maar strekt zich vandaag uit tot het vrije woord, dat al langer hoe meer onvrij en gekneveld wordt (vooral door organisaties die er hun hobby van maken, zoals de Arkprijs van het Vrije Woord, waarvan het comité alleen nog degenen bekroont wier woord juist héél vrij is). Daarbij worden ze flink geholpen door de arrogante quislings van Google. En weer is er die paradox: onze groene universalisten, die uiteraard geen enkele kennis hebben van het ware kosmopolitisme van de antieke Stoa, zijn eigenlijk globalistjes sui generis voor wie de wereld een kokette speeltuin is en die en passant het vrije woord graag voor zichzelf reserveren. Ook zij zijn volgers van Stalin: hun tegenstrevers moeten in een nieuwe heksenjacht worden weggeretoucheerd, monumenten moeten worden neergehaald (Orwell in 1984: ‘…. Every record has been destroyed or falsified, every book rewritten, (…), every statue has been renamed…’). En zoals Stalin brandmerken ze iedereen die niet denkt zoals zij met het ergste scheldwoord denkbaar: fascist, nazi, racist – de keus is wel beperkt.

Het laatste stadium
Het is nu wachten op het laatste stadium: de boekverbrandingen. En mochten deze reactionaire beeldenstormers klimaatsceptici de mond kunnen snoeren, dan deden ze het met fanatieke verbetenheid, wat helaas al vaak gebeurt aan westerse universiteiten via het soort geweld dat eigen is aan het fascisme. Islamcritici noemen ze zonder enig fatsoenlijk argument graag islamofoben, een concept dat we gelukkig nog niet terugvinden in het grote naslagwerk van de psychiatrie, de DSM met zijn ‘mental disorders’…

Fascistische modus operandi
Belangrijke segmenten van groen en rood hanteren vandaag de modus operandi van het fascisme: intimidatie, blinde terreur en bruut geweld, censuur en Berufsverbot. Het zijn vermomde (vaak letterlijk!) neostalinisten, averechtse fascisten, fascisten vermomd als antifascisten. Alexandr Solzjenitsyn, Jean Raspail, George Orwell, Michel Houellebecq, Alain Finkielkraut, Rachid Kaci, Chantal Delsol, Pascal Bruckner, Boualem Sansal, Wafa Sultan, Ibn Warraq, Malika Sorel, Hamed Abdel-Samad, Bassam Tibi en andere ervaringsexperten zijn ieder op zijn of haar wijze de Cassandra’s van deze lichtzinnig-apolitieke tijd, maar deze trouble-fêtes worden niet aangehoord, laat staan begrepen. Ze worden eerder verraden. De nieuwe samizdat is tot nog toe het enige verweer gebleken tegen de leugenpers – zolang Zuckerberg en het pervers-infernale trio Facebook, YouTube, Google het toelaten tenminste, want het ziet ernaar uit dat de deugmensen die het internet organiseren ‘hate speech’ alleen maar bij rechts (meestal extreemrechts genoemd; het is immers de taal van het vierde rijk) kunnen vinden en nooit bij links of de islam. Zo wordt uiteindelijk ook het digitale gedhimmiseerd en dichtgetimmerd.

Groene tuin vol censuur
Il faut cultiver notre jardin, schreef Voltaire, maar de manier waarop de groenen deze uitspraak zonder enige tegenspraak in praktijk proberen te brengen is eerder catastrofaal dan probleemoplossend; voor de Stoa was de tuin ‘a sanctuary’, maar wat de gonzo-groenen uitvreten, hadden de stoïsche filosofen zelfs in hun stoutste dromen niet kunnen bedenken. Voor de Epicureeërs was de tuin het oord waar de paressia kon bloeien, de vrijmoedige en eerlijke taal, maar juist die taal wordt door groen gecensureerd. Eigenlijk is de tuin of het groen hun ding niet, maar ze beseffen het nog niet.


Vorige week was het eerste deel van dit essay hier te lezen. Oorspronkelijk verscheen deze aflevering in twee delen op de Belgische opiniesite Doorbraak.

3 reacties

  1. Pieter schreef:

    Volgens mij was Bromsnor de veldwachter in Swiebertje.

  2. Beschouwer schreef:

    Wie wil er nu in een stad wonen met allerlel grachtengordelwijsneuzen met allerlei belerende babbels en allerlei prikkels. Loop je bijvoorbeeld over de Dam een broodje doner kebab etend of een haring happend wordt de eetlust verpest door een stelletje militante rotveganisten die dit doen (zie onderstaand).

    https://www.bing.com/images/search?view=detailV2&ccid=a4GsGPKC&id=3231A5ABBA9E32AC2B4965582F303C86A597B5EF&thid=OIP.a4GsGPKCTJfojvaD6koUvwDIEs&q=peta+action+&simid=607998050456636157&selectedIndex=106&ajaxhist=0

    https://www.bing.com/images/search?view=detailV2&ccid=FxtgfWwA&id=16D9A94A289E063A45AD0F30E48BD5F54B69C6D2&thid=OIP.FxtgfWwAdi_RrWx2_3EUPQEsDh&q=peta+action+&simid=608008779277076545&selectedindex=101&mode=overlay&first=1

    Je zou er op gaan intrappen op die ingepakte idioten. Het beste echter is om deze randdebielen fijn te laten opbergen in een inrichting en dan helemaal kapot maken met psychotrope medicijnen.

    Gelukkig woon ik in een provinciestadje waar dit soort idioten er niet zijn en mochten die er zijn dan worden die uitgelachen, uitgescholden of er wordt zelfs geweld tegen gebruikt. Blijkbaar hebben we hier nog boerenverstand.

  3. Wim Verhoeven schreef:

    De schrijver van `The strange death of Europe` heet Douglas Murray. (Charles Murray is de schrijver van `The Bell curve`.) Foutje