Zelfkritiek in Latijns-Amerika
Niet iedereen in Latijns-Amerika sluit de ogen voor het eigen falen, zowel sociaal als economisch. Nicolette Geveke vertaalde en bewerkte een toespraak van de Costaricaanse oud-President Oscar Arias.
Veel politici proberen de EU te rechtvaardigen door ons in Europa af te schilderen als een stelletje Calimero’s en te wijzen op de toenemende concurrentie van derdewereld landen zoals de BRICS.
Maar voorlopig hebben de Latijns-Amerikaanse landen zoals Brazilië ons niet ingehaald, in tegendeel. Dat was ook de mening van de neo-liberaal Oscar Arias Sanchez, die van 1986 tot 1990 en van 2006 tot 2010 president was van Costa Rica en die in 1987 de Nobelprijs voor de Vrede kreeg. Onderstaande rede sprak hij op 2 april 2013 uit:
“Ik heb de indruk dat telkens als de landen van Caraïbisch- en Latijns-Amerika vergaderen met de Verenigde Staten er allerlei wensenlijstjes zijn of dat er over van alles en nog wat wordt geklaagd.
Bijna altijd krijgt de V.S. de schuld van ellende in het verleden, het heden of de toekomst. En dat is dunkt me geheel ten onrechte.
We mogen niet vergeten dat er in Latijns-America veel eerder universiteiten waren dan in de V.S.
We mogen niet vergeten dat tot 1750 alle Amerikanen ongeveer gelijk waren: we waren allemaal even arm.
Toen de industriële revolutie begon in Engeland sprongen andere landen zoals Duitsland, Frankrijk, de V.S., Canada, Australië, Nieuw Zeeland op de bandwagon maar wij hebben het momentum voorbij laten gaan.
Vijftig jaar geleden was Mexico veel rijker dan Portugal. In 1950 had Brazilië een veel hoger inkomen per capita dan Zuid-Korea.
Zestig jaar geleden was Honduras per capita veel rijker dan Singapore, en nu ligt het inkomen daar op $40.000,-.
Dus doen wij Latino’s iets fout. Iets fout? Het is veel te veel om hier op te noemen. Een selectie:
Allereerst hebben we slechts zeven jaar leerplicht, en dat is heel wat minder dan in de meeste Aziatische landen. En de vergelijking met Europa, Canada en de V.S. valt nog veel slechter uit.
Van de tien leerlingen die toch op de middelbare school belanden, behaalt in sommige Latijns Amerikaanse landen maar ééntje de eindstreep en een diploma.
De kindersterfte is in veel Latijns Amerikaanse staten 50 per 1000 en in de rijkere Aziatische landen ligt dat tussen 8 en 10.
In Latijns-Amerika zijn landen waar de belastingopbrengst slechts 12 % is van het B.B.P., omdat de rijken worden ontzien, en dat kunnen we echt alleen onszelf verwijten.
In 1950 was iedere V.S. burger vier keer rijker dan een L.A. ‘er. Maar thans is de Noord Amerikaan 10 à 20 keer rijker dan wij.
En dat is niet de schuld van de V.S. maar van ons zelf.
En dan hebben we in Latijns-Amerika ook nog die enorme geldverspilling van vijftig miljard dollar per jaar aan wapens en legers.
Mijn vraag is: wie is onze vijand.? Onze allergrootste vijand is het gebrek aan onderwijs en het analfabetisme .
En ga ook eens kijken op een Zuid- of Midden-Amerikaanse universiteit: u waant zich 30 tot 50 jaar terug in de tijd.
En de andere vijanden zijn we ook zelf: dat we niet voorzien in noodzakelijke infrastructuur, zoals wegen, havens, luchthavens, en dat we ons ook al niet inspannen om de achteruitgang van natuur en milieu te tackelen; en we moeten ons schamen voor de ongelijkheid en het ontbreken van goede gezondheidszorg. Wat voor morele waarden geven wij onze kinderen mee?
Bovendien is de rest van de wereld nogal veranderd, zowel voor wat betreft de politieke en economische situatie in Europa na de val van de Berlijnse muur op 9 november 1989 , maar ook door de economische ontwikkelingen in Azië.
We moeten accepteren dat dat de wereld is veranderd, en ik denk dat alle academici en alle mensen met gezond verstand zien dat de 21ste eeuw de eeuw is van de Aziaten en niet die van Latijns Amerikanen. En dat vind ik erg spijtig.
Vooral omdat wij ondertussen maar door gaan met discussiëren over ideologieën over al die -ismen: welke is beter? Kapitalisme, socialisme communisme, liberalisme, neoliberalisme, christendemocratie, sociaaldemocratie. Maar wat deden de Aziaten? Zij hebben eind 20e eeuw een veel realistische -isme omarmd nl het pragmatisme.
Ik heb een interessante anekdote: Toen Deng Xiaoping de buurlanden Singapore en Zuid-Korea bezocht, zag hij dat de welvaart aldaar veel sneller toenam dan in China. En thuisgekomen riep hij zijn oude kameraden van de Lange Mars bijeen en zou hebben gezegd: het maakt me niet uit of de kat wit of zwart is, als ie maar muizen vangt.
En zoals we allemaal weten is de jaarlijkse Chinese groei inmiddels zo’n 12 % per jaar en zijn 300 miljoen Chinezen aan de goede kant van de armoedegrens gekomen. Maar wij discuteren maar door over ideologieën die allang begraven hadden moeten zijn.
Het goede nieuws is dat Deng Xiaoping tot inkeer kwam toen hij al 74 was, dus beste collegae presidenten, wij zijn een stuk jonger en laat ons dus niet dralen de bakens verzetten.”
Deze vertaling door Nicolette Geveke verscheen eerder op Polderland De originele tekst is hier te vinden.
Informatief artikel.
Helaas, zit men met de puinhopen van “het socialistische paradijs” in Venezuela:
Chavez en Maduro: armoede, onrecht en geweld.
[ Terwijl het land bulkt van de olie.]
Ook: de “socialistische” diktatuur op Cuba. Castro.
En iedereen houdt z’n mond ….
Behalve president Donald Trump.
Toch opmerkelijk:
De VS en Canada werden vooral bevolkt door immigranten uit Noord-West Europa, maar Zuid-Amerika werd vooral bevolkt door Spanjaarden, Portugezen en Italianen.
En toevallig of niet zijn dat ook de zwakke broeders in de Euro-zone.
Wat een verfrissend stuk.
En zou het niet aangenaam zijn als de Afrikaanse landen ook eens bij zichzelf te rade zouden gaan?
@N.G.
Niet toevallig. Het heeft te maken met de cultuur van werkethiek. Maar er zijn voldoende theorieen over die het een stapje verder nemen:
In Afrika was het zo dan men niet bepaald hard hoefde te werken voor het eten. Voedsel in overvloed dat overal groeit. Zuid Europa iets minder, maar in het noorden was het noodzakelijk om hard te werken om de harde winters te overleven.
Er zit wel wat in.