Wijkteams en jeugdzorg – Perverse prikkel of pervers systeem?
De alledaagse praktijk van ‘wijkteams’ die zich ook bezig moeten houden met jeugdzorg laat zien dat deze daar in het geheel niet tegen zijn opgewassen. Daardoor is het opgezette systeem verworden tot een Kafkaëske prikkelmachine met zeer ongewenste uitkomsten. Het heeft zich ontwikkeld tot een pervers systeem.
RTV-Utrecht verdient alle lof omdat zij als één van de weinige media in Nederland consequent aandacht besteedt aan misstanden in de jeugdzorg, maar de vraag is of zij daarbij niet teveel op de details ingaat. Door de reorganisatie van de jeugdzorg, waarbij vanaf 2015 de verantwoordelijkheid voor jeugdhulpverlening in handen kwam van de gemeenten, is er bij menigeen de indruk ontstaan dat er zich soms problemen voordoen die voorheen niet bestonden.
Zo valt er in een redactioneel stuk van RTV verbazing te bespeuren over het feit dat Veilig Thuis-Utrecht volgens de cijfers van het CBS vaker dan gemiddeld naar zichzelf doorverwijst en dat de Gecertificeerde Instelling (GI) en Veilig Thuis (VT) in Utrecht samen één gebouw delen, met dezelfde bestuurders. Deze combinatie wordt ‘uitzonderlijk’ genoemd, omdat er in Nederland 26 onafhankelijke Veilig Thuis-instellingen bestaan, maar in Utrecht vallen zowel de GI als de VT samen onder SAVE-Midden Nederland. Dit geeft een ‘perverse prikkel’, omdat SAVE subsidie krijgt voor iedere doorverwijzing.
Dezelfde jeugdzorgwerkers
Wie de geschiedenis van de jeugdzorg kent weet dat het in het verleden heel normaal was voor gecertificeerde instellingen om nauw samen te werken met Veilig Thuis (toen nog AMK) en een gebouw te delen, omdat pas vanaf 2015 het meldpunt kindermishandeling is samengegaan met meldpunt voor huiselijk geweld, onder de nieuwe naam AMHK. Dit werd al gauw Veilig Thuis genoemd omdat dat sympathieker klinkt, ondanks hun vaak onsympathieke werkwijze. Bij Veilig Thuis werken hetzelfde soort mensen als bij de GI (vroeger Bureau Jeugdzorg) en ook bij de Sociale Wijkteams tref je vaak ex-jeugdzorgwerkers aan. Het is allemaal één cultuur, ongeacht het naambordje. Ze hebben allemaal dezelfde SPH-opleiding, aangevuld met wat cursussen in vroegsignalering van kindermishandeling, aansluitend bij de Meldcode. Een goede reden om er als ouder nooit vrijwillig binnen te stappen en aan de huisarts – die door de lokale overheid onder druk wordt gezet – uit te leggen een verwijzing naar het wijkteam niet op prijs te stellen, maar meteen met het kind naar een GGZ-specialist te gaan.
Criminaliseren van de hulpvraag
Opmerkelijk in het artikel van RTV is de opsomming van alternatieve instanties waar Veilig Thuis óók naar zou kunnen doorverwijzen, wanneer dat niet naar henzelf is; de politie of het Openbaar Ministerie, de Raad voor de Kinderbescherming, het Sociale wijkteam of een GGZ-instelling. Als er wordt doorverwezen naar de politie of het OM dan moet het wel heel ernstig zijn, want dan is er sprake van strafbare feiten. Normaal gesproken is het andersom en verwijst de politie juist door naar Veilig Thuis. Er worden bij gevallen van (vermoeden van) kindermishandeling maar heel weinig zaken doorgestuurd naar het OM, omdat wij in Nederland een cultuur hebben gecreëerd in de jeugdhulpverlening waarbij gewone opvoedingsproblemen en ernstig gevaar voor het kind in één en hetzelfde grijze gebied vallen. Er moet letterlijk bloed aan de paal zijn wil men ermee naar het OM gaan.
De meeste Tokkie-gezinnen krijgen gewoon een jeugdzorg-behandeling, hoeveel drank of drugs er ook in het spel zijn. De keerzijde van deze mentaliteit echter, is dat doorsnee gezinnen met een normale hulpvraag vrij gemakkelijk gecriminaliseerd kunnen worden en van hun kind beroofd op grond van een ‘ernstig vermoeden’ van kindermishandeling of emotionele verwaarlozing. Je kunt in Nederland beter met een naald in je arm bewusteloos op de bank worden gevonden of tussen een stapel lege drankflessen met een spelende peuter naast je, dan dat je in het kader van vrijwillige hulpverlening het wijkteam of de vertrouwensarts van Veilig Thuis durft tegen te spreken. Dan heb je een grotere kans dat je kind in een instelling verdwijnt, omdat het bij deze instanties vooral draait om het afdwingen van gehoorzaamheid.
Follow the money
Daarmee komen we op de doorverwijzing van Veilig Thuis naar het Sociale Wijkteam. Daar wordt het door de overheid sterk gepromote drang & dwang principe toegepast (Hugo de Jonge), die bedoeld is om ouders sneller te overtuigen van het gelijk van de hulpverleners, door met de rechter te dreigen als ouders het ergens niet mee eens zijn. Het resultaat is dat ouders op die manier heel lang gedwongen in een ‘vrijwillig’ hulptraject kunnen worden gehouden. Het artikel van Follow the Money “Het nieuwe product van kinderbescherming is intimidatie” heeft deze werkwijze gekenschetst als het nieuwe verdienmodel. En dan is er nog de doorverwijzing naar de GGZ-instelling die ouders het beste gewoon zelf via hun huisarts kunnen regelen, omdat ze daar wettelijk het recht toe hebben. Door lokale overheden wordt dit in navolging van de landelijke overheid ontmoedigd, omdat men bang is voor het kostenplaatje en daarom wordt er bij de wijkteams graag wat langer aangemodderd met kinderen totdat situaties escaleren en er opeens zware hulp noodzakelijk is. Bij allochtone gezinnen had de overheid juist gehoopt op een stijging van GGZ-hulp via de wijkteams, omdat bij die groep sprake zou zijn van onder-diagnostisering, waar in verschillende onderzoeksrapporten eufemistisch van wordt gezegd dat men daar ‘de weg nog niet weet te vinden’ naar de wijkteams.
‘Zo zijn onze manieren’
Dan nog een opmerking over het doorverwijzen naar de Raad voor de Kinderbescherming door Veilig Thuis. Als dat gebeurt weet je als ouder zeker dat je in de gevarenzone bent, want de Raad gaat naar de rechter voor de aanvraag van kinderbeschermingsmaatregelen (ondertoezichtstelling of uithuisplaatsing) en in beide gevallen komt de uitvoering daarvan gewoon weer terecht bij de Gecertificeerde Instelling. Het verschil is dan wel dat het langs de rechter is geweest, die het voorgefabriceerde pakket aan benodigde maatregelen een stempel van goedkeuring moet geven, maar per saldo eindig je dus aan hetzelfde bureau (Jeugdbescherming). Het is even een omweggetje en niet zonder reden, want uit de nieuwste cijfers over de kosten van de jeugdzorghulp blijkt dat drang & dwang (zonder rechterlijke tussenkomst) een stukje goedkoper is dan wanneer er een ondertoezichtstelling wordt uitgesproken. Fijn voor de gemeente, maar pech voor ouders die zich laten chanteren zonder marginale rechtsbescherming, door een rechter die in uitzonderlijke gevallen nog wel eens kritisch wil zijn richting de hulpverleners.
‘Onwenselijk en onverstandig’
Door het onderzoek van RTV-Utrecht zijn er bij verschillende lokale politici toch wel een paar alarmbellen afgegaan en men wil nu weten of er sprake kan zijn van ‘perverse prikkels bij SAVE-Midden Nederland. Pascal Ooms van de SGP in Houten vindt het ‘onwenselijk en onverstandig dat Veilig Thuis naar zichzelf doorverwijst’. Volgens hem moeten diagnose en behandeling uit elkaar getrokken worden, omdat de cliënt recht heeft op een onafhankelijk oordeel. Hier heeft hij natuurlijk volkomen gelijk in, maar vanuit twintig jaar Bureau Jeugdzorggeschiedenis weten we dat deze onafhankelijkheid nooit heeft bestaan in de jeugdzorg en dat de hulpverleners altijd twee petten op hadden.
Bureau Jeugdzorg deed -al dan niet samen met AMK- de risico-taxatie en vroeg dan via de Raad voor de Kinderbescherming (die 80% van hun rapportages overnam, zie: ORBA) een beschermingsmaatregel aan bij de rechter die ze vervolgens zelf mochten uitvoeren. Ook de verlenging van zo’n maatregel was weer afhankelijk van hun eigen verslag aan de rechter (met wederom de Raad in de meeste gevallen als overschrijfmachine) met als doorslaggevend element voor de rechter de ‘professionele mening’ van de gezinsvoogd/casemanager. Er heeft nooit een scheiding van diagnose en behandeling bestaan in deze sector.
OTS-maatregel is géén jeugdhulp
Wat deze goed bedoelende politicus ‘diagnose’ noemt is in werkelijkheid een informanten-onderzoek of risicotaxatie, dat niets van doen heeft met professioneel onderzoek bij het kind op universitair niveau, zoals bij het ‘recht op de hoogste mate van gezondheidszorg’ verwacht mag worden volgens het kinderrechtenverdrag (IVRK 24). [1] De gecertificeerde instelling misleidt regelmatig ouders door de term ‘jeugdhulp’ te verwarren met de beschermingsmaatregel (OTS), die valt onder het bestuursrecht (Awb), zodat ouders denken dat ze geen bezwaar kunnen maken. De GI manipuleert doordat zij de indruk wekt dat de ondertoezichtstelling, die bedoeld is om de veiligheid van kind te garanderen in fysiek, emotioneel en mentaal opzicht, gelijk staat aan de vraag welke vorm van hulp voor het kind het beste is en dat de GI het recht heeft daarover te beslissen. Niets is minder waar, omdat ouders zolang zij gezaghebbend zijn mogen meebeslissen over de hulp die zij voor hun kind wenselijk en noodzakelijk achten. De beschermingsmaatregel en het voorgestelde hulptraject staan los van elkaar, tenzij er ernstige veiligheidsoverwegingen zijn die een bepaalde vorm van hulpverlening voor het kind onwenselijk maken, maar daarover heeft de GI in de regel allerlei ongefundeerde oordelen.
Meningsverschillen tussen ouders en hulpverleners worden door jeugdbeschermers vertaald als een psychisch gebrek bij de ouders (zonder psychologisch onderzoek) met standaard beschuldigingen als ‘ouders hebben geen inzicht in eigen problematiek’ en de aantijging dat ze een gevaar zijn voor het kind, omdat ze ‘niet begrijpen wat in het belang is van het kind’. Zo werd twee ouders die op voedingsgebied een second opinion durfden te vragen op grond van de WGBO, subiet hun medisch gezag afgenomen via de rechter. Zo probeert jeugdzorg overal controle op uit te oefenen, uiteindelijk ten koste van het welzijn van het kind.
Alle wegen leiden naar Rome
Wat de doorverwijzing betreft, kan men afgezien van het financiële aspect en het kostenplaatje voor de gemeente, kort zijn: Het maakt uiteindelijk voor het gezin niet uit welke route wordt gevolgd, want het resultaat is hetzelfde. Alle instanties schrijven de rapportages van elkaar over. Er is nauwelijks sprake van onafhankelijke inzicht of besluitvorming. De Raad neemt alles over wat Veilig Thuis heeft opgeschreven, wat de politie als ‘eerste indruk’ heeft van het gezin, wat de anonieme melder heeft gezegd en wat de ‘vermoedens’ zijn van de casemanager en vertrouwensarts van Veilig Thuis. Iedereen bevestigt zichzelf en de ander in een hulpverlenings-wurggreep waar het gezin in terecht komt en ouders kunnen dan praten als Brugman, maar de rechter gelooft de ketenpartners en hun onderbuikgevoelens. Het woord ‘diagnose’ is misplaatst, want er komt vrijwel nooit een diagnose. Er wordt een risico-taxatie gemaakt, meestal zonder forensische expertise en zelfs als die wordt ingezet en er wordt niets aan fysiek bewijs voor mishandeling gevonden, dan gooien de jeugdbeschermers het op de psychologische verdachtmaking van de ouders.
Actueel voorbeeld:
Een vijfjarig kind is getraumatiseerd na een uithuisplaatsing met politieauto’s, rechter, forensisch experts en een handvol jeugdbeschermers. Het wordt vijf maanden strikt gescheiden van de ouders zonder enige vorm van contact, dus zal het wel ‘ernstig emotioneel beschadigd’ zijn door de ouders, luidt de conclusie van de orthopedagoog. Deze casus speelt momenteel bij JBRA in Amsterdam. Het kind is in werkelijkheid autistisch, maar kreeg geen diagnostisch onderzoek gedurende vijf maanden van observatie in de jeugdzorginstelling en zo kunnen beschuldigingen aan het adres van de ouders eindeloos worden vermenigvuldigd.
Voor de daadwerkelijke diagnose zal volgens jeugdzorg nog minstens een half jaar of langer nodig zijn! Dit lijkt geen hulpverlening, maar kind-ontvoering. Voor ieder half jaar dat dit kind niet de juiste diagnose en behandeling krijgt en snelle hereniging met zijn ouders, kan de psychische schade de jeugdbeschermers persoonlijk worden aangerekend. Dit is het gezicht van jeugdzorg dat veel politici en zelfs journalisten vaak niet te zien krijgen. Men gaat meestal uit van uitzonderingsgevallen, maar het falen van de jeugdbescherming in Nederland is structureel.
Update 1 juli 2018: Het verhaal van de jongen in bovenstaande casus is zojuist gepubliceerd in de Brisbane Courier-Mail en de Britse Daily Mail.
Makkelijk geld verdienen
Het is goed dat er nu politici reageren op de perverse prikkels bij Veilig Thuis-Utrecht, maar het zou nog beter zijn als ze inzicht kregen in het grotere plaatje. De hele jeugdzorg-industrie is één grote perverse prikkel, omdat in het jeugd- en familierecht de feiten niet tellen zoals in het strafrecht, maar de indrukken, interpretaties en vooronderstellingen van de hulpverleners. Het is makkelijk geld verdienen voor Veilig Thuis, SAVE, de GI, de Raad, de Sociale Wijkteams, beschermtafels, etc, omdat niemand hun werkzaamheden op waarheidsgehalte controleert, maar enkel op de gevolgde procedure. [2] Ze kunnen de juiste procedurele stappen zetten met onjuiste gegevens en verkeerde interpretaties van door hen waargenomen signalen. Dát komt niet boven water als er onderzoek wordt gedaan naar die 18 % doorverwijzing naar zichzelf, bij de SAVE-constructie in Utrecht. Of het nu via de Raad loopt of meteen naar de GI waar drang & dwang wordt toegepast zoals bij de wijkteams; het maakt voor ouders niet uit of ze door de hond of door de kat gebeten worden.
De rechterlijke toetsing bij de aanvraag van beschermingsmaatregelen is zeer armoedig, omdat de zittingen te kort duren, er geen enkele ruimte is voor alternatieve verklaringen bij door jeugdbeschermers waargenomen ‘alarmerende signalen’ en bij het kind de diagnostiek vaak geheel ontbreekt. Wat weer een mooi excuus is voor verlenging van dwangmaatregelen, omdat het ‘onderzoek’ bij het kind na een half jaar of langer nog niet is afgerond. Daarbij wordt er geen nulmeting gedaan aan het begin van het traject, zodat met betrekking tot de kwaliteitscontrole onmogelijk kan worden nagegaan of het kind door de jeugdzorghulp psychisch vooruit is gegaan, gelijk is gebleven of verder achteruit gehold (zoals bij te late doorverwijzing door wijkteams waardoor er veel meer kinderen gesloten geplaatst zijn) Het hele systeem is pervers, omdat de rechter een marionet is geworden die de rechten van ouders en kinderen niet kan waarborgen in de jeugdzorg.
Onderzoeksrechter en rechtmatigheidstoets
Daarom is er een Onderzoeksrechter nodig, zoals advocaat Huib Struycken heeft voorgesteld en een rechtmatigheidstoets, zoals geformuleerd door oud-advocaat Peter Prinsen. Voorstellen in deze richting, ook van andere jeugdzorgkenners uit de academische wereld, zijn door de minister opzettelijk buiten het “Actieplan Verbetering Feitenonderzoek in de Jeugdbeschermingsketen” gehouden dat gestuurd is naar de Tweede Kamer. Weer ging daarmee een kans verloren om de problemen nu eens bij de wortel aan te pakken. Het huidige systeem van ineffectieve, maar dure ondertoezichtstellingen (€ 9.000,- per kind, per jaar) zou volledig op de schop moeten. Uithuisplaatsingen zouden alleen mogen worden toegepast bij extreem disfunctionele gezinnen en niet bij ‘vermoedens’, ‘indrukken’, ‘onderbuikgevoelens’, ‘niet-pluisgevoelens’ of escalerende meningsverschillen tussen ouders en hulpverleners. Het is vaak geen hulpverlening, maar een strafexpeditie waar ouders in terechtkomen en dat laten de financiële cijfers niet zien of een analyse van de afgelegde ‘hulproute’, maar de verklaringen van de ervaringsdeskundigen die er het slachtoffer van zijn.
- Artikel 24 IVRK bepaalt dat ieder kind recht heeft op, in de grootst mogelijke mate, gezondheid en toegang tot de gezondheidszorg. In ‘General Comment No. 15’ legt het VN-Kinderrechtencomité dit artikel verder uit. Zo strekt artikel 24 IVRK niet enkel tot het voorkomen of genezen van ziekte bij kinderen, maar draait het om het totale fysieke, emotionele en sociale welzijn. https://www.universiteitleiden.nl/binaries/content/assets/rechtsgeleerdheid/instituut-voor-privaatrecht/jeugdrecht/isabelle-kornelis-een-goede-rechtsbescherming-voor-een-kind-geboren-in-het-verkeerde-lichaam.pdf
- Raadslid Lokaal Apeldoorn over werkwijze jeugdzorg – Veilig Thuis
Dit essay verscheen eerder op Dark Horse Essays
Hoewel er ongetwijfeld ook goede mensen bij jeugdzorg werken is het eigenlijk een schoolvoorbeeld van het gezegde dat de weg naar de hel,is geplaveid met goede bedoelingen.
Zelf heb ik als sportinstructeur helaas alleen maar slechte ervaringen met jeugdzorg, kinderen gezien die zonder reden uit huis werden geplaatst, kinderen die van de ouders niet meer mochten sporten uit angst voor een blauwe plek en een volkomen desinteresse van de instelling zelf in alles wat niet in hun straatje paste.