Het VVD-gedrein om een kiesdrempel
Het gedrein om een kiesdrempel, waarin momenteel vooral de achterban van de VVD uitblinkt, heeft een gedegen reden. De VVD heeft namelijk het meest te vrezen van het uitblijven van zo’n maatregel.
Vandaag plaatste HP/De Tijd een stuk met de vernietigende titel: Zeg VVD: hou eens op over die kiesdrempel. De auteur gaat keurig in op de onzin van de roep om zo’n kiesdrempel, waarbij hij laat zien wat er gebeuren zou als zij wordt ingevoerd. Ook het eeuwige argument over de 14 partijtjes in de Kamer in 1971, ’72 en ’94 ontbreekt niet.
Maar hoe waar dat laatste ook is, de situatie is desondanks totaal onvergelijkbaar met de politieke situatie in die jaren. Het dreinen vanuit de VVD heeft dan ook niets te maken met zorgen om de bestuurbaarheid van het land, maar alles met wat die nieuwe partijtjes de VVD aandoen. Nu, en in de toekomst.
De VVD ontsnapte afgelopen verkiezingen op het nippertje aan een liberale partij rechts van haar. VNL mag dan onlangs al weer opgeheven zijn, maar dat werd veroorzaakt door een ongeschikte lijsttrekker, onkunde en tè libertarische standpunten dan door het gebrek aan potentieel en omvang van de groep die zij bedienen wilde. Doordat de VVD de afgelopen zeven jaar onder leiding van Mark Rutte opgeschoven is naar het centrum van de Nederlandse politiek, zit er een enorm gat op liberaal rechts dat ook de PVV niet vullen zal. Dat het er al een hele tijd onrustig is op die ongedekte flank is bekend (Verdonk, Trots, VNL, etc). Het is een kwestie van tijd eer een rustige partij met weinig opzienbarende standpunten deze hele zwakke zijde van de VVD oprolt. Vijf tot zeven zetels zijn zeker vrij verkrijgbaar.
Of het Forum voor Democratie het juiste vehikel is om die plek op te eisen betwijfel ik. De virtuele groei in de peilingen laat wel zien wat de VVD vreest, maar niet of het FvD daarvoor de juiste partij is. Maar zeker is dat het FvD met zo’n kiesdrempel van 5% kansloos was gebleven – als Baudet er onder die omstandigheden al aan begonnen was.
Het is daarom geen wonder dat de VVD pleit voor een kiesdrempel van 5%: het oprollen van de rechterzijde van de VVD zal denkelijk twee à drie verkiezingen kosten. Maar als de eerste aanval te weinig succesvol is, is er een grote kans dat de poging opnieuw zal worden opgegeven. Een kiesdrempel van 5% zou daarom voldoende moeten zijn de rechterflank afdoende te beschermen.
Dat de VVD nu pleit voor zo’n kiesdrempel heeft daarom niets van doen met bezorgdheid om de bestuurbaarheid van het land. Wèl met de bestuurbaarheid door de VVD, die afgelopen verkiezingen slechts overeind bleef dankzij de desintegratie bij andere partijen. Dat zal niet eeuwig duren, en zonder kiesdrempel lijkt het voor de VVD niet eenvoudig om het gat op rechts te dichten. In dat verband is de VVD dan ook echt niet liberaal, maar net zo machtspolitiek geïnspireerd als andere grote partijen.
Dat er op Links niet zo heel veel animo is voor het idee van de VVD is logisch: Àlle daar vertegenwoordigde partijen zijn in het recente verleden wel eens onder die 5% gezakt, of in ieder geval bijna. De politieke versplintering op Links is traditioneel zo mogelijk nog ernstiger dan op rechts, waar de tegenstellingen zich vooral op het persoonlijke vlak voor doen.
Om het idee kansrijk te maken zou de VVD de grens van haar voorstel moeten verlagen naar iets van twee procent. Dat is echter te weinig om veilig te zijn voor de te verwachten stormloop van echte liberalen in de komende tien jaar.
Er is al een kiesdrempel, namelijk genoeg stemmen halen voor 1 zetel in de 2K
Nog een kiesdrempel.
Benoeming door de Koning heet dat.
Marginale partijtjes houden tal van burgemeestersposten. Commisaris van de koning, enz.
De tweede politieke partij heeft nul vertegenwoordigers op die plaatsen. En een koning die kies je niet, die heb je gewoon. Dit debat is dus dagbladvulling, niet meer.
Nog wat:
De VVD heeft nu bijvoorbeeld 30 zetels (juiste aantal is hier even niet belangrijk).
het merendeel van de kiezers stemde op Mark Rutte. Daarna volgt een hele tijd niets en dan komen de nummers 2, 3, enzovoort.
Ik durf te wedden, dat de nummers 10 t/m 20 te weinig stemmers kregen om (op eigen kracht) in de 2K te komen. Deze mensen zijn dus nauwelijks “volksvertegenwoordigers” te noemen. Het zijn partijvertegenwoordigers en aangezien hun zetel volledig afhankelijk is van de partij waartoe ze behoren, zullen ze ook niet “zonder last of ruggespraak” kunnen handelen in de 2k. Hun stemgedrag zal dan ook niet bepaald worden door het landsbelang, maar door door het partijbelang. Het is met recht stemvee en het parlement een nepparlement, aangezien in de praktijk de kamerleden vrijwel altijd afwezig zijn, behalve als er (hoofdelijk) gestemd moet worden.
Dit is weer een symptoom en bewijs, dat onze huidige parlementaire democratie (feitelijk een constitutionele monarchie!) ernstige weeffouten vertoornt. Weeffouten die steeds grotere gaten aan het veroorzaken zijn.
Er moet daarom snel politieke vernieuwing komen (gekozen bewindslieden, bindende referenda) wantanders zet de rot (bovenstaande is niet de enige plek) door en leven we over een paar jaar in een volledig uitgeholde democrate. Voor zover het dat al niet is.
Dit geldt natuurlijk voor alle partijen en zal voortduren zolang we een indirecte “partijcratie” hebben.
“Dit geldt natuurlijk voor alle partijen en zal voortduren zolang we een indirecte “partijcratie” hebben.”
Deze laatste zin had ergens in het midden moeten staan.
(Verdorie, maak ik eens een minimum aan spelfouten, is er een hele zin verkeerd terechtgekomen.)