Uitdrukking – Liegen of het gedrukt staat
Liegen of het gedrukt staat is een ernstige beschuldiging aan iemands adres. Het impliceert dat iets erger is dan een gewoon dagelijks leugentje.
Dat geeft het ook een politieke context, aangezien veel leugens van politici vroeg of laat gedrukt tot ons komen. Al dan niet in partijprogramma’s voor verkiezingen, zoals NL2021 over een dag of 10. Het linkt ook aardig met een andere klassieke misvatting, dat alles wat gedrukt staat waar zou zijn. Als in :”Het stond in de krant, dus het zal wel waar zijn“. In deze tijd – waarin de minister van Binnenlandse Zaken mede wenst te bepalen wat wel en niet als waarheid kan worden beschouwt – is die vanzelfsprekendheid minder groot dan ooit.
Ik heb even kort gekeken naar de etymologische achtergrond van de uitdrukking, maar ik kwam er niet goed uit. De samenhang met de ‘gedrukte waarheid’ geeft echter al een clou. Bij het begin van de boekdrukkunst waren de eerste boeken die gedrukt werden over het algemeen bijbels. Die werden maar al te vaak in het Latijn gedrukt, en werden om die reden in Europa universeel verkoopbaar. Bovendien zit er nog een stukje extra logica aan wat betreft het waarheidsgehalte van de inhoud: daar werd in die tijd niet aan getwijfeld, en voor wie dat wel deed stond al snel een smeulende brandstapel gereed. Liegen of het gedrukt staat is in die context dan ook een ernstige beschuldiging, die grenst aan ketterij.
Dat de uitleg van het gedrukte woord niet in een spreekwoord is beland verbaast al evenmin. Wantrouwen ten opzichte van onze naasten is zo oud als de wereld, en maar al te vaak gerechtvaardigd. Over de logica van wantrouwen jegens politici kun je blijven schrijven, maar het is vrijwel altijd de praktijk die de doorslag geeft. En die praktijk is dat schone beloften altijd opnieuw blijken niet meer te zij dan schone schijn. Dat de kiezer dat accepteert behoort bij de logica van een democratisch bestel.
Dat in een democratisch bestel ook de bestuurders min of meer direct worden gekozen verandert daar vreemd genoeg niets aan. Dat maakt het kiesproces altijd opnieuw een variant op “God zegene de greep’. Door er niets van te verwachten, matigen de kiezers ook op voorhand hun woede over de maatregelen die hen uiteindelijk treffen. Dat is een interessant proces om later nog eens op terug te komen, waarbij je je trouwens steeds weer verbaast dat sociologen er nooit onderzoek naar doen.
Misschien komt de uitdrukking uit WOII, toen alle media in handen van de Duitsers tot propaganda-instrumenten waren geworden.
Mijn vader vertelde me toen ik jong was deze mop:
Een man overleed en kwam in de hemel waar hij door Petrus werd rondgeleid. Vele wonderlijke dingen zag hij, toen er plotseling een belletje rinkelde.
“Wat is dat voor bel?” vroeg hij.
Petrus antwoordde: “Iedere keer als er op aarde een leugen wordt verteld, dan gaat hier een bel rinkelen.”
Hij was nog niet uitgesproken of er brak een (hels wilde ik schrijven maar dat is niet zo handig hier) kabaal los van allerlei grote en kleine bellen die begonnen te rinkelen en te galmen.
“Wat is er aan de hand?” schreeuwde de man boven het lawaai uit.
“Niets bijzonders” schreeuwde Petrus terug. “Dat gebeurt iedere dag om deze tijd. Dan wordt De Telegraaf gedrukt.”
Mijn vader vertelde de mop in de jaren zestig. De Telegraaf was na WOII verboden, dus stamt de mop vrijwel zeker uit WOII.
Dus misschien is dat de oorsprong van het gezegde.
Er zijn mensen die zeggen dat iedereen in de hemel zich de puistpukkel schrikt van alle alarmbellen die afgaan als je het nos-journaal aanzet.
Als liegen een Olympische sport was, won de Nederlandse equipe geleid door de heer Mark R, goud, zilver en brons.