Syrië – overzicht van de stand van zaken
Als er in de media iets ontbroken heeft tot nog toe, was het een begrijpelijk en vooral handzaam overzicht van wat er thans in Syrië gebeurt. Een visualisatie van de frontlijnen en een overzicht van de strategieën die een rol spelen.
Dit weekend hebben de troepen van Assad de stad Qusayr heroverd, die voor hem van groot strategisch belang is. Niet alleen is het een uitstekende springplank voor een aanval op Homs, maar bovendien vormt het een verbindingspunt met het Alawitische kerngebied, dat grofweg wordt gevormd door het Syrische kustgebied. Indien de enclave van verzet rond Homs wordt opgeruimd, heeft het Syrische bewind meerdere zorgen minder.
Iets duidelijker wordt de huidige situatie met onderstaande overzichtskaart.
Zoals bovenstaande kaart duidelijk maakt, heeft de regering in Damascus een aantal strategische problemen op te lossen wil zij de controle over het hele land herwinnen. Een herovering van Homs lost in ieder geval een deel van die problemen op. De tamelijk eenvoudige herovering van Qusayr is een teken aan de wand dat het Syrische leger zich voldoende gehergroepeerd heeft om de komende tijd in het offensief te gaan. Daarmee is het regime van Assad een stap verder gekomen dan de situatie waaruit kolonel Ghadaffi zich moest zien los te worstelen. Dat is nog even afgezien van de westerse luchtaanvallen waarmee het Libische regime kampte.
Deze kaart van Syrië is ook bijzonder interessant om eens te kijken wat de Syrische politiek in de regio voor belangen had. Geografisch gezien is de Syrische bemoeienis met Libanon heel logisch. In veel opzichten is er een goede zaak te maken voor het argument dat Libanon en Syrië een logische combinatie vormen. Dat in Libanon sterke sentimenten in die richting heersen is daarom niet vreemd.
Wat de overzichtskaart ook duidelijk maakt, is waarom Turkije zich zorgen maakt over de gebeurtenissen in Syrië: de Koerdische milities die in de grensstreek aan kracht winnen zijn voor Turkije minstens zo bedreigend als voor de centrale Syrische overheid. Aangezien Jordanië en Irak geen rol van betekenis spelen in dit conflict, behalve als doorvoer van voorraden voor de rebellen, is de laatste belangrijke speler Israël. En Israël heeft er vooral belang bij dat deze Syrische burgeroorlog zo lang mogelijk duurt – zo lang Assad uiteindelijk maar aan het langste eind trekt.
De westerse betrokkenheid is halfslachtig, maar dat heeft er dan ook alles mee te maken dat men zich begint te realiseren – iets waar Israël overduidelijk veel sneller mee was – dat een overwinning van de rebellen slechts een eerste stadium zal zijn in een burgeroorlog die met een eventuele val van Assad een tweede ronde in gaat. Zie voor de problemen met de verschillende oppositiegroepen het overzichtsartikel dat The Economist daarover dit weekend publiceerde.
Niet alleen weten de westerse landen niet goed van wie hun heil moet komen – de vraag dient zich aan of er heil van een val van het regime-Assad te verwachten valt. Het begint er in ieder geval minder en minder op te líjken. Nu de Syrische bondgenoten Rusland en Iran, alsmede het Libanese Hezbollah actief en standvastig het regime blijken te steunen, en het Syrische leger zich lijkt te herstellen van de aderlatingen die het in het eerste jaar van de burgeroorlog onderging, moet de kans van een overwinning van de regeringstroepen nog deze zomer reëel worden geacht.
Het grootste probleem voor het regeringsleger is dat de rebellen de controle hebben over een veelheid aan dorpjes en steden. Deze zijn bij uitstek geschikt voor straatgevechten en stadsguerilla – de nachtmerrie van elk modern leger. Daar staat tegenover, dat de herovering van Qusayr dit weekend laat zien, dat de Syriërs blijkbaar in staat zijn dergelijke hobbels vlot te nemen. De rebellenmilities zijn veel te slecht bewapend om iets van een regulier front te kunnen verdedigen. Dat houdt in dat het leger het initiatief niet meer uit handen hoeft te geven zolang er achter hun rug geen nieuwe opstanden uitbreken.
Dat leidt tot de conclusie dat het regeringsleger als het in het offensief gaat, eerst zal proberen een deel van de kleinere enclaves te elimineren, om vervolgens de grotere steden af te snijden van bevoorrading en deze stuk voor stuk in te nemen. Dat de Syriërs in toenemende mate worden gesteund door strijders van Hezbollah, die zeer ervaren zijn in dit type oorlogsvoering, maakt dat je mag verwachten dat deze burgeroorlog niet heel lang meer duren zal. Militair gezien in ieder geval.
Dat de Amerikanen zich dat beginnen te realiseren blijkt uit de bereidheid die zij afgelopen week bleken te hebben om te beginnen aan een vredesconferentie – iets waar tot nog toe alleen Rusland een voorstander van was. Gaat die conferentie er komen? Het zit er niet in. Komende maand zal het regeringsleger snel terrein terug winnen, waarbij een reële kans bestaat dat de weerstand ineen zal klappen. Met uitzondering van de Koerdische rebellengroepen, zijn de Syrische opstandelingen niet in staat een langdurige verdedigingsoorlog vol te houden.
Het zal nog een bloedige strijd worden, maar de kansen op overleving van het regime-Assad stijgen nog steeds.
Eerder verschenen op Dagelijkse Standaard.