Een stem uit een politiek graf
Zaterdag kwam de Telegraaf met een interview met de grootste loser uit de geschiedenis van politiek Nederland. Over de toekomst sprak hij met de stem van het verleden. Heel deprimerend.
Het hele interview met Lodewijk Asscher was nogal deprimerend. Als Linke Loetje die sprak over zijn kansen op de arbeidsmarkt na anderhalf jaar cel wegens diefstal, zoiets. Niet dat dergelijke straffen nog worden uitgedeeld, maar u begrijpt de metafoor naar ik hoop.
De schizofrenie in het verhaal zat hem met name in de manier waarop Asscher zich positioneerde: als de grande die een tegenslag te verwerken kreeg, maar dapper zal proberen ondanks alles terug te keren. Letterlijk zei hij daarover:
Ik besloot dat die is om met nederigheid en trots, hoe raar die combinatie ook is, te laten zien wat we waard zijn en waar we voor staan.”
Stonden, Loetje, stonden. En wat die nederigheid en trots betreft: is dat niet wat jullie altijd al deden? De hypocrisie van het CDA combineren met de arrogantie van het eigen gelijk? Dat de ondersteuning door kiezers die dachten dat jullie dat voor hèn deden verdwenen is, lijkt nog niet volledig doorgedrongen.
Dat Asscher als leider van dit fiasco niet met de staart tussen de benen vertrok, moeten hij en zijn partij natuurlijk zelf weten. Maar trots uitdragen, en niet stilletjes verdwijnen nadat je eerst een koningsmoord hebt voltrokken met de gedachte dat mensen daardoor in je geïnteresseerd raken (lijsttrekkersverkiezing)? Geen respect voor het electoraat, en geen enkel zelfrespect. Want Asscher zegt letterlijk dat hij nergens spijt van heeft. Een letterlijke ontkenning van zijn eigen verantwoordelijkheid; alsof hij niet vijf jaar lang als vicepremier hèt uithangbord van zijn partij was. Maar niet alleen dat vergoelijkt hij. Over de PvdA:
Moet er de volgende keer weer een lijsttrekkersstrijd bij de PvdA komen?
„Er moet een democratische verkiezing zijn, maar we gaan zeker kijken wat hier beter aan kon. Misschien moeten we minder onderlinge debatten houden.”
(..)
Dat klinkt alsof de PvdA en u in een soort cocon leefden?
„Voor een deel wel, natuurlijk.”
Kortom: alles blijft hetzelfde, maar we gaan doen alsof we nèt een beetje anders zijn geworden. Zelfs gaat de deur voor een heel klein kiertje open voor de regeringsdeelname. Over de formatie:
Als het vastloopt, komen we praten. Dat betekent niet dat we ook mee gaan doen, we komen praten. Kijken of ik dan nog een tip heb over hoe het weer loskomt.”
De deur gaat dus nooit helemaal dicht?
„Nee, dat heb ik ook tegen mijn partij gezegd. Inderdaad, ik ga geen dingen uitsluiten. Dat heb ik in de politiek wel geleerd.”
Ik zou zeggen: doen! Er kan nog meer af. Zoals ik wel eens vaker heb gezegd: als je de Regentenpartij millimeteren wilt, moet je ze allen tezamen in één kabinet weten te krijgen. Het zou me niet eens verbazen als dat alsnog gebeuren zou. Voor de nu onderhandelende partijen zou het vrijwel alle formatieve problemen in één klap oplossen. Tot aan de eerstvolgende verkiezingen, dat dan weer wel.
Het zou me niks verbazen als de PvdA weer in beeld komt bij Rutte.
Dan gaan de twee grote verliezers van de afgelopen verkiezingen (mèèr dan gehalveerd) weer op dezelfde voet verder met de afbraak van Nederland.
Nu met hulp van CDA en D666.
De meelopertjes van kwezelig Nederland.
Frans Timmermans kan Wilders “ontzettend goed” nadoen, zegt Asscher ook in dat interview. Asscher oefende dus media-debatten op “Geert Timmermans”. Dat heeft blijkbaar niet geholpen. Timmermans is trouwens groot fan van Edith Piaf: “Non, je ne regrette rien!!”