DE WERELD NU

Herlezen? – Simon Vestdijk – advies gevraagd

Vreemdeling, Pastorale 1943

Zijn er boeken van Simon Vestdijk die de moeite van het lezen of herlezen waard zijn? Renzo Verwer zou het graag weten.

Adriaan Roland Holst roemde hem met de woorden ‘o gij, die sneller schrijft dan God kan lezen!’. De schrijver in kwestie schreef soms tientallen bladzijden op een dag. Periodes van hyperactiviteit wisselde hij af met depressies, en lag dan soms maandenlang in bed, onmachtig om te schrijven.

De thema’s van zijn boeken spreken me aan: (onbereikbare) vrouwen, muziek, prostitutie, astrologie, de Griekse godenwereld, ach wat niet eigenlijk? En zo ben ik eergisteren voor de zoveelste keer in mijn leven aan een boek van Simon Vestdijk begonnen. Na Ina Damman, De kellner en de levenden en weet ik al wat niet meer begon ik aan het spannend aangekondigde Ivoren wachters.

En voor de zoveelste keer legde ik het boek na een paar pagina’s weg. Wat is dat toch?

De man schrijft saai. Zijn stijl ligt me niet en de wijze van behandeling van die onderwerpen ook niet. Het zal aan mij liggen. En dan die, vele, overbodige, komma’s in Vestdijks zinnen…. ze ergeren me.

Theo Kars zei over Vestdijk in 1978:

Als je niets meemaakt moet je als autobiografisch schrijver ophouden. Heel veel schrijvers doen dat niet en gaan dan uit hun duim zuigen. Het beste voorbeeld daarvan is Vestdijk. Die man leefde niet, die zat in Doorn in een villaatje in een studeerkamer en schreef daar boeken over bijvoorbeeld Jamaica, waar hij nooit is geweest! De bibliotheek in de gevangenis was nogal beperkt zodat ik daar in godsnaam maar wat van Vestdijk probeerde. Het Vijfde Zegel; ik prefereerde het om dat boek dicht te slaan en me rechtop op een stoel te vervelen.

Ik kan me zeer in Kars’ oordeel vinden. Ik kan niet aanwijzen wat het nou precies is, maar Vestdijks taal leeft me te weinig. Het is doods, zwaar geconstrueerd proza. Ik verveel me er rot bij, net als Kars.

Of vergis ik me, en kan iemand me een fantastisch boek van deze schrijver – die mijn moeder al saai vond – aanraden?


Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Renzo Verwer


Mijn vorige boek: Vrijheid van meningsuiting voor beginners. Mijn blogs: http://www.renzoverwer.wordpress.com en http://www.liefdesmarkt.nl

16 reacties

  1. Dick Ahles schreef:

    Simon Vestdijk samen met Thomas Mann zijn mijn favoriete schrijvers. Ik heb veel maar zeker niet alles gelezen van Simon. Veel in mijn HBS-tijd en later toen mijn tijdsbesteding nog niet werd gedomineerd door eerst TV en daarna vooral internet.

    Ja, als je nu Vestdijk leest valt je vooral de traagheid op. Maar ook de prachtige – natuurlijk lange en met veel interpunctie – zinnen. Meest indrukwekkend vond ik Vrouw tussen Vier Vrouwen met de subliem opgeroepen sfeer en de beschrijvingen van het stadje.

    Natuurlijk is er helemaal geen man overboord als we constateren dat stijl, woordgebruik en inhoud van Vestdijk niet meer van deze tijd zijn. Net als dat Van Lennep, Conrad Busket Huet ,en Thomas Mann. Hoewel zijn Toverberg nog steeds een actueel onderwerp behandeld over de tegenstelling religie en verlichting. Alleen Vestdijk’s Pastorale behandeld wat mij betreft nog steeds een actueel dilemma.

    Neemt niet weg dat van de stijl en zinsconstructies, kortom schrijven in verzorgt Nederlands, heel veel Scholieren en auteurs in Nederland nog kunnen leren. Bijvoorbeeld een schrijver als Zwagerman heb ik tot op heden nog nooit op een mooie of beeldende zin kunnen betrappen; zijn monologen zijn zonder uitzondering onnatuurlijk.

    Vestdijk en andere klassieker worden dus niet meer gelezen in deze door beeld gedomineerde tijd, en dat geeft niet. Maar het zou voor het Nederlands onderwijs wel mooi en nuttig zijn als er een leerboek met korte bloemlezingen van onze (verouderde) top auteurs waaronder Vestdijk, Elsschot, Borderdijk, Van Lennep, Hamerlinck, e.d. Met opgaven als: “schrijf in de stijl van Vestdijk een korte verhaal over een meisje dat voor het eerst in de klas komt op een nieuwe school”.

    Dus advies, als je niet door de eerste pagina’s komt gewoon laten liggen. Er zijn genoeg leesbare boek van goede auteurs. Maar ik heb genoten van Rum Eiland, Het vijfde Zegel. Misschien is het wel aardig om weer een keer de Glanzende Kiemcel te lezen, omdat het voor mij een boek is waarin haarfijn wordt uitgelegd waarom het ene gedicht, of beter die ene dichtregel, beter, mooier, ontroerender is dan een andere. Een boek dat heel veel inzicht geeft.

    De opmerking van Theo Kars “Als je niets meemaakt moet je als autobiografisch schrijver ophouden. Heel veel schrijvers doen dat niet en gaan dan uit hun duim zuigen. Het beste voorbeeld daarvan is Vestdijk. Die man leefde niet, die zat in Doorn in een villaatje in een studeerkamer en schreef daar boeken over bijvoorbeeld Jamaica, waar hij nooit is geweest! ” vind ik onheus. Het is onzin te eisen van schrijvers dat alles autobiografisch moet zijn en je er alleen over kan schrijven als je er zelf geweest bent. De wijze waarop Vestdijk zich inleefde en inlas en zijn onderwerpen onderzocht zou veel de meeste schrijvers een voorbeeld moeten zijn.

  2. Pieter schreef:

    Helemaal met Dick eens. Ik lees nog regelmatig een Vestdijk, en dat bevalt me prima, met komma’s en al.

  3. D. G. Neree schreef:

    Mijn twee centen:
    Vanaf dat ik kon lezen (en dat was al erg jong) was ik een veelvraat en las ik alles wat ik in handen kon krijgen.
    Ik mag van geluk spreken dat ik drietalig ben opgevoed, zodat de vijver waarin ik kon vissen erg groot was. Wat Nederlandse schrijvers zijn er echt maar enkele die te pruimen zijn in vergelijking met het internationale, vooral het Engelstalige aanbod.

    Nederlandse literatuur vind ik provinciaals, oppervlakkig, laf,navelstaarderig, kunstmatig, onecht en vergezocht, zonder echt spannende plots.

    Van het Reve vind ik niet te pruimen, waarschijnlijk omdat ik geen homo ben en homosensuele zieleroerselen me niet boeien. Harry Mulisch geeft me de kriebels. Een enkeling kan ik wél waarderen, Nescio en Jan Wolkers bijvoorbeeld. En Multatuli. Nescio staat voor mij op eenzame hoogte. Zijn proza is tijdloos, in heldere taal geschreven en een volkomen pretentieloze meesterwerk. Er zijn er nog wel een paar, dus zo erg is het niet.

    Vestdijk moest ik op de middelbare school lezen. Ik koos “De Kelner en de Levenden” Ik had verwacht daar toch wat diepere lagen in te zullen ontdekken, maar bij NLe schrijvers is dat wat teveel gevraagd. Toch vond ik het wel een amusant boek en en gedurfd thema. Maar toen ik later boeken van hem ter hand hand nam overkwam me hetzelfde als de schrijver van het artikel en na een paar pogingen heb ik Vestdijk verder vaarwel gezegd. saai, kunstmatig enzovoort (zie boven). Ik heb net de bibliografie doorgenomen en er is niet één titel die eruit springt.

    Dat Theo Kars zoiets zeg doet me wel glimlachen. Hij heeft inderdaad succes gehad met zijn autobiografische roman over de PTT-oplichting, maar daarna maakte hij zelf zo weinig mee (behalve dan zijn relaties met vrouwen en zijn manieren om zijn schofterige handelingen goed te praten in een eigen filosofie, die hij zelf schond wanneer het hem uitkwam), dat zijn latere (ook autobiografische) romans steeds saaier werden. Hij probeerde dit op te lossen (nadat hij weer verschillende mensen flink belazerd had) door een “echte” biografie te schrijven. Die kwam er, in twee delen, met de ronkende aankondiging van een derde deel dat pas na zijn dood zou verschijnen vanwege de brisante inhoud.Dat derde deel bestaat dus helemaal niet, maar man man man, wat zijn die 2 delen tenenkrommend saai. Het voegt niets toe aan zijn romans, maar is een monument van zijn egoïsme, leugenachtigheid en schofterigheid (sorry dat ik 2 keer hetzelfde woord gebruik).

    Dus om de vraag van Renzo te beantwoorden:
    Vergeet Simon Vestdijk en zoek wat beters. Maar als je de keus hebt tussen een willekeurig boek van Vestdijk of de autobiografie van Theo Kars, dan zou ik zeker voor het eerste kiezen, lol!

  4. D. G. Neree schreef:

    PS: Renzo, ik was in de winkel laatst, maar je was eten geloof ik. Heeft je collega de groeten nog overgebracht?

  5. D. G. Neree schreef:

    sorry voor de typo’s.

  6. D. G. Neree schreef:

    Nu ik even teruglees valt me wel op: Nescio, Wolkers en Multatuli schreven sterk autobiografisch getinte boeken, dus wat dat betreft heeft Theo Kars wel een punt.

  7. D. G. Neree schreef:

    Even in de boekenkast gekeken, daar staan 3 deeltjes Vestdijk. Die heb ik bewaard om hun (overigens geringe) antiquarische waarde,
    “Stomme Getuigen” en “Ierse Nachten”. In beide ben ik ooit begonnen, maar na enkele bladzijden heb ik ze weggelegd aangezien het me niet lukt om mijn aandacht erbij te houden. Misschien komt het door de lengte van de zinnen zoals Dick Ahles zegt, maar ik heb geen probleem met lange en ingewikkelde zinnen, als er maar iets belangrijks in gebeurt om mijn aandacht levend te houden. Het kabbelt maar voort.

    Het derde deeltje is wel apart. Het heet “De Zieke Mens In De Romanliteratuur” en is een uitgave uit 1964 van de Koninklijke Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek NV / Delft.

    MIsschien dat ik er snel eens doorheen lees als ik me verveel 🙂

  8. D. G. Neree schreef:

    Sorry, nog wat vergeten: “Ierse Nachten” lijkt me op zich wel aardig als je aan het ritme van de zinnen kunt wennen, maar misschien kan dhr Ahles daar meer over zeggen.

  9. Tommie schreef:

    Op de HBS hield ‘Ierse Nachten’ mij in zijn greep: verzet, bloedbanden, dodenwake, haat, armoe, travestie, het Ierse moerasmaquis, de almachtige Brit een de Schot als kapo.

  10. Tommie schreef:

    Op de HBS hield ‘Ierse Nachten’ mij in zijn greep: verzet, bloedbanden, dodenwake, haat, armoe, travestie, het Ierse moerasmaquis, de almachtige Brit en de Schot als kapo.

  11. Toevallig ergens vorig jaar “Ierse nachten” gelezen, vermoedelijk uit mijn vaders boekenkast afkomstig. Niet onaardig maar er is zo veel beters, inderdaad vooral EN-DU-FR. Dat laatste lukt me alleen in vertaling ondervond ik. Van NL vind ik Wieringa, Rosenboom, Hermans aanbevelenswaardig.

  12. Cool Pete schreef:

    BTW: is dat niets voor Arnon Grunberg, het [her-]lezen van Simon Vestdijk ?
    [p.s.: is er geen verstandige rabbi, die met dat jong praten kan ? ]

    Overigens: prefereer ik:
    voor sterk proza: Willem-Frederik Hermans.
    voor prachtige fictie: Belcampo.
    en voor ideale poezie: Leo Vroman.

  13. Dick H. Ahles schreef:

    Aan de bloemlezing moet uiteraard ook Belcampo ( maar kwaliteit verhalen is heel wisselend) worden toegevoegd. Hermans – in essays sterker dan zijn romans – natuurlijk. Wolkers schrijft goed, maar vergeet ook Jan Cremers niet. Mulisch niet te pruimen en daarenboven ook een foute vent. Multatuli weet ik niet. Eigenlijk vind ik alleen het eerste en laatste hoofdstuk van Max Havelaar lezenswaardig en natuurlijk het verplichte nummer voor middelbare schoolleerlingen: de rede aan de hoofden van Lebak.

    Een hele goede schrijver is Nooteboom en niet te vergeten, de taal virtuoos, Middas Dekkers, prachtige effectieve onderhoudende zinnen. Nescio heb ik altijd wat modernistisch gevonden en oeuvre is wel heel erg dun.

    Carmiggelt wordt onderschat. Klasse apart is en blijft Willem Elsschot.

  14. D. G. Neree schreef:

    Critici zijn vol lof over “Het Bureau” van J. Voskuil. Kan iemand me vertellen waarom?

    Veel Nederlandse schrijvers maken één klapper, waarna ze uitgep***t zijn. Ik zou Nescio eerder minimalistisch noemen en misschien ook modernistisch, maar termen als de laatste zijn termen om pioniers in te passen in een stroming die na hen (onder hun invloed) is ontstaan. De pioniers waren oorspronkelijk, hun navolgers gebruikten de nieuwe stijl die door de pioniers ontdekt zijn. Nescio wist zelf dat hij na Uitvreters en Titaantjes niets meer te zeggen had en weigerde nog meer te schrijven, een voorbeeld waar veel schrijvers een voorbeeld aan zouden mogen nemen: Als je niets meer te zeggen hebt, houd dan je mond.

    De eerst boeken van Arnon Grunberg waren wel amusant, maar zijn trucjes werden snel sleets. “Gimmick” was wat de titel al zegt: een gimmick. En een rip-off van Het leven is vurrukkuluk van Remco Campert en een boek van Heere Heeresma waarvan ik de titel ben vergeten.
    Ik herinner me Neeltje Maria Min, die na 1 deeltje haar kruit verschoten had.

    Carmiggelt is een goede schrijver (evenals zijn iets veelzijdiger evenknie Godfried Bomans), maar wel beperkt in de vorm waarin hij schreef. Jan Cremer is inderdaad een topper, maar ook alleen in het tweede deel van Ik Jan Cremer. “De Hunnen” is een pretentieuze, onverteerbare draak in mijn ogen.

    Wat ik absolute bagger vind zijn de tegenwoordige “Literaire Thrillers”, veelal door vrouwen geschreven in navolging van Nicci French. Maar nu begeef ik me op het gebied van vertalingen, die ik sowieso niet lees als ik het kan vermijden.

    Midas Dekkers is schitterend in zijn observaties en overdenkingen.

    Wat me bij NLe romanschrivers als Vestdijk tegenstaat is, dat het “verhalen” zijn, waar of het verhaal zo belangrijk is, dat een kunstmatigheid en betekenisloosheid ontstaat, of dat het verhaal ondergeschikt raakt aan bespiegelingen en navelstaarderij. In het eerste geval leg ik het boek na enkele hoofdstukken weg, in het tweede geval is een half hoofdstuk meestal voldoende.

  15. D. G. Neree schreef:

    “Gimmick” is natuurlijk van Joost Zwagerman. Vertaling van Gimmick = een truc, een foefje.

  16. Dick Vestdijk schreef:

    Als de zinnen te lang zijn, maar je toch iets zoals “Ierse nachten” zou willen lezen, dan is Jan Gerhard Toonder’s “Kasteel in Ierland” een aanrader. Voor beginnende Vestdijk-lezers: De zwarte ruiter, Ivoren wachters, De bruine vriend – en poëzie in bijv. de bloemlezing “1 op de 7”.