Het referendum over de slecht begrepen anti-homowet in Hongarije zal neerkomen op een referendum over Brussel en de perceptie van de EC.

Wat je helaas van mijlenver kunt zien aankomen is dat het Brussel zal nopen àlle referenda te verbieden, tenzij die formeel door de EC zijn goedgekeurd. En zelfs dan….

De vraag of dit zin zal hebben,  al die Brusselse manoeuvres en oproepen tot strafmaatregelen? Nieuwsuur deed daar vorige week een item over, en dat verraadde meer dan de bedoeling zal zijn geweest. Nee. was het antwoord, want als die strafmaatregelen, helpen versterk je alleen de positie van Orbán binnen Hongarije maar. Men vindt het derhalve belangrijker van Orbán af te raken dan iets te doen om die veelgesmade wetgeving die bijna niemand leest of bekijkt (VoL deed dat wèl!) weg te krijgen? We zien hier derhalve een politieke agenda aan het werk, op zijn westers. Verdachtmakingen en procedures, maar op feiten baseren zien we niet veel.

De Nederlandse staatsomroep (die ondertussen wat meer lijkt door te krijgen, gezien de formulering) ondersteunt dat met rozige artikeltjes en foto’s van blije regenboogtypejes (hier)

De Europese Commissie start strafprocedures tegen Hongarije en Polen vanwege het lhbti-beleid in die twee landen. Dat laat voorzitter Von der Leyen van de Europese Commissie weten in een verklaring.
Brussel start de procedure tegen Hongarije vanwege de anti-lhbti-wet, waarmee voorlichting aan jongeren over homoseksualiteit en transseksualiteit wordt verboden. Ook stelt Brussel een onderzoek in vanwege een verplichte waarschuwing op een kinderboek over een lesbische Assepoester.
De procedure tegen Polen wordt opgestart vanwege de zogeheten ‘lhbti-vrije zones’, die in verschillende Poolse regio’s en gemeenten van kracht zijn.

Een proces tegen de symboliek achter Doornroosje ontbreekt er nog maar aan.

Gisteren kwam de tegenzet van Orbán: hij schrijft een referendum uit over de wet die men in Brussel weg wil hebben.

AI!!!

Nu hoeft Orbán niet meer op enige genade te rekenen, hoezeer hij ook smeken zou. Referenda zijn anathema wat Brussel betreft.

De Hongaarse premier Viktor Orbán gaat een wet die jongeren in het onderwijs en in de media moet afschermen van informatie over homoseksualiteit en geslachtsoperaties, in een referendum aan het volk voorleggen. Hij wil daarmee tegengas geven aan de druk die de Europese Unie uitoefent om de omstreden wet te schrappen. In veel landen in de EU wordt de wet gezien als discriminerend voor lhbti’ers.

De reden voor Orbán om deze zet te doen is duidelijk: hij wenst kristalhelder te maken dat de bezwaren vanuit Hongarije tegen deze wet niet meer zijn dan de mening van enige verwaarloosbare elementen in de Hongaarse samenleving, en dat het gejank vanuit de EU niets anders is dan inmenging op basis van een buitenlandse ideologie:

Zestien landen, waaronder Nederland en België, stelden een verklaring op waarin zij Hongarije oproepen om de wet in te trekken. Demissionair premier Rutte noemde die wet “onacceptabel” en “verschrikkelijk”.

Jank, snif. Het referendum is vooralsnog slechts een dreigement:

Wanneer het referendum moet plaatsvinden heeft hij niet gezegd, maar wel dat er vijf vragen in komen. Er wordt onder meer gevraagd of Hongaren vinden dat er workshops rondom seksuele geaardheid op scholen mogen worden gegeven zonder dat ze dat van tevoren weten. Ook wil de premier weten of de bevolking vindt kinderen moeten worden geïnformeerd over geslachtsverandering, ofwel – in Orbáns woorden – of dat moet worden ‘gepromoot’.

Maar als men de daad bij het woord zou voegen, zal de uitslag in het van oudsher strak katholieke land voorspelbaar zijn. De steun voor Orbán zou naar ik vermoed de 80% wel aantikken. Gecombineerd met instemmende reacties vanuit de rest van de EU zou dat Brussel in een identiteitscrisis kunnen storten. Veel neurotische wetgeving op dit gebied wordt niet gesteund in brede lagen van bevolkingen, en du moment dat een referendum dat boven tafel brengt is de boot aan.

Dit referendum is om die reden een interessante tegenzet die Brussel veel hoofdbrekens geven zal. Het is van Orbán een sluwe methode om tweedracht te zaaien binnen de rest van de EU, en dat zou Brussel zorgen moeten baren.

Orbán zegt niet bang te zijn voor de uitslag van de volksraadpleging. Het Hongaarse parlement nam de wet recent aan met een meerderheid van 157 stemmen. Het parlement telt 199 zetels.[1]
De Europese Commissie heeft nog niet gereageerd op de plannen van de premier. Eerder stuurde Brussel een waarschuwingsbrief en dreigde met sancties, zoals het korten op EU-subsidies.

Een stevige uitslag zou niet alleen  reacties in de rest van de EU kunnen losmaken, maar ook de bewegingsruimte van Orbán tegenover Brussel limiteren. Om die reden is niet vreemd dat er nog geen datum voor het referendum is aangekondigd. Voorlopig is dat nuttig om alvast in de achterzak te hebben als Brussel heel vervelend gaat doen.

---

1. Ergo, slechts 21 parlementariërs stemden tegen de wet!

---

Meer over de moeizame verhouding tussen Brussel en Hongarije vindt u hier.