Red moslims van de Ramadan
Ramadan is de vastenmaand voor moslims. Waarom, wat is het vergelijkingsmateriaal en -model, en is er wat aan te doen?
In Nederland werd vroeger ook gevast. Ouderen met katholieke roots zullen zich nog ongetwijfeld het vastentrommeltje herinneren waarin het door de week gekregen snoep werd bewaard. Op zondag was het ‘suikerfeest’, dan mocht het trommeltje worden leeggemaakt. Volwassen hielden gedurende veertig dagen vasten (van Aswoensdag tot Pasen). Als regel werd tijdens de maaltijden de helft van wat normaal was gegeten en werd er van roken en drinken afgezien.
Het Katholieke vasten heeft een interessante geschiedenis. In de voorchristelijke tijd werd er al door Joden gevast. Het veertig dagen vasten tot zonsondergang werd gebruikelijk na de derde eeuw. In de loop van de tijd versoepelde de kerk de vastenregels steeds verder. De actuele vastenregels schrijven beperking en versobering in eten, drinken en roken voor. Het versoepelen van de vastentijd had te maken met de beschikbaarheid voor werk die door het voltijds vasten afnam. Het katholieke vasten viel ook samen met de periode dat gezinnen door hun wintervoorraden heen raakten en er zuinig moest worden omgesprongen met wat nog restte. Het is aannemelijk dat in de agrarische cultuur er al sprake was van vasten voordat de katholieke kerk daar een religieus tintje aan gaf. Na de reformatie werd er in het protestantisme niet meer gevast omdat het te roomsch was. Anders dan in kerkelijke blaadjes werd in de media geen aandacht geschonken aan het katholieke vasten. Tegenwoordig wordt er nauwelijks meer gevast.
De Ramadan is afgekeken van het joodse en katholieke vasten en beperkt zich tot dertig dagen. De relatie met het afnemen van de wintervoorraden die het vasten in het vroege voorjaar zinvol maakte werd losgelaten. De Ramadan verspringt ieder jaar een paar weken waardoor die ook in de zomer kan plaatsvinden. Omdat de zon dan laat onder gaat duurt de vastendag langer dan op een winterse ramadandag. Net als bij het vasten in de katholieke kerk heeft de ramadan ook een spirituele betekenis.
Het grootste probleem van de Ramadan, en dat gold ook al voor het vroegere vasten van de katholieken, is de stevige groepsdruk. De sterke sociale controle laat niemand vrij om al dan niet te vasten. Het tweede probleem van de Ramadan is de hypocrisie. Uit het zicht van de anderen wordt door veel moslims gegeten en gedronken omdat velen zich niet in staat voelen om de dag met vasten door te komen. Ook worden er ziekten voorgewend om aan het vasten te ontkomen. Het derde probleem is het gebrek aan productiviteit. In islamitische landen is dat niet zo’n groot probleem. Tijdens de ramadan wordt er overdag meer gerust dan gewerkt. Voor moslims in Nederland is het vasten veel moeilijker. Wie een baan heeft, wordt geacht normaal te werken. Moslims met een publieksfunctie die vasten maken het hun klanten lastig. Ze hebben vaak een sterk ruikende adem. Het vierde probleem is de iftar, de maaltijd na zonsondergang. In principe wordt die geacht sober te zijn, maar in de moderne tijd is het een viering geworden met uitgebreide maaltijden en zoetigheid. In traditionele gezinnen staan vrouwen vaak de hele dag te koken. Over de vraag of het islamitisch vasten een probleem voor de gezondheid is, zijn de deskundigen het oneens. Voedingsdeskundigen geven de voorkeur aan het katholieke vasten met versoberde maaltijden omdat het beter is voor de gezondheid. De iftar is vooral in de zomermaanden een shock voor het lichaam omdat in de avond en nacht de spijsvertering op een laag pitje staat.
Moslimactivisten zijn er ook dit jaar weer in geslaagd om veel media-aandacht voor de ramadan te genereren. Het geeft voedsel aan de gedachte dat de politie een target is voor de moslimactivisten. Binnen de politie wordt veel aandacht besteed aan een islamvriendelijke bejegening. Die werkt intern als groepsdruk en extern als propaganda. Bij de propaganda wordt vooral de nadruk gelegd op de spirituele kant van de islam. De ramadan zou de moslim dichter bij Allah brengen en vrijgevigheid voor de armen stimuleren. Het is opvallend dat in Nederland de politie in een aantal plaatsen aandacht besteedt aan de ramadan.
Moeten moslims nu gered worden van de islam? Het antwoord zou ‘ja’ moeten zijn, maar dan vooral als onderdeel van het redden van moslims van de benauwende groepsdruk. De tweede reden is een praktische. Een mens heeft energie uit voedsel nodig om fysiek en psychisch optimaal te kunnen functioneren. Dat kan tijdens de ramadan niet omdat de werkomgeving in Europese landen een optimale inzet verwacht. Het is dan ook opvallend dat met het voortschrijden van de ramadan het aantal ziektemeldingen toeneemt. De ramadan is slecht voor de economie en dat is in alle islamitische landen goed te zien.
Kunnen moslims gered worden van de ramadan? Eigenlijk zou het uit de islam zelf moeten komen om het vasten aan te passen aan de moderne tijd, zoals de katholieke kerk dat ook deed. Vermoedelijk hebben heel veel moslims daar geen bezwaar tegen als dat ook door de islam wordt uitgedragen. Bij de huidige strenge islam is dat niet te verwachten. Moslims kunnen gered worden van de ramadan door aanhoudende kritiek op deze archaïsche praktijk. Media, medici, voedingsdeskundigen, werkgevers, politici en bestuurders kunnen niet alleen pleiten voor een gematigde ramadan, maar ook voor meer vrijheid om al dan niet ramadan te houden. Iedere moslim zou dat voor zichzelf moeten kunnen uitmaken.
Dit artikel verscheen eerder op Peter’s Blogboek
Red moslims van de islam. Dat zou beter zijn. Een God die zo slecht voor zijn kinderen zorgt kan alleen de duivel zijn.
Het (korte) hoofdstukje over de ramadan in mijn boek ‘Islamofobie?’ gaf ik de titel mee ‘Misplaatst respect: de gehoorzaamheidstest’.
OMDAT het een gehoorzaamheidstest is, is er geen kans dat de ‘islamgeleerden’ en politici voor wie het mohammedanisme het ideale vehikel vormt voor het behouden van hun macht, mee zullen gaan ‘met de moderne tijd’.
Citaatje van pagina 26:
” De merkwaardige neiging bij tal van Nederlandse politici om elke afwijkende culturele uiting niet alleen te willen tolereren en accepteren, maar ook te willen toejuichen en stimuleren leidt ertoe dat bijvoorbeeld in Amsterdam (maar daar niet alleen) subsidie gegeven wordt aan een fenomeen als het ‘Ramadanfestival‘. De burger krijgt, betaald uit zijn eigen belastinggeld, niet alleen de mogelijkheid om na zonsondergang gezellig met andere mensen wat te eten maar wordt ook verrast op allerlei interessante informatie. Op de webstek behorend bij dat festival vinden we uitleg over wat het mohammedaanse vasten verbreekt (zoals “opzettelijk braken”, “wanneer de menstruatie zich voordoet tussen de ochtendschemering en zonsondergang”, “voedzame injecties die niet puur medisch zijn”) en worden we gerustgesteld over tandenpoetsen: dat mag! Maar dat niet alleen. We kunnen ook lezen hoe logisch het is dat de Ramadan elk jaar op een andere datum begint:
‘Als dit niet het geval zou zijn, dan zouden de moslims in één werelddeel constant in lange, hete zomerdagen moeten vasten, terwijl anderen in korte, koude winterdagen moeten vasten.’
Alsof er een redelijke gedachte achter zou zitten die rekening hield met een mogelijk wereldwijde spreiding van dit gebruik!
Flauwekul. Boven een bepaalde breedtegraad is juist door dat verschuiven in het jaar het meedoen aan de ramadan in bepaalde jaren een makkie -omdat de zon niet of nauwelijks opkomt- en in andere jaren voor alle deelnemers gegarandeerd dodelijk omdat de zon dan wekenlang niet ondergaat.”