Recht en echte rechters? Raad van State beschermt overheid tegen burgers
De hoogste bestuursrechter legt de overheid waartegen burgers middels het recht bescherming zoeken zelden een strobreed in de weg. De voormalige rijdende rechter mr. Frank Visser deelt deze conclusie.
Kritiek op de rechtelijke macht van binnenuit is in ons land not done. Sterker nog: wanneer je tegenwoordig iets aanmerkt op rechters of vonnissen loop je het risico dat de geheime dienst je volgt/aftapt en gaan de deugers van het politieke kartel (en hun schapen op de social media) te keer over ondermijning van de rechtsstaat of landverraad, dan wel: emigreer maar naar China of Noord-Korea. Hevige polarisatie wurgt gewoonweg het publieke debat en de discussie.
Daarom is het verfrissend dat mr. Visser – inmiddels gepensioneerd en nu televisiester met meer dan een miljoen kijkers – zich hierover uitlaat in geldenrecht, de degelijke financiële bijlage van het ouderenblad Plus. Nu vertegenwoordigt Visser misschien niet de hoogst eminente juridische academia, maar het is een feit dat hij op de kijkbuis als bepleiter van gezond verstand en de menselijke maat in disputen over erfafscheidingen en blaffende hondjes meer krediet verdient dan ‘slechts die TV-neprechter’.
Te meer daar Visser in de uitzendingen juridische voetangels en klemmen in gewone-mensentaal geduldig begrijpelijk maakt voor de kijkbuiskinderen, een uitstekend docent. Bovendien toont zijn CV weinig tekenen van ondraaglijke lichtzinnigheid: Frank Visser was van 1989 tot 2014 kantonrechter in Zaandam. Voor 1989 was hij griffier bij de rechtbank, rechercheur bij de politie, reclasseringsambtenaar bij het Leger des Heils en officier van justitie. In 1983 werd hij aangesteld als één van de speciale officieren van justitie voor grote fraudezaken.
Bestuursrechters
In zijn recente column in het ouderenblad breekt Visser grondig de staf over de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de hoogste bestuursrechter van Nederland. Hij verhaalt over de familie Pols die voor veel geld een oude, voormalige loods heeft gekocht. Deze werd voor die tijd twintig jaar lang bewoond door een oude heer, die naar een verzorgingshuis vertrok. Opeens meldt zich de gemeente. Daar is men er na twintig jaar achter gekomen dat de loods volgens het bestemmingsplan als bijgebouw wordt aangemerkt, en helemaal niet als zelfstandige woning mag worden gebruikt. Dus wordt de familie aangezegd dat strijdige gebruik onmiddellijk te staken, zo niet dan volgen forse dwangsommen.
De ingeschakelde advocaat wijst de gemeente erop dat de onrechtmatige bewoning al meer dan dertig jaar heeft geduurd, zonder dat de gemeente ooit iets heeft ondernomen. De woning heeft een eigen huisnummer toegewezen gekregen en al die jaren zijn wel trouw alle gemeentelijke belastingen voor een woonhuis betaald. De gemeente geeft geen krimp. Ze zijn verplicht te handhaven. Dat zegt de hoogste bestuursrechter, de Raad van State.
Staat dat in de wet? Nee, dat vindt de Raad gewoon zelf. Maar mag een gemeente daar meer dan twintig jaar mee wachten? Is dat dan niet verjaard? Die vraag komt uiteindelijk terecht bij diezelfde Raad van State. “Het enkele tijdsverloop is geen reden om van handhaving af te zien”, roept de Raad al sinds jaar en dag. Verjaring bestaat dus niet, als het op handhaving aankomt. Een tweeduizend jaar oud rechtsinstituut wordt door de Raad in een standaardoverweging uitgegumd.
Sinds de Romeinen
Visser: “Waarom heb ik hier moeite mee? Ten eerste omdat de verjaring geen recente uitvinding is van de wetgever. Het bestaat al sinds de Romeinen. Het idee daarachter is dat het recht zich na verloop van tijd moet aanpassen aan de feitelijke situatie. Je kunt niet eeuwig blijven huilen om echt of vermeend onrecht. Er komt een punt waarop je zegt: dat was het, nu gaan we door. Het rechtsbeginsel van de verjaring geldt voor het gehele recht, ook het bestuursrecht. De wetgever kan dat beginsel wel met zoveel woorden beperken of zelfs afschaffen, maar het slaat nergens op dat de Raad van State dat eigenmachtig doet. Dat dit uit de wet zou volgen is onzin. Wel eens van ongeschreven rechtsbeginselen gehoord?”
Bovendien mag een rechter apert onrecht nooit sanctioneren. Hij mag zich in zo’n geval niet verschuilen achter de wet. En het is apert onrecht om na meer dan twintig jaar plotseling te gaan handhaven tegen een nieuwe bewoner, die zich van geen kwaad bewust was. Na twintig jaar stilzitten kon de gemeente toch moeilijk volhouden dat het allemaal zo erg was, met die illegale bewoning. “Toen ik net begon als rechter, werd een zaak aan mij voorgelegd waarin de eiser volgens de wet noest winnen. Het resultaat was echter zeer onrechtvaardig. Ik vroeg een oude rechter om raad. Hij zei: ‘Daar zijn echte rechters voor, jongeman. Om onrecht te voorkomen.‘ Ik wist genoeg”, aldus de televisierechter.
Visser wijst erop ver voor de Toeslagenaffaire meermalen te hebben geroepen dat in de Raad van State geen echte rechters zitten, omdat ze de overheid tegen de burgers beschermen en niet andersom. De menselijke maat was ze volstrekt vreemd. “Die boutades werden genegeerd; het was die televisierechter maar. Gelukkig is het tij nu aan het keren. De Raad van State is ontmaskerd. We mogen hopen dat de hoogste bestuursrechtspraak daar eindelijk wordt weggehaald en toevertrouwd aan ons gewone, hoogste rechtscollege, de Hoge Raad der Nederlanden. Daar zitten wel echte rechters.”
Dubbele petten
Anders dan een twitteraar in een reactie op het artikel van Visser meldt zit er bij de Hoge Raad geen Landsadvocaat als raadsheer. Maar er zijn wel de nodige dubbele petten over en weer bij de Raad van State en de Hoge Raad.
Een aantal jaren terug onderzocht Trouw de politieke voorkeur van raio’s, rechterlijk ambtenaren in opleiding: een jurist die de opleiding volgt om rechter of officier van justitie te worden. Van de uitslag zijn de rechtelijke macht en het OM zó geschrokken dat een nieuw onderzoek nooit meer van de grond kwam: driekwart was lid van of gaf als politieke voorkeur D66 op! Die raio’s hebben inmiddels hun weg hebben gevonden in de rechtspraak en de OM’s, de Raad van State, de Hoge Raad, universiteiten, advocatenkantoren en overheid, kortom de hele juridische kaste in Nederland.
Zoals op Veren of Lood ook al een aantal malen is betoogd bij de vonnissen in zaken als Urgenda, Milieudefensie, de Toeslagenaffaire en Corona geven deze ook duidelijk blijk van aan getrouwheid aan de overheid in de kringen van de zwarte toga’s, veel meer dan wetenschappelijk bewijs en feiten ertoe doen. Zie bijvoorbeeld ook het artikel Windmolens – arrest Raad van State: uitstel, geen afstel waarin strijdigheid met de Europese regels niet simpelweg op een verwerping van de zaak uitdraaide, maar de Raad omstandig uitlegde hoe de gemeente de vergunningen voor deze installaties van Eiffeltoren-formaat moest inkleden om alsnog de bouw ervan voor elkaar te krijgen.
Daarnaast wringt de schoen bij de Afdeling advisering van de Raad van State, die goed bezet met is (ex-)politici en -ambtenaren. Wat tot gevolg heeft dat voorbereiding van wetten en advisering daarover in hetzelfde kantoor gebeurt waar de rechters huizen die er later over gaan oordelen. Hoe zo echte, onafhankelijk rechtspraak? U weet wellicht dat de EU al een aantal keren heeft gezegd dat dit niet deugt, waar Rutte en consorten zich natuurlijk geen fluit van aantrekken. Maar wel steeds luidkeels de rechtsstaat in landen als Polen en Hongarije onder vuur nemen.
Meer over recht en rechtsstaat vindt u onder de links in deze zin.
Goed en broodnodig artikel van Raymond Peil. Voor al degenen met een blind en onwrikbaar vertrouwen in onze ‘rechtsstaat’.
Bas heeft het over onze rechtsstaat, kijk Bas bijna alles wat met DE overheid te maken heeft is samengeklonterd en is in zijn geheel met elkaar verweven.
Door het demoniseren is de persoon met een andere mening een paria/wappie voor de overheid geworden.
Mijn vertrouwen in bv het Rutte Kartel is 0%.
Rutte is in staat gebleken door het zaaien van angst een tweedeling onder de Nederlanders te bewerk stellen, ik vraag mij af, is hij nog MP van Nederland als Nederland als zelfstandig land is verdwenen.