Rangorde van loyaliteiten
Wat collectivisme precies inhoudt in een moderne westerse maatschappij, en hoe een rangorde van loyaliteiten functioneert, valt nog zo eenvoudig niet aan te geven. Ik zal hier een poging toe doen mijn gedachten er over te verduidelijken.
Collectivisme is een kenmerk van veel relatief primitieve culturen. Vreemd is dat niet: het is juist het vermogen tot samenwerken dat de mens tot zo’n succesvol zoogdier maakt. De sterke nadruk die bij veel primitieve culturen daarom op het groepsproces ligt, is net zozeer een gevolg van de noodzaak om op die manier te overleven als een ingesleten wijze waarop de groep in stand blijft.
Als je dat vertaalt naar een moderne westerse maatschappij, valt op dat ons individualisme nog steeds is gestoeld op een sterke onderlinge band, ook al is die band veel gestileerder dan voor iemand uit zeg het Midden Oosten herkenbaar is. Door de geformaliseerde en gestileerde manier van samenleven hebben wij ook het idee op kunnen doen dat we allemaal individuen zijn. Maar in de praktijk valt dat erg vaak tegen. Zet maar eens een paar duizend gelijkgestemde voetbalsupporters samen in een voetbalstadion om een wedstrijd te bekijken, en van dat individualisme blijkt weinig te resteren. Onder die laag individualisme zit dus nog een grote kern van collectieve instincten. En een samenkomst met gelijkgestemden blijkt dat te activeren.
Ik kwam tot bovenstaande observaties bij het nadenken over de manier waarop vaak mensen met een islamitische achtergrond worden beschreven. Zo hartelijk, vriendelijk en vaak uitstekende buren die je graag helpen als er iets is. Het is het eeuwige antwoord op mensen die zich ongemakkelijk voelen bij de aanwezigheid van zulke grote groepen mohammedanen in hun dagelijkse omgeving. En inderdaad valt het allemaal heel erg mee – tot er ineens iets gebeurt waarbij de mohammedanen ineens in grote getale in een groep aanwezig blijken, en er iets plaats vindt dat hen als groep belang in boezemt. Plotsklaps zijn die vriendelijke buren niet langer vriendelijk, en niet langer herkenbaar als je eertijdse geliefde buren. De groepsgeest heeft het overgenomen.
Dit is een klassiek geval van het hemd is nader dan de rok. Buurtgenoten vallen zeker in een sociaal nabijere groep dan onbekenden, maar vallen daarentegen in het niet bij cultuur- en geloofsgenoten. Vandaar dat die buren met wie je een paar weken daarvoor nog schouder aan schouder hebt gestaan bij het afdwingen van een kinderspeelplaatsje in het park, bij religieus of cultureel getinte conflicten plotseling recht tegenover je komen kunnen staan. Hun collectivistische instincten richten zich nu eenmaal sterker cultureel of religieus dan op lokaliteit, wat buurtgenoten nu eenmaal vertegenwoordigen, maar niet méér dan dat. Zo zit de hele maatschappij vol met dergelijke rangordes zonder dat we ons zelf daar maar vaak van bewust worden. Pas als puntje bij paaltje komt bemerken we onze eigen collectieve instincten, en voor de moderne westerse mens zijn die ondertussen beperkt geraakt tot de leefomgeving en de sportieve affiliatie die je toevallig in je leven hebt opgedaan.
Maar voor een primair collectief levende mens gaan die bindingen veel verder, en zijn uitgebreider. Er is de familie, de plaats van herkomst, de culturele binding – beiden vaak met een sterke religieuze component – en nog veel meer. Niet alleen zijn die bindingen uitgebreider en diepgaander: vaak zijn ze ook sterker. Door de kracht van die bindingen beklijft ook de sociale ban met het land van herkomst langer, en is het voor een derde generatie Turk niet vreemd dat hij zich nog Turk voelt – niet in het minst doordat we er in dit land niets aan deden om hem sociaal aan onze cultuur te binden.
Wie hierover nadenkt, zal beginnen te beseffen welk een belangrijk falen het is geweest om de immigranten in de jaren zeventig en tachtig niet cultureel te integreren. Naast veel culturele bindingen is ook taal essentieel, evenals gezamenlijke sportbeoefening. Wat veel tegenstanders van eisen aan integratie stellen vaak vergeten, is dat communicatie niet alleen een kwestie van taal is. Ook onuitgesproken signalen zijn een vast onderdeel van de menselijke communicatie, en als daarover misverstanden bestaan, liggen conflicten nader om de hoek. En bij conflicten is iedereen geneigd terug te vallen op zijn eigen loyaliteitspiramide. Kijk maar eens om u heen, denk nog maar eens terug met wie u het makkelijkst de eerste banden ooit aan ging: hoe nader mensen u staan, hoe eenvoudiger de contacten werken. Dat heeft alles met de rangorde van loyaliteiten te maken. Uiteindelijk is trouw aan die persoonlijke rangorde ook trouw aan uzelf.
Goed artikel.
Opvallend: het mohammedanisme heeft nooit geintegreerd in andere samenlevingen;
mag en kan dat ook niet, volgens de “leer”.
Het mohammedanisme heeft nog nooit ergens aan bijgedragen,
maar alleen maar andere samenlevingen uitgevroten.
Ik zou natuurlijk kunnen zeggen dat religie, cultuur en genen menselijk gedrag beïnvloeden, maar dan ben ik extreemrechtse islamofobe racistische neonazi, dus dat zou ik uiteraard nooit doen.
De mohammedjes zien ook de westerse loyaliteits cultuur en beschaving alleen maar als een beschermende paraplu om daaronder hun eigen cultuur en ideologie van uiteindelijke tirannie afwachtend en berekenend uit te broeden, voor de rest hebben ze niets met de verfoeide ongelovigen.De wellicht oorspronkelijk goed bedoelde doch naïeve loyaliteit van het westen wordt zodoende ook haar eigen waterloo, het ultieme doel van de pislam.