Piet Hein Donner
Piet Hein Donner, de vroegere minister van justitie en tegenwoordige vicevoorzitter van de Raad van State, is een zoon van de eminente jurist en voorzitter van het Hof EG A.M. (André) Donner en dus een kleinzoon van Jan Donner, die president geweest is van de Hoge Raad en ook minister van justitie.
Donner is ook een oomzegger van de vroegere Nederlandse kampioen schaken Hein Donner en bet-achterkleinkind van een Donner die al twee eeuwen geleden lid was van onze Tweede Kamer. Voor zover de genen verstand en aanleg voor het recht bepalen heeft Piet Hein Donner goede papieren. Als afstammeling van nog meer generaties predikanten kan hij bovendien ook meepraten over de relatie tussen kerk en overheid. Over die twee onderwerpen ging het elf jaar geleden.
In het tijdschrift Christen Democratische Verkenningen had Donner een artikel geschreven, dat in Trouw van 15 juli 2006 nader werd toegelicht en waarin hij betoogde dat alle politieke handelen berust op geloof, dat wil zeggen op een overtuiging omtrent mens, wereld en samenleving die gebaseerd is op onbewijsbare stellingen. Bij de een zijn dat filosofische uitgangspunten en bij de ander religieuze en bij sommigen is dat de wetenschap. Die verschillende vormen van geloof acht hij vanuit een politiek gezichtspunt gelijkwaardig[1]. Verder meende hij dat de overheid zich van een oordeel over deze uitgangspunten behoort te onthouden. Zij zijn wel van groot belang voor de samenhang in de samenleving, waarvoor de overheid een zekere verantwoordelijkheid draagt, maar overheden die ze dwingend op willen leggen lopen het risico van godsdienstoorlogen. Willem van Oranje heeft het beginsel dat de overheid niet gaat over het geweten van de burgers tot uitgangspunt gemaakt van de opstand van de Nederlanden tegen de koning van Spanje en dus van de Tachtigjarige Oorlog.
Een pleidooi voor homogeniteit van opvattingen in de samenleving en voor assimilatie wijst hij om die reden af. Voor zich zelf en andere religieuze mensen drukt hij dat uit door de stelling dat men aan God meer gehoorzaamheid verschuldigd is dan aan de mensen. Dat geldt niet alleen voor christenen maar ook voor mohammedanen en niet alleen voor gelovigen maar ook voor degenen die, zoals Galilei, zich tegen de heersende opvattingen van de Kerk verzetten.
De overheid als wetgever doet er goed aan om met diepgevoelde overtuigingen rekening te houden, al is ieder natuurlijk gehouden de wet te gehoorzamen en om, als hij dat vanwege zijn geweten niet kan, de consequenties van zijn ongehoorzaamheid te aanvaarden.
Op deze maatschappijbeschouwing valt wel wat af te dingen maar zij is zeker goed doordacht en zij past in onze democratische samenleving. Wat aantrekkelijk is in de opvatting van Donner, is dat hij ook niet democratische andersdenkenden de ruimte wil geven, in de overtuiging dat met verloop van tijd de eigen verdraagzaamheid soortgelijke gevoelens bij de anderen zal oproepen. Dat vertrouwen en de bereidheid tot het nemen van risico heeft iets aristocratisch dat wel bij zijn afkomst past en dat contrasteert met de angst die de meesten van de tegenwoordige deelnemers aan het politieke discours lijkt te bevangen.
Bart Spruyt, de neocon, was het niet met Donner eens. In Trouw van 8 Juli 2006 pleitte hij voor een strenger optreden tegen niet-democratische stromingen zoals het islamisme en waarschuwde hij voor een naïef multiculturalisme. Hij ging daarbij niet in op wat hij onder multiculturalisme verstond, maar ik neem aan dat hij daarmee bedoelde een staat waarbinnen meer culturen naast elkaar leven, zoals dat tegenwoordig in Amerika met de Spaanse [2] en de Angelsaksische cultuur het geval lijkt te zijn. Verder terug in de geschiedenis waren Spanje en Sicilië een tijdlang multicultureel in deze zin. Een goed en recenter voorbeeld was ook het Ottomaanse[3] Turkije, waar Kemal Ataturk een einde aan heeft gemaakt[4]. Oostenrijk-Hongarije en het Russische Tsarenrijk waren multicultureel en de recente oorlogen in Bosnië en Tetsjenië zijn daar een vertraagd gevolg van. In het westen is na de eerste wereldoorlog aan die vorm van multiculturalisme binnen hetzelfde staatsverband op grond van het nationaliteitenbeginsel een einde gemaakt. De centrifugale krachten waren te groot om al die culturen binnen een democratische samenleving bijeen te houden. Dat vond president Wilson toen en dat waren velen met hem eens.
Spruyt zal met multicultureel niet bedoeld hebben het kleurrijke Nederland met de etnische restaurantjes en het betere voetbal dat we tegenwoordig hebben, maar multicultureel in de bovenbedoelde zin. Tegen kleurrijk hebben maar weinig mensen bezwaar. Maar multicultureel in de zin van normen en waarden die elkaar over en weer[5] uitsluiten, in de zin van gebrek aan respect voor anderen en het gebruik van geweld om de eigen waarheid voorrang te verschaffen, daartegen bestaan wel degelijk grote bezwaren.
Die bezwaren gelden in Nederland sterker dan in de Verenigde Staten, om nog een andere reden. Wij hebben ervoor gekozen om als Nederland één grote familie te zijn, waarin wij elkaars hoeder en broeder willen wezen en waarin wij met zijn allen grote maatschappelijke risico’s van onze medeburgers dragen. Dat is in de VS niet zo. Amerika is een land van individualisten waar iedereen voor zich zelf zorgt en de overheid zich bezig houdt met dingen die des overheids zijn en niet des burgers. Een land met open grenzen en meerdere culturen gaat niet samen met een overheid die het gezinsinkomen beheert en daarvan uitdeelt waar het nodig is.
De bezwaren van Spruyt snijden dus wel degelijk hout. De opvatting van Donner, hoeveel respect men daar ook voor hebben kan, betekent op termijn een heel ander soort overheid dan wij nu hebben en een samenleving waarin niet langer alle mensen broeders zijn in de zin waarin Friedrich Schiller dat zo mooi verwoord heeft. Het soort Amerikaanse samenleving met andere woorden dat Spruyt schijnt voor te staan en Donner niet.
Donner heeft ophef gemaakt met zijn verklaring dat de Sharia[6]. In Nederland zou dienen te worden ingevoerd als twee derde van de bevolking daar voor zou zijn. Dat was een provocatieve uitspraak en een die bedoeld was om de mensen aan het denken te zetten. Te denken over het begrip democratie.
Die tweederde meerderheid die hij noemt verwijst naar de meerderheid die in de twee kamers van de Staten Generaal is vereist voor het wijzigen van de grondwet. Hij gaat er van uit dat als twee derde van de bevolking ergens voor is dat die wens dan ook een twee derde meerderheid in het parlement op zal leveren.
Hij voegde aan zijn uitspraak nog een kwalificatie toe, te weten dat die meerderheid niet met geweld mag worden afgedwongen en ook, naar wij mogen aannemen, niet mag worden afgedwongen door middel van een dreiging met geweld.
Die Donner-uitspraak lijkt een goede test. De vraag die hij impliciet stelt is: wat betekent nu precies democratie?
Het Europese hof voor de rechten van de mens in Straatsburg heeft bij uitspraak van 13 februari 2003 de Sharia onverenigbaar verklaard met de basis principes van de democratie, zoals vervat in het Europese Verdrag voor de Mensenrechten. De uitspraak betrof een Turks verbod van de Rechtvaardigheidspartij, die onder een andere naam nu aan de macht is in dat land, maar die op het moment dat zij verboden werd nog reclame maakte met de invoering van de Sharia.
Precies het soort probleem dus dat Donner aan de orde stelde, want op het moment van het verbod leek de partij van de huidige Turkse premier al een meerderheid van de bevolking achter zich te hebben en op weg te zijn naar een twee derde meerderheid[7].
Het Hof verstaat onder democratie[8] meer dan een meerderheid van stemmen en ook meer dan alleen een afzien van geweld bij het bereiken van een meerderheid in de stemlokalen. Donner zou met zijn geweldstoevoeging de verkiezingsoverwinning van Hitler wellicht als ondemocratisch kunnen bestempelen, maar het Hof zou dat al gedaan hebben op grond van de antisemitische en andere ondemocratische bepalingen in het partijprogramma.
Deze ethische aspecten van het begrip democratie, die het pure getalscriterium ontstijgen, maken de hantering ervan lastig. In het geval van de regimes van Hitler of Stalin zal ieder normaal mens wel een gebrek aan democratie willen constateren, maar we hebben er allemaal moeite mee om vast te stellen dat de grote meerderheid van de lidstaten van de VN niet aan de criteria van het Hof zou voldoen, terwijl die zelfde meerderheid toch best een soort regime kan hebben waar de bevolking achter staat[9]. Hoe dit met het handvest van de VN te verenigen valt is een vraag waar we het antwoord op schuldig moeten blijven en dus is het ook een vraag die maar zelden in de openbaarheid wordt gesteld.
Aan Donner kan worden toegegeven dat een regime waar twee derde van de bevolking zich tegen keert niet democratisch kan zijn. Wanneer men het een met het ander combineert dan kan het niet anders of men komt tot de conclusie dat niet overal en altijd een democratisch bewind mogelijk is. Irak lijkt een voorbeeld te zijn van een land, waar ondanks de pogingen van de VS en haar bondgenoten geen democratisch bewind van de grond kan komen. Democratie als begrip kent een ingebouwde contradictie: wat als de meerderheid niet democratisch is?
Turkije lijkt een voorbeeld van een land waar het ene aspect van de democratie met het andere in strijd komt[10], al heeft men daar een tijdlang gedaan wat maar enigszins mogelijk is om aan de democratische eisen van de EU te voldoen. De vraag of men hard aan de criteria van het mensenrechtenhof moet vast houden, of zoals Donner moet hopen dat een soepeler houding op den duur tot democratisering van de niet-democraten zal leiden, dat is de vraag die ons allemaal tegenwoordig bezig houdt of zou dienen te houden.
De vraag van Donner is een interessante en de discussie die hij uitlokt is relevant, maar het antwoord dat Goslinga geeft bevalt niet.
Als tweederde van de Nederlanders morgen de sharia wil invoeren dan mag dat niet alleen dan moet dat ook, zegt hij. Ik begrijp wel dat Goslinga daar een sharia mee bedoelt die ontdaan is van haar al te gruwelijke aspecten, maar als gedachte experiment is dat een ongeoorloofde zet. Met de invoering zou meteen iedere mogelijkheid tot democratische controle zijn verdwenen en niets zou introductie van handen afhakken of het stenigen van overspelige vrouwen nog kunnen voorkomen, als de religieuze leiders van die twee derde meerderheid dat zouden gelasten. Ervaringen in andere delen van de wereld stemmen in dat opzicht niet echt gerust.
Nederland zou door de invoering een niet democratische staat worden en dat levert de hierboven bedoelde contradictie op. Dat democraten een dergelijke ontwikkeling niet zouden kunnen aanvaarden lijkt voor de hand liggend en de vraag die we niet moeten ontwijken is dus, wat dan?
Donner en ook Goslinga impliceren dat de uitbanning van geweld uit het staatkundige leven een van de belangrijkste verworvenheden is van het democratische bestel. Een gewelddadig verzet van de minderheid tegen de invoering van de nieuwe grondwet zou daarom op haar beurt ondemocratisch zijn. Dat is juist. Die weg staat niet open. Als zij gekozen zou worden zouden we zelfs in geval van succes met een even niet democratische samenleving achter blijven als wanneer de sharia zou zijn ingevoerd. De enige oplossing lijkt een massale verhuizing van de minderheid naar landen met een meer actieve opvatting over het begrip democratie waar men dilemma’s als deze weet te vermijden door tijdig het beleid aan te passen.
- De gelijkstelling van (iedere vorm van) geloof met wetenschap of filosofische opvattingen is niet zo vanzelfsprekend als Donner wil doen voorkomen. Het feit dat zij alle evenzeer onbewijsbaar zijn betekent nog niet dat ze even voor de hand liggende keuzes inhouden. Het geloof van de oude Azteken bijvoorbeeld zou op zoveel weerstand stuiten in haar praktische uitvoering dat wij niet snel zouden besluiten haar aanhangers in Nederland vrij baan te verschaffen. In onze ogen hoort dat geloof niet op dezelfde manier behandeld te worden als het christendom of het hindoeïsme. Voor het geloof van Donner geldt dat het om historische redenen in ons land een vase plaats heeft verworven en daarom ongeacht de waarheid van haar leerstellingen respect geniet. Het is even onbewijsbaar als andere geloven, maar dat wil niet zeggen dat voor haar relatieve waarheid, in vergelijk met andere religies, geen intellectuele argumenten aan te voeren zouden zijn. Dat geldt ook voor wetenschap tegenover willekeurig welk geloof. Waarom wetenschap uit kennistheoretische overwegingen ondanks haar onbewijsbaarheid een betere keus is dan geloof, is uitvoerig toegelicht door ondermeer Karl Popper. Grote geesten onder de gelovigen zoals Tertullianus, Augustinus en Blaise Pascal verklaren dan ook niet dat zij geloven omdat de geloofsinhoud hen rationeel overtuigd heeft, maar integendeel, quia absurdum. Voor een samenleving die zich als erfgenaam beschouwt van Socrates en Thomas Aquinas blijft de ratio niettemin de ultieme arbiter.
- Cultuurverschillen leiden niet altijd tot conflicten. Sommige culturen leven naast en door elkaar voor lange tijd zonder dat dit tot grote botsingen aanleiding geeft, zoals bijvoorbeeld boeddhisme en confucianisme in China. Ook de verschillen tussen Spaans en Engelstaligen hoeven niet noodzakelijk conflicten op te leveren, zoals dat wel het geval is bij culturen waarvan de normen en waarden of de aspiraties elkaar over en weer uitsluiten.
- De etnische zuivering van de Armeniërs en daaraan voorafgaande zuivering van de Grieken in Klein Azië moeten in dat licht worden bezien.
- Donner noemt ten onrechte het Ottomaanse rijk als een voorbeeld van een rijk waar de overheid haar religieuze opvattingen aan de bevolking oplegde, zoals hij ook over het hoofd ziet dat Japan wel met behulp van commander Perry de invloeden van buiten af in het land heeft toegelaten maar die vervolgens toch zelf heeft geabsorbeerd.
- De waarden die in de leer van Mohammed meebrachten dat vrouwen en homoseksuelen geweerd worden uit de publieke ruimte werden ooit door de voorouders van Donner onderschreven en ze hebben hier evenzeer gegolden als in het Midden Oosten. Er zijn protestantse richtingen en politieke partijen die deze opvattingen nog steeds aanhangen. Dat geeft iemand met Donners achtergrond wellicht zowel meer begrip voor deze waarden als vertrouwen in hun veranderlijkheid. Het gebruik van geweld om andere opvattingen te bestrijden daarentegen is h.t.l. sinds Jan de Bakker en de martelaren van Gorinchem in onbruik geraakt.
- De sharia bestaat niet zei Goslinga in de Verdieping van 16 september 2006. Dat is even waar als het burgerlijk recht bestaat niet. Ieder land heeft hier zijn eigen burgerlijk wetboek en alleen Turkije heeft ooit het recht van een ander land lock, stock en barrel ingevoerd. Natuurlijk zijn er variaties in de sharia en zijn er maar weinig landen waar zij in haar klassieke vorm is ingevoerd, maar alle varianten van de sharia zijn onderworpen aan het gezag van de Qu’ran.
- De bevolkingstoename in het Aziatische en streng Islamitische deel van het land is explosief terwijl het beter opgeleide en Europese deel van Turkije ook meer Europese demografische cijfers kent.
- Het Hof verstaat onder democratie waarschijnlijk een verkorte uitdrukking van het begrip democratie en mensenrechten in die zin dat de twee uitdrukkingen twee aspecten weergeven van een enkelvoudig begrip.
- Aan de populariteit van Hamas in Palestina en Hezbollah in Zuid Libanon hoeft niet te worden getwijfeld. Dat verschijnsel van populariteit van niet democratische partijen is niet tot de islam beperkt. Ook in Latijns Amerika zijn het niet overal de democraten in de betekenis die het Hof daar aan hecht, die de grootste populariteit genieten.
- Rapporteur Eurlings van het Europees parlement constateerde dat ondanks de uitspraken en de mogelijk goede bedoelingen van het Turkse regime de Turkse praktijk nog bij voortduring met de regels van democratie en mensenrechten botst.
Dit essay verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp
Als je het staatsrecht in de jaren zeventig nog geleerd hebt uit het standaard werk van Donner/Pot kan je alleen met respect en interesse een artikel over en nazaat lezen. Ook in zijn ministerschap heb ik Piet Hein D. altijd gewaardeerd door zijn – natuurlijk aristocratische – houding van rust, overwogenheid en welberedeneerd zijn. En kaliber politicus die eigenlijk geheel na het tijdperk Wiegel, Van Agt en Den Uyl is verdwenen.
Zijn uitspraak over de Shaira heeft mij toentertijd verrast en vond ik principieel fout maar ik kon toen niet de juiste redenatie daarbij vinden. In ieder geval had ik toen niet al te veel tijd om er over na te denken. Het stuk van Kasdorp zet dat voor mij eindelijk recht. Dank daarvoor.
De uitspraken van Donner in 2006 is voor een groot gedeelte natuurlijk ook de leerstelling van Kuypers over de soevereiniteit in eigen kring, en als maatschappelijke ordening van een natie, waarin meerdere (religieuze) groepen vreedzaam naast elkaar kunnen functioneren zonder het gevoel van het geheel inleveren van de eigen identiteit. Die gedachte vind ik aantrekkelijk en heeft tot de zeventiger jaren ook goed gefunctioneerd tot tien-over-rood zich met haar opvattingen boven alle andere stromingen zetten: allen de radicale sociaal ‘democratie’ kon bogen op de ultieme morele gelijk en de andere politici moesten op die en alleen die beginselen de maat genomen worden. Waar die arrogantie toe geleid heeft zien we iedere dag om ons heen: ongelijkheid, afbreuk rechtsstaat, en vervolgen anders denkenden.
Waar Donner c.s. – en Kaasdorp geeft dat aan – veronderstelt dat bij die soevereiniteit in eigen kring, al die kringen uiteindelijk een paar staatkundige zaken inclusief de daarbij behorende spelregels deelt. Donner wist dat Want de wetten van het land geeerbiedigd moeten worden. Door iedereen en alle kringen, en anders moet men de consequenties (manmoedig) dragen.
Het punt is dat er nu kringen in de Nederlandse maatschappij zijn verschenen die dat ultiem principe van het gezag van de staatsmacht niet deelt, en het huidige besluitvormingsproces alleen zien als middel om de soevereiniteit van hun kring aan anderen ongedeeld verplichtend op te leggen. Daartegen mag en moet iedereen zich verzetten, en dat verzet kan niet onder het begrip ‘ondemocratisch’ illegaal worden verklaard .
Daarbij komt dat staatsrecht prachtig kan functioneren zolang alle partijen zich er min of meer aan houden, maar in revolutionaire tijden is dat allemaal niet meer relevant. Dan gaan andere krachten en processen de dienst uit maken en die kunnen met toverwoorden ‘democratie’ niet dat niet meer in de fles terug dringen.
En ik ben in de stellige overtuiging dat we aan de vooravond staan van revolutioneer tijdperk, waar de macht van de sterkste zal overwinnen en dat voorspelt meestal weinig goeds.
O arm Nederland en o arme Nederlanders die hun toekomst, welvaart en welzijn verdedigd zien worden door studeerkamer redenaties van briljante geesten als Donner. We verdienen beter.
Mooi artikel.
Donner vergat even in zijn sharia provocatie te vermelden dat in de grondwet uitdrukkelijk in zoveel woorden en artikelen al staat dat een sharia grondwettelijk onmogelijk is en zelfs verboden dient te worden,omdat immers een sharia wetgeving als doel heeft de huidige grondwet af te schaffen! Maar huichelaar donner is te laf om dat te vermelden.de argeloze massa is nml te interessant om altijd zand in de ogen te strooien for elite’s sake.
Zo heeft duitsland als enig land op deze planeet in de grondwet staan dat zelfs bij 100 % goedkeuring door het stemvolk voor de afschaffing van de grondwet in haar beginselen geen goedkeuring verkrijgt.Donner suggereerde valselijk dat bij onze grondwet dit wel mogelijk is bij 75 % goedkeuring. Ipv alarm te slaan stond de huichelaar er bij te lachen.Knowledge is a deadly friend if no one sets the rules,The fate of all mankind,I see ,is in the hand of fools(king crimson).
@carthago: hele goede reactie.
Met figuren als deze Donner is het moeilijk me zelf in te houden.
Hij is, net als Tjeenk Willink overigens en een aantal anderen, een loop-jongen voor de machten op de achtergrond.
Deze Donner: pretentieuzer, schijnheiliger en doortrapter, heb ik nog nooit gezien.
Heb ik dat niet netjes geformuleerd ?
“Zo heeft duitsland als enig land op deze planeet in de grondwet staan dat zelfs bij 100 % goedkeuring door het stemvolk voor de afschaffing van de grondwet in haar beginselen geen goedkeuring verkrijgt” is een loze geruststelling, als de machthebbers, al dan niet met instemming van 30%, 51%, 75% of 100% van de bevolking de letters aan hun laars lappen. Dan is die grondwet dood. Vertrouw niet op juridische (geschreven) teksten, die garanderen niets en advocaten zijn getraind omdat uit te leggen in eigen voordeel. Het gaat dus om de intenties en eerlijkheid van de politieke elite, en het is precies wat er nu los is in Nl en de EUss. Daarom lapt Rutte het referendum aan zijn laars, respecteert Juncker de uitspraak van de GB-bevolking niet en ondermijnen de democraten een gekozen president: arrogantie, ego-politiek, deel uitmakend en daar afhankelijk van zijn van een elite zonder zelfreflexie, en eindigend in misbruik positie, zelfverrijking, en het schijt hebben aan de grondrechten van haar burgers;’vervolgens vervolging en onderdrukking.
Je ziet het stap voor stap gebeuren.
@coolpete.Nette formulering van de deepstate clown donner ,thnx.
@Dick Ahles: uw analyse is correct.
ALLES VAN WAARDE WORDT OPGEHEVEN / WEGGEGOOID.
De machten op de achtergrond, hebben opgeheven::
de parlementaire democratie, de vrije nieuwsgaring, de Vrijheid van Meningsuiting-Uiting,
de wetten, de rechts-zekerheid, de Grondwet, de lands-grenzen, de cultuur, de beschaving.
Ze bouwen, in geen enkel opzicht, iets op: niet cultureel, niet wetenschappelijk,
niet maatschappelijk, enz.
Ze handelen uit: zelf-overschatting, onverschilligheid, decadentie, ziel-loosheid;
het is in wezen: doods-drift.
Ze willen de hele wereldbevolking: 6 a 7 miljard mensen, met heel verschillende en vijandige culturen, op een hoop gooien. Dat wordt een grote massa-slachting………..
Diegenen, die: massaal, onder dwang en ogenblikkelijk, “het paradijs op aarde” hebben willen organiseren, hebben altijd de grootste catastrofes en massa-slachtingen veroorzaakt.
Opbouwen en samenwerken, is moeizaam werk, en gaat stap voor stap.
Dat willen velen maar niet zien.