DE WERELD NU

Pensioen – eindeloos gemodder in de polder

pensioenstelsel, Pensioen

De belofte van pensioen doet meer dan zij kan waar maken. Raymond Peil keek naar de aanstaande nieuwe regels, en werd niet blij.

Na meer dan vijftien jaar touwtrekken komt er eindelijk, van 2023 tot 2027, een nieuw pensioenstelsel in de poldereconomie. Beter wordt het echter niet: de pijn wordt gespreid over de deelnemers. Reken maar niet op lagere premies, hogere uitkeringen of indexatie.

FNV-voorzitter Tuur Elzinga hing bij WNL vast de vlag uit voor het pensioenakkoord. “Jong en oud gaan er met de nieuwe pensioenwet op vooruit. We zien dat iedereens pensioenverwachting waarschijnlijk straks bij de overstap op het nieuwe pensioenstelsel omhooggaat.” Dat is natuurlijk een verkooppraatje voor de eigen achterban, die de afgelopen tijden door hogere premies, lagere uitkeringen en geen inflatiecorrectie soms wel een kwart van hun koopkracht inleverde.

Wat Elzinga eigenlijk bedoelt is dat het nieuwe pensioenstelsel zijn vakbeweging goed uitkomt. Er komt een maximum aan de pensioenpremie van waarschijnlijk 33%, maar dat kan wel het rendement onder druk zetten. Er komt er een experiment met deelname van zzp’ers aan pensioenfondsen, wat de bonden graag willen want: meer invloed. De verplichte aansluiting van werkgevers/werknemers bij fondsen voor hun sector blijft, dat is leuk voor al die vakbondsbestuurders die in de besturen van de fondsen een riant baantje hebben. De levenslange pensioenuitkering en het streven naar een pensioen van ten minste 80% van het middelloon na 42 jaar werken blijven ook, maar dat is een belofte, geen enkele garantie, zoals we de afgelopen jaren hebben kunnen zien.

Pensioen

Nu krijgen jonge en oude werknemers voor iedere euro die zij inleggen naar rato van hun salaris een even groot percentage toekomstige uitkering toegezegd. Deskundologen beweren dan dat de inleg van een jongere meer waard is: dat geld kan veel langer renderen, en zou als in feite dus een subsidie van jong naar oud moeten worden beschouwd. Dat rendement op de langere termijn is echter op het pensioentegoed van de oudere al geboekt, dus dit is een overduidelijke drogredenering.

Bovendien is het rendement van de pensioenbeleggingen onvoorspelbaar, daarmee lopen jongeren een hoger beleggingsrisico. In de jaren negentig, toen de eindloonregelingen werden afgebouwd – globaal van 100 naar 50-60, wat ongeveer voor 80% van het middelloon staat, werd dezelfde redenering gebruikt. De oudjes werden minder of niet afgebouwd, want de inleg van jongeren zou langer renderen, zo besloten de oudjes in de vakbondsbesturen en ondernemingsraden. De werkgevers hadden geen bezwaar, die wilden alleen de rust in de tent bewaren.

Het nieuwe wetsvoorstel voor een pensioenstelsel is nu eindelijk naar de Tweede Kamer. Het pensioenakkoord tussen kabinet, werkgevers en vakbonden kwam in 2019 tot stand. Het kostte vervolgens weer een jaar voordat een akkoord over de uitwerking ervan rond was. En nu zijn we weer bijna twee jaar verder met officiële wetsvoorstel, de Wet toekomst pensioenen (Wtp). De bedoeling is dat die wet op 1 januari 2023 kan ingaan, zodat alle pensioenfondsen uiterlijk 1 januari 2027 overstappen op een nieuw pensioencontract.

Geen garanties
Kort gezegd gaat de pensioenbelofte – die so wie so geen garanties bood – ervan af en komt er een onzeker pensioen voor terug, wat nu overigens ook al zo is. Geen uitkeringsovereenkomst meer, waarbij er vooraf een pensioenuitkering wordt toegezegd, waar je naartoe moet sparen. Maar een premie-overeenkomst, waarbij vooraf een premie wordt vastgesteld en je maar moet zien tot welk pensioen die leidt. Straks krijgen werknemers het pensioentegoed dat hun ingelegde premie waard is: jongeren meer, ouderen minder. Dat sluit beter aan bij de ’dynamische arbeidsmarkt’ van de 21e eeuw, aldus de wetstoelichting.

Dat werkt prima voor wie levenslang bij dezelfde baas blijft: de eerste helft van je loopbaan ontvang je te weinig opbouw, in de tweede helft wordt dat weer rechtgetrokken. Tenzij je halverwege het pensioenfonds verlaat, omdat je bijvoorbeeld zzp’er wordt. Dan heb je een probleem: je wordt niet meer gecompenseerd voor de jaren dat je te weinig pensioenaanspraken kreeg. Freelancers en oproepkrachten kunnen niet deelnemen in de collectieve beleggingen, mochten zij dat willen.

De nieuwe wet heeft grote gevolgen voor de rekenregels. Nu hanteert De Nederlandsche Bank (DNB) heel strenge regels. Als je vooraf een bepaald pensioen belooft, moet je die belofte ook na kunnen komen, voor alle generaties. En dus wordt er streng op toegezien dat pensioenfondsen voortdurend genoeg geld in kas hebben om aan al die verplichtingen te kunnen voldoen. Die toekomstige verplichtingen staan op de balans, berekend op basis van de marktrente.

Verplichtingen drukken zwaarder
Maar bij periodes van extreem lage rente (zoals we nu al jaren meemaken) drukken die verplichtingen steeds zwaarder. Daar valt voor een pensioenfonds bijna niet tegenop te beleggen. En dus groeien de pensioenvermogens als kool, maar kunnen de fondsen toch vaak niet indexeren. Van miljoenen pensioenspaarders staat de pensioenopbouw stil – en van gepensioneerden dus ook, zij merken dat ogenblikkelijk in hun koopkracht.

Laat je de zekerheden los, dan kunnen ook die regels overboord. Geef je vooraf geen garantie, dan hoef je ook geen of minder buffers meer aan te houden. Dan hoeven er ook geen toekomstige verplichtingen meer worden berekenend, want die verplichtingen zijn er niet. En dus kan de marktrente geen stoorzender meer zijn in het systeem. Pensioenspaarders krijgen voortaan geen pensioentoezegging meer, maar een berekening van het pensioen dat je mogelijk hebt opgebouwd op basis van ‘projectierendement’.

Daarin zijn drie keuzevarianten te onderscheiden: gemiddeld, wat overeenkomst met het behaalde rendement van het fonds, 20 procent lager en ‘veiliger’ en 20 procent hoger en risicovoller. De één krijgt wat meer beloofd, de ander wat minder. De verplichte buffers van de fondsen worden voortaan ook op dezelfde leest geschoeid. Dus wordt het systeem zeker niet simpeler, zoals de wetstoelichting meldt. Voor wie onder de motorkap alles wil begrijpen, is het alleen maar ingewikkelder geworden. Eigenlijk is het lood om oud ijzer vergeleken met de huidige praktijk.

En het gaat niet werken: zie hieronder de bevolkingspiramide van Nederland, met in het rood een blokhaak die een indruk geeft van de omvang van het enorme aantal nieuwe gepensioneerden die de komende jaren van hun pensioen gaan ‘genieten’. Dat wordt een zware aanslag op het opgebouwde pensioenvermogen.

Pensioen

De gevolgen van de nieuwe pensioenwet tekenen zich al af: meer (complexe) regels betekent ook meer dure actuarissen, ICT-toppers, computers, vermogensbeheerders, bestuurders, managers en veel, veel meer gepensioneerden. Eerdere onderzoeken gaven aan dat van elke ingelegde euro tussen de 74 en 87 cent werkelijk werd belegd. Een ruwe rekensom over de 1.815 miljard euro pensioenvermogen in Nederland  komt er dan op uit dat tussen eenderde tot 15% aan de strijkstok blijft hangen voor beheerskosten en vergoedingen van externe vermogensbeheerders. Dat laatste alleen al voor een bedrag van 10 miljard euro, zo leren recente becijferingen.

Schone lei
De slepende discussie rond de pensioenhervorming was vooral gericht op consolidatie van de belangen die in het bestaande systeem verpolderd zijn: de vakbonden, de werkgevers, de fondsen, de bobo’s van toezichthouder De Nederlandsche Bank, de banken in de effectenhandel en vermogensbeheerders, voorwaar een uiterst krachtige lobby. Ideeën van heldere geesten – begin eens met een schone lei om tekortkomingen uit te bannen – mochten niet op tafel komen, werden genegeerd of weggehoond: ‘Nederland heeft één van de beste pensioenstelsels ter wereld’. Quod non.

Een schone lei zou er als volgt uit kunnen zien, naar analogie van pensioenpraktijk in een aantal Angelsaksische landen. Waar iedereen die dat wil met belastinguitstel en al dan niet via de werkgevers de eigen pensioenpot mag vullen. Het gespaarde geld wordt belegd in spotgoedkoop beheerde Exchange Traded Funds (ETF’s) die, belegd in een afgewogen mix van aandelen en obligaties, meeschommelen met de wereldeconomie. Dus wanneer het goed gaat een hoger rendement, wanneer het iets minder gaat een tikje minder. Gelijke kansen, een gelijke uitkomst, wel zo eerlijk.

Daarmee ben je ook af van een hoop gezeur over solidariteit tussen de verschillende generaties, van het dure moloch dat nu aan de touwtjes trekt in de pensioenpolder en het arbitraire toezicht in de vorm van dekkingsgraden en dergelijk zaken meer. Het overgrote deel van de werkzaamheden komt dan voor rekening van een kudde serverfarms, waar computers het allemaal keurig regelen en uitrekenen. En die lui met Melkertbanen in de pensioenpolder kunnen dan écht werk gaan doen…


Meer over pensioen vindt u hier.

5 reacties

  1. Youp schreef:

    Of van een inflatoir monetair stelsel (dat is er een waar geld steeds minder waard wordt), naar een deflatoir monetair stelsel (geld wordt steeds meer waard) zodat ouderwets sparen weer loont. wie daar bovenop risico’s wil nemen op de financiële markten is vrij om dat te doen. Gaat vanzelfsprekend niet gebeuren omdat dan alle monetaire alchemisten eens wat nuttigs zouden moeten gaan doen.

  2. Kees schreef:

    Het nieuwe pensioenakkoord is nog zo duidelijk als dikke mist. Er is nog niemand die weet hoe het precies in elkaar zit. Alle enthousiaste verhalen ten spijt. Bovendien kijkt de EU heel begerig naar de grote pot met Nederlands pensioengeld, dus ik vraag me echt af hoe het er over een jaar of 10 uitziet.

  3. Johan schreef:

    Ach maak je niet druk, ik zie wel of mijn verzorgingstehuis wel of geen tralies heeft.
    Er zal voor mij gezorgd worden!

  4. Mike Brandenburg schreef:

    Het pensioen dient omgevormd te worden naar exact het zelfde pensioenfonds in Chili, dat had ooit een collectief pensioen gebaseerd op het Nederlands, men heeft dat overboord gegooid en vervangenmet een individidueel pensioen, waar de spaarder alles bepaald, de waardeopbouw gegarandeerd is, de minimale inleg 10% van het bruto inkomen en het maximum 20%, de spaarder bepaald alles, een ieder kan pensioen opbouwen, er word ALTIJD uitgekeerd en er zijn geen pensioengaten omdat overstappen van pensioenaanbieder kosteloos gebeurd. BIj voortijdig overlijden kunnen nabestaanden het vrijgekomen geld of gebruiken om eigen pensioen aan te vullen of om medische kosten die zij eventueel hebben belastingvrij te betalen of als inkomen opgeven dat zal worden belast.. de Chileense pensioenfondsen haalden zelfs in 2008 en 2009 doodleuk 7% rendement voor hun spaarders.

  5. carthago schreef:

    Ach ja ,het draait bij die enorme opgespaarde geldpotten erom de woekerwinsten in stand te houden voor de beheerders,instituties ,,tussenpersonen en verkopers van die potten,risico lopen ze geenszins Het werkelijk te behalen rendement voor het werkvolk boeit ze echt niet want het werkelijke risico is daar nml geparkeerd.