DE WERELD NU

Het peloton rijdt nu langzamer

doping

In alle professionele sport wordt doping gebruikt.

Dat dopinggebruik wordt zoveel mogelijk doodgezwegen omdat men ervan uit gaat dat het publiek publiciteit erover niet pikt. Het is een vorm van fraude en men zou zich massaal van de professionele sport kunnen afkeren als de feiten algemeen bekend worden gemaakt.

Dat is waar iedereen bang voor is die een financieel belang heeft bij de professionele wedstrijdsport en daarom zwijgt men nog steeds zo algemeen. Zo nu en dan wordt er iemand uitgepikt en als een soort zoenoffer voor de leeuwen gegooid. Zo iemand kan zich daar dan bijzonder over opwinden, zoals Landis die zijn Tour de France overwinning is afgenomen en Rasmussen die uit de Raboploeg werd gegooid. Maar niemand heeft ooit met succes aan de pers kwijt gekund dat al die dopingzondaars uitzonderingen zijn. Ze doen het allemaal, alleen ze worden niet allemaal ontdekt. Wie ontdekt wordt is een beetje dom en wie tweemaal tegen de lamp loopt, zoals Joop Zoetemelk, is een ezel die zich twee keer stootte aan dezelfde steen.

Zelfs toen de bloeddoping en de epo eindelijk op te sporen viel en om die reden niet meer werden gebruikt, heeft maar een enkele krant of TV zender werk gemaakt van het opmerkelijke feit dat de hele karavaan een paar procent langzamer ging rijden. Er kan geen andere reden zijn voor dat fenomeen dan dat men niet langer kunstmatig het zuurstofniveau in het bloed verhoogde, maar de wereldpers zweeg. Gelukkig hebben we tegenwoordig het internet en kan men daar in elk geval de informatie vinden waarmee onweerlegbaar kan worden aangetoond dat de dopingverdenkingen juist zijn.

Harm Kuipers, ex-wereldkampioen schaatsen (1975) en hoogleraar inspanningsfysiologie in Maastricht, meent dat doping niet helpt, ook epo niet, maar ook hij geeft geen verklaring voor de tempoverlaging van het peloton.

Het is zeker zo dat een ploeg en een renner die zorgvuldig en onder goede medische begeleiding met doping omgaat daar meer voordeel van plukt dan de renners die zo maar wat doen. Het is dus nogal waarschijnlijk dat Lance Armstrong een concurrentievoordeel heeft gehad in zijn wielercarrière maar niet op iedereen. Niet zo dat het redelijk is om aan te nemen dat hij al die Touroverwinningen daar eigenlijk aan te danken heeft. Hij was wel degelijk de beste renner van zijn tijd en de pogingen om dat anders voor te stellen zijn tot mislukken gedoemd.

Het publiek is slimmer dan de Franse officials denken. Dat weet al lang hoe hier de hazen lopen. De Amerikaanse hazen lopen harder dan de Franse, zo zit het.


Eerder verschenen op het Blog van Toon Kasdorp

1 reactie

  1. Dick H. Ahles schreef:

    De hele doping filosofie is onzin. Waarom zou naast de mentale factor (die per sporter verschilt) en de fysieke aanleg (die per sporter verschilt), de slimheid en intensiteit van het trainen (die van de slimheid/domheid van de gekozen trainer afhangt), samen met het voedsel (soort en verdeling) die iedere sporter – al dan niet met een dosis bijgeloof – zelf bepaalt (vroeger gingen wielrenners toch ook op de fiets na het eten van een biefstuk; was dat geen doping dan?), en de toepassing van de techniek waar relevant (die sporters toepassen als ze geld en inzicht hebben), geen vervalsing zijn van de sportuitslagen en het toedienen van medicijnen en andere lichaams/uithoudingsvermogende middelen wel en dus als fraude moeten bestrijden?

    Ik begrijp het niet. Laat iedere sporter zelf maar uitmaken wat hij/zij aan ongezonds in zijn lichaam wil stoppen om het genoegen van eeuwige roem te verwerven. Kijkers weten het echt wel, maar vinden winnaars nu eenmaal interessanter dan verliezers. Als alles uiuteindelijk maar voor alle sporters uiteindelijk toegankelijk is; de klapschaats is ook niet voorbehouden aan één team.

    Afschaffen dat hele dopingsgedoei en controle. De wedstrijd organisatoren moeten zorgdragen voor gelijke technissche uitgangspositie voor iedereen.

    O ja, en het lul argument dat anti-doping is voor de gezondheid van de sporters: sporten en zeker topsport is ongezond (wat de propagandisten van het tegendeel ook beweren), en iedere sporter moet maar voor zichzelf uitmaken of ze op weg naar de eeuwige roem willen sneuvelen.