Partij van de Hoop en Loosheid
Wat nu in de peilingen met de PvdA gebeurt is niet alleen een zeer interessant fenomeen in de mate waarin de kiezersgunst om kan slaan. Het is niet de eerste keer, en ook dat lijkt een patroon te volgen. Als mijn observatie geldig blijkt, zal dat bij de eerstvolgende landelijke verkiezingen vergaande consequenties hebben.
De opgaande lijn van de PvdA is deze dagen ongekend steil. Binnen twee weken nam het aantal voor de sociaaldemocraten gepeilde zetels toe van 14 naar 35. Dan hebben we het dus over anderhalve zetel stijging per dag. Iedere dag, de afgelopen twee weken, veranderden 100.000 Nederlanders van politieke voorkeur als we althans de peilingen mogen geloven. Om het in perspectief te zetten: iedere dag een stad met de omvang van Maastricht. Van minder dan 10 % naar bijna 24 %. In twee weken!
Afijn, u begrijpt het: de nieuwe Messias is opgestaan, en met hem herrijst de PvdA. Opnieuw. Tot vervelens toe, wat mij betreft.
En zo gaat het nu altijd, sinds 10 jaar.
Sinds de dood van Pim Fortuyn laten de parlementsverkiezingen in Nederland wat betreft de PvdA een zich herhalend patroon zien: tijdens een regeerperiode zakt de partij in de peilingen weg naar tot dan ongekende diepten, om in de laatste maanden voor de verkiezingen plotseling uit de as te herrijzen. Voorwaarde voor de partij om te herrijzen lijkt te zijn, dat de sintels worden besprenkeld met het politieke bloed van haar zittende partijleider. Vervolgens komt er een verkiezingsresultaat uit de bus dat meestal verre van gunstig is, maar tenminste de schade die eerder werd verwacht spectaculair beperkt.
De enige maal dat de partijleider niet op de meest afschuwelijke manier zijn parlementaire leven eindigde op het politieke schavot, was in 2006, toen Wouter Bos in november 9 van de 42 zetels verloor, na aan het begin van dat jaar zelfs nog torenhoog op 60 zetels te hebben gestaan – het hoogste zeteltal ooit gepeild voor de PvdA. Niettegenstaande deze zeer pijnlijke nederlaag mocht hij blijven, al was zijn prestige politiek gezien sterk geknakt. Maar gaan we het lijstje even langs, dan ziet u wat ik bedoel:
Jaartal Gesneuveld Nieuwe leider Onverwachte grote groei
2002/3 Melkert Bos Van 23 naar 42 zetels
2006 ——- Bos Van 42 naar 33 zetels
2010 Bos Cohen Van 14 in peiling naar 30 Top: 38
2012 Cohen Samsom Van 13 in peilingen naar 35 per heden
Niet alleen duidt dit op weinig goeds voor de politieke toekomst van Diederik Samsom, belangrijker lijkt het te constateren dat het electoraat met het naderen van de verkiezingsdatum zuchtend en steunend besluit de PvdA nog 1 laatste kans te geven, om er vervolgens opnieuw als een kudde makke schapen massaal op te stemmen.
Dit jaar leek de SP er eindelijk in te zijn geslaagd om de positie van de PvdA efficiënt te ondergraven (FNV!!) in haar strijd om op Links de grootste partij te worden (de SP, dus). Twee weken voor 12 september stond de SP een comfortabele 15 zetels op de PvdA voor: 29 tegen 14. Maar nadat Emile Roemer (SP) opzichtig faalde in zijn eerste confrontatie met VVD-leider Rutte, kreeg het Linkse electoraat plotseling koudwatervrees, en ging massaal op zoek naar het oude warme nest. Niet, omdat het daar beter is, maar omdat men denkt te weten wat men er aan heeft. Voor velen is de SP een avontuur waarvan men niet precies weet wat er van te verwachten, en dan is een stem op de diep verachte, maar bekend veronderstelde PvdA ruim te verkiezen boven het alternatief, zo lijkt het.
En dat het electoraat opnieuw teleurgesteld zal raken in haar nieuwe Messias staat nu al vast. Drie maanden na de verkiezingen zal de PvdA opnieuw gaan wegzakken. De reden is eenvoudigweg dat de PvdA is wat ze is. De beste kans om dat te veranderen had Wouter Bos in 2003, en hij faalde daarin opzichtig. Zijn opvolger Cohen – politiek gezien een atavisme – was daarvan eigenlijk nog het meest overtuigende bewijs.
Deze slingerbeweging van de PvdA heeft een range van ongeveer 20 zetels: van een kleine 15 naar een ruime 30. Of de grote nederlaag die zusterpartijtje GroenLinks ditmaal lijden gaat (en daarmee per saldo vooral D66 en SP lijkt te spekken) hierop nog van grote invloed zal zijn moet worden afgewacht. Dat komen we wel te weten over een jaar of twee, want veel langer zal de toekomstige regering van ons land het niet uithouden, zoals de kaarten nu liggen. Dan zal het de beurt zijn aan de Amsterdamse PvdA-hoop-in-bange-dagen Lodewijk Asscher om – met het politieke hoofd van zijn voorganger onder de arm – te proberen de PvdA nieuw leven in te blazen.
Zal de PvdA tegen die tijd iets anders zijn dan de ordinaire baantjesmachine die zij nu al zo’n lange tijd is? Er is geen enkele aanleiding dat te veronderstellen. Druk van partijen als SP en ook PVV – die het regenteske gedrag van de elite van de centrum-partijen aan de kaak stellen – zal als altijd hooghartig woren genegeerd, tot de eerstvolgende verkiezingsdatum. Toch moet ergens die slinger er een keer afvallen zou je zeggen. Ironisch dat de beste kans daar op de EU is. Of beter gezegd, haar ineenstorting.
Eerder verschenen op Dagelijkse Standaard.