Onzin over Volkshuisvesting – de vrije markt is niet alles
Vrijemarktdenken over Volkshuisvesting kan te ver gaan, en dan dient de overheid een rol te spelen. Victor Onrust is tegen al te veel vrijheid.
Vrijemarktdwepers, tegenwoordig meestal van Libertarische Von Mises-snit, denken altijd dat méér marktwerking de oplossing is voor iedere kwaal. Zo ook Johannes Vervloed, die in Overheidsregels desastreus voor woningbouw pleit voor meer marktwerking om nieuwe woningbouw te stimuleren.
Om te beginnen roept dat de vraag op waarom er kennelijk een tekort is. Daarvoor zijn de belangrijkste redenen:
- migratie onder het mom asiel te zoeken
- verhoging van de huisvestingsrechten (normen) per individu.
Beiden zijn inderdaad product van overheidsingrijpen, maar vergen een hard overheidsingrijpen om ze ongedaan te maken. Toegeven door woningen bij te bouwen is dweilen met de kraan open.
Daarbij dienen wij in het dichtbevolkte Nederland eigenlijk een moratorium in te stellen op het verder bebouwen van de open ruimte (en ook op migratie). Of het nu om windmolens, zonneparken, woningen of bedrijfsgebouwen gaat. Ook al iets waarvoor een krachtige overheid noodzakelijk is. Nu zal ik niet beweren dat de huidige overheid niet krachtig is, alleen gebruikt zij haar kracht tegen de bevolking en niet ten behoeve van de bevolking.
Dit alles heeft alles met markt, maar niets met “vrije markt” te maken. Markten zijn zelden “vrij” en veruit de meest relevante markten zullen dat ook nooit worden. Al sinds het ontstaan van het industriële kapitalisme in de 19e eeuw is de overheid een belangrijke factor die de grootste en machtigste facties van het kapitaal helpt bij het realiseren van hun doelstelling: het behalen van (meer) winst.
Het beeld dat Vervloed schetst van de volkshuisvesting van voor het uitbreken van de neoliberale ziekte, al of niet onder het mom van een “derde weg” (Kok, Blair), klopt van geen kanten. Als oud-deskundige – die nog een keer bij “in gelul kun je niet wonen”–Schaefer op kantoor is geweest – moet ik dit corrigeren.
Begin 20e eeuw begon de overheid zich te bemoeien met de volkshuisvesting. Dit vanwege de erbarmelijke omstandigheden waaronder de lagere klassen in de grote steden, maar ook op het platteland (plaggenhutten in de veenkoloniën) moesten leven. Deze omstandigheden waren zonder meer toe te schrijven aan de “marktwerking” op de arbeidsmarkt die maakte dat de arbeiders weinig eisen konden stellen en genoegen moesten nemen met het absolute minimum. Dit in samenwerking met de overheid die ruim baan gaf aan speculanten om slechte huisvesting voor woekerprijzen te verhuren. Ook: veel marktwerking.
De reactie daarop kwam in de eerste plaats uit de arbeidersbeweging. Er werden woningbouwcorporaties opgericht om betaalbare huisvesting te realiseren. Enkele verlichte industriëlen waren daar op eigen initiatief ook mee begonnen: de Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek in Delft en Philips in Eindhoven.
Onder druk van de arbeidersbeweging en de sociaaldemocraten gingen gemeenten en ook het rijk zich er mee bemoeien. In 1902 trad de woningwet in werking die het onder andere mogelijk maakte een woning onbewoonbaar te verklaren en huiseigenaren aan te pakken. Het probleem dat de lagere klassen te weinig inkomen hadden om enigszins fatsoenlijke huisvesting te betalen werd vooral na WOII steeds groter, omdat grond en bouwkosten marktbepaald bleven en het resultaat daarvan te duur was. Er was door de oorlog sprake van grote woningnood.
Men kon en wilde er niet voor kiezen de inkomens dusdanig te verhogen dat de marktprijs betaald kon worden. Ten eerste omdat dat slecht was voor de concurrentiepositie van het bedrijfsleven – een marktoverweging – en ten tweede omdat dit pas met grote vertraging door zou werken in de oplossing van het probleem waardoor dat extra inkomen zou verdwijnen naar zaken waarvoor dat niet bedoeld was – een tweede marktoverweging.
Men nam dus andere maatregelen, waarbij de overheid de bouw van woningen reguleerde, subsidieerde en financierde, en tevens via ruimtelijke ordening een poging deed om grondspeculatie en ongewenste locaties tegen te gaan. Dit resulteerde in de zogenaamde woningwetwoningen, waarvoor distributiewetgeving bestond.
Na de loongolf van 68 werd de subsidielast steeds zwaarder. Grond en bouwprijzen (markt!) gingen door het dak omdat de bouw (ook weg- en waterbouw) zwaar achterbleef in productiviteitsontwikkeling en grondprijzen berusten op een monopolie waarbij overheidsregulering geen eind had kunnen maken aan speculatie.
Dit resulteerde in de zogenaamde “brutering” waarbij de corporaties hun schulden werden kwijtgescholden in ruil voor het wegvallen van de subsidie. In plaats daarvan kwam de zogenaamde “dynamische kostprijshuur” die uiteindelijk aansluiting bij de markt beoogde en de Individuele Huursubsidie die aan de huurder werd toegekend. Kortom, een beweging richting markt.
Op een poging de speculatie in bouwgrond een halt toe te roepen viel het kabinet den Uyl. Een terechte poging, die alles te maken heeft met het toezien op een eerlijke markt. In de jaren tachtig werd tenslotte de directe subsidiëring op gemeentelijke ontwikkelingsplannen voor woningbouw vervangen door een “lump sum benadering” waarmee het toezicht daarop wegviel. Ook een verdere vermarkting van het proces. Ruimtelijke ordening werd in 2001 afgeschaft waardoor de gemeenten als marktpartijen met elkaar gingen concurreren, naast vele andere ongewenste ontwikkelingen.
Parallel aan deze ontwikkeling heeft de overheid veel belemmerende maatregelen ontwikkeld. Die zijn vooral terug te vinden in Arbowetgeving, bouwbesluit, huurbescherming en milieuwetgeving. Die regelgeving is in belangrijke mate gestuurd door belangengroepen zonder al te serieuze democratische controle. Dat verschijnsel vraagt niet om minder overheid — daardoor krijgen die groepen nog meer vrij spel — maar om een betere overheid.
Dit artikel verscheen eerder op Harde Woorden.
De woningmarkt is verziekt. Dat geldt zowel voor de huur- als de koopmarkt. Een deel van de oplossing ligt in het ontwikkelen van een huur- en koopmarkt voor ouderen. Deze oplossing kan maar één keer worden toegepast. Er zijn dus begeleidende maatregelen nodig om een waterbedeffect op de bestaande huur- en koopmarkt te vermijden, dat zou kunnen leiden tot dezelfde verziekte situatie die we nu zien.
De overheid dient een rol te spelen in het huisvestingsbeleid, tot zover kan ik meegaan met de auteur.
In Nederland hebben een enorm tekort aan betaalbare woningen, met name voor starters. Dat heeft ook flinke gevolgen voor de samenstelling van de bevolking; men begint nu over het algemeen eenmaal niet aan het vormen van een gezin als men geen woonruimte heeft voor die kinderen. Nou ja, de autochtone bevolking dan.
De asielparasieten hebben die beheersing niet, maar hebben die ook veel minder nodig aangezien voor hen van alles wordt geregeld.
Overigens geldt OOK op dit vlak dat het grootste probleem niet zozeer het tekort aan woningen is, maar het te grote aantal mensen. Nederland is een klein land en behoort tot de dichtstbevolkte gebieden ter wereld. Minder mensen levert direct een flink aantal voordelen op. Aangezien de niet-westerse instroom ook nog eens zwaar oververtegenwoordigd is in de criminaliteit, in de bijstand en meer gebruik maakt van de zorg, speciaal onderwijs en ga zo maar door zou een flinke reductie dmv een eisenpakket aan nieuwkomers EN een actief remigratiebeleid veel van deze problemen oplossen, waaronder een groot deel van de problemen op de woningmarkt. Niet in de laatste plaats omdat de particuliere woningmarkt ook is verziekt door de enorme influx van asiel-eisers. Doordat er een gebrek aan ruimte is betaalt de overheid grote bedragen aan bedrijven die woonruimte aanbieden, waardoor de prijzen voor particulieren ook omhoog zijn gegaan.
Dat laat niet onverlet dat de overheid een duidelijk en verstandig beleid dient te voeren op het gebied van woningbouw. Maar als de bron wordt aangepakt verdwijnen veel problemen al vanzelf.
Iedere keer dat ik de stukken van Victor lees krijg ik meer en meer het idee dat hij een voorstander is van een zo groot mogelijke overheid die zoveel mogelijk zaken volkomen controleert, iets wat in mijn ogen een gruwel is.
Goed stuk en ben van mening dat idd de overheid zich verbeteren moet dat wil niet zeggen meer overheid maar beter beleid en zeer zeker een ander immigratie beleid het is welletjes geweest.
Stop het asfalteren en de betonnering van ons kleine landje ten bate van meer immigratie,
het is niet altijd hoe meer zielen hoe meer vreugd …
In het geval van NL is het al veel te veel asfalt te veel beton en teveel aan zielen op een kluitje.
PS: mooie foto prachtig gebouw:)
De grenzen moeten dicht-NU.
En AL die kansloze IMPORT eruit. Bijna 2 miljoen in totaal.
Er is geen probleem met huizen- er zijn teveel ALLOCHTONEN.
Al die Polen die ONS werk stelen namens de EU, al die MOSLIMS en AFRIKAANSE RUIFVRETERS die DANKZIJ DE EU hier komen om ons om te volken- alles eruit.
DAAR zit het probleem- en nergens anders. De ECHTENederlander fokt keurig beheerst-en er zouden teveel huizen zijn als het ENKEL de ECHTE Nederlanders waren die ze bewoonden (Indo’s, Chinees, Surinaams,Vietnamees; die zijn net zo Nederlands als Hollanders).
Tijd voor een ommekeer-desnoods kwaadschiks.
Want als het aan de Hollander en zijn politici ligt-is dit land straks en islamitische kolonie met 30 miljoen inwoners; geen één Blank meer.
Persoonlijk begrijp ik de uithaal naar de vrije markt niet, ja de vrije markt werkt, echter het is geen wondermiddel wanneer de overheid bewust de markt en de samenleving verziekt. De vrije markt handelt veel sneller en past zich veel sneller aan dan de overheid o.it kan. De vrije markt begrijpt veel heter dan de overheid dat de eisen veranderen,aar de overheid reageert in, De regel pas wanneer het te laat is, het verschil tussen ket eigen geld werken en met het geld van anderen waarvan je via belastingen altijd meer kan afnemen. De vrije markt werkt niet omdat de Overheid Nederland overspoelt net 100.000 ongeschoolde en uitkeringsafhankelikke vreemdelingen die de taal niet sprken en vervolgens ook nog eens voorrang krijgen. Hoe kan de markt daar in godsnaam op inspelen. De markt was nooit voor die gelukszoekers bedoelt. De markt is al constant aan het herstellen door de gezinshereniging van, De eerdere onbegrensde instroom van niets toevoegennde gelukszoekers. Ik heb een verrassing voor he, De overheid gaat dit probleem nooit oplossen, die vreemde al problemen toen er geen overbevolking was,. Echter de markt kan nooit de boel herstellen wanneer de overheid deze structureel verstoort. We gaan nu de hoeren wegjagen zodat we woningen kunnen bouwen, waarna we gaan roepen dat de Oekraïne moet toetreden tot de EU want we hebben de landbouwgrond nodig. En zo verziekt De overheid meer en meer, en blijven we open dat die vrije markt niet werkt.
Half januari 2020 en alles valt samen.
De babyboomers zijn inmiddels senioren en zorgen voor toenemende vergrijzing.
In de media roept voormalig minister Wouter Bos op tot een ‘tussenvorm’ van wonen voor senioren.
Tussen thuis wonen en verzorgingshuis.
Hij zelf was als PvdA minister in grote mate medeverantwoordelijk voor het verdwijnen van de bejaardenhuizen, die je als zo’n tussenvorm zou kunnen betitelen.
Dat terzijde, maar hij heeft dus wel wat goed te maken.
Ook huidig CDA minister Hugo de Jonge pleit voor zo’n tussenvorm.
Wouter Bos heeft onlangs met InvestNL veel financiële ruimte gekregen voor ‘innovatieve projecten’.
Daar kun je naar mijn mening een aangepaste senioren- en gehandicaptenwijk zeker toe rekenen.
Laten we dus op daarvoor geschikte terreinen innovatieve wijken bouwen met woningen voor zowel senioren als rolstoelafhankelijke personen.
Met veel oog voor wat er nodig is om als oudere heel lang gewoon thuis te kunnen blijven wonen, en liefst helemaal nooit meer naar een verzorgingshuis te moeten.
En met veel oog voor wat mensen die tot leven in een rolstoel veroordeeld zijn nodig hebben om zo zelfstandig mogelijk te kunnen wonen en misschien uit het ouderlijk huis of een instelling te kunnen verhuizen. Neem bv. een verlaagd aanrecht, verlaagde klinken en sloten,
Gewoon de rest van je leven in je eigen woning.
Kost wat, maar zal op den duur kosten besparen.
Men zou kunnen denken aan appartementsgebouwen (deels koop, deels sociale huur) die de wijk afgrenzen. Deels voor senioren, deels aangepast aan mensen die ook binnenshuis in een rolstoel moeten leven. Met ruime liften (ik ken een complex waar een brancard of kist alleen rechtop in de lift past), ruime bergingen beneden (denk aan 3-wielers, scootmobielen), op galerijen of gangen overal handlopen, brede deuren, geen drempels, een chute-systeem voor afval enz.
Voor de rest hofjes met binnentuintje met eenvoudige maar praktisch ingedeelde woningen, waar men zich ook met hulpmiddelen kan verplaatsen (ik ken een complex waar de deur naar de woonkamer verschoven lag t.o.v. de gang, waardoor er met een rolstoel of til-lift bijna niet te manoeuvreren was).
Ook die woningen zowel voor senioren als deels voor rolstoelers.
Elke woning voorzien van centraal alarmeringssysteem in elke ruimte, ruime badkamer en toilet (rollator – douchestoel – tillift) voorzien van steunen. Sleutelgaten en handgrepen in contrastkleuren of met contrasterende rand (slechtzienden), goede heldere verlichting boven aanrecht, signaallampsysteem voor deurbel (slechthorend).
Op het complex voorts een centraal gebouw met algemene voorzieningen.
-Te denken valt aan een therapie/fysioruimte met therapiebad voor bewegingsagoog, hydrotherapeut en masseur/fysiotherapeut. Waar men ook samen kan ‘gymmen’.
– Kantoor c.q. slaapwachtruimte voor een zorginstelling, waar ook de oproepen van een centraal alarmeringssysteem binnen komen, en van waaruit men digitaal kan monitoren.
-Cafetaria/keuken waar mensen die dat willen samen maaltijden kunnen bereiden en samen kunnen eten (men kan ook denken aan samenwerking met horecaopleidingen, waarvan de leerlingen periodiek tegen betaling een maaltijd voor een x aantal senioren bereiden).
-Prikbord met gevraagd/aanbod onderlinge hulp.
-Hobby- c.q. knutsel- c.q. reparatie ruimte waar men elkaar kan ontmoeten, waar handige boomers misschien ook kleine reparaties kunnen uitvoeren of elkaar een vaardigheid aanleren, of waar men gezamenlijk een hobby kan uitoefenen.
-Een of meer logeerkamers die door familie/vrienden die van ver komen voor overnachting gehuurd kunnen worden.
Zo zijn er waarschijnlijk nog legio slimme aanpassingen te bedenken.
Het grote voordeel zou zijn dat fitte senioren hun minder fitte buren of rolstoelers kunnen helpen.
Rolstoelers die bv. goed zijn met de pc kunnen de digibeten helpen.
Men zou meer onderling contact hebben, dus minder eenzaamheid.
Het veiligheidsgevoel zou toenemen.
Er kan door 1 zorginstelling zorg (fysiek en huishoudelijk) geleverd worden. Dat spaart inzet van mensen en middelen.
Er hoeven minder bestaande woningen duur en vaak ontoereikend aangepast te worden.
Die komen vrij en verlichten de druk op de woningmarkt.